Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in voorwaardelijke reconventie,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- het bericht van 24 april 2024 met producties 4 tot en met 7 van [gedaagde] ,
- de mondelinge behandeling van 26 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De beoordeling
gezamenlijkbenoemde deskundige. Dat is niet het geval. Dat betekent dat [gedaagde] niet-ontvankelijk is in haar vordering.
3.De beslissing
- de huurachterstand van maart 2023 tot en met september 2023 van € 19.706,96,
- de maandelijkse huurtermijn van € 8.865,27 over de maanden oktober 2023 tot en met mei 2024,
- de contractuele boete van € 2.100,00, vermeerderd met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW hierover vanaf 10 oktober 2023 tot de dag waarop alles is betaald,
- de contractuele boete van € 300,00 per maand over de maanden september 2023 tot en met mei 2024, vermeerderd met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW hierover vanaf 10 oktober 2023 tot de dag waarop alles is betaald,