ECLI:NL:RBMNE:2024:6257
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan toereikende machtiging
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 4 oktober 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk beroep dat door eiser is ingediend. Eiser, vertegenwoordigd door [handelend namens], heeft op 30 mei 2023 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, die op 19 mei 2023 was verzonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat bij het beroepschrift geen toereikende machtiging was gevoegd, wat in strijd is met artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft [handelend namens] meerdere keren in de gelegenheid gesteld om een geldige machtiging in te dienen, maar de overgelegde machtiging was niet aan de wettelijke vereisten voldaan, omdat deze ouder was dan één jaar. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen dat [handelend namens] bevoegd was om namens eiser beroep in te stellen.
Tijdens de zitting op 2 september 2024 heeft [handelend namens] aangegeven dat de machtiging voor meerdere jaren zou gelden, maar de rechtbank heeft dit niet kunnen aanvaarden. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen toereikende machtiging was overgelegd en heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had ook verzocht om schadevergoeding wegens onredelijke vertraging in de procedure, maar dit verzoek werd afgewezen omdat niet kon worden vastgesteld dat eiser immateriële schade had geleden. De rechtbank heeft de beslissing in het openbaar uitgesproken en partijen geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.