Op 4 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak tussen een eiser en de Dienst Toeslagen. De eiser had bezwaar gemaakt tegen een definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar de Dienst Toeslagen had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiser had op 25 maart 2024 bezwaar gemaakt, maar de Dienst Toeslagen had pas op 22 oktober 2024 een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiser te vroeg beroep had ingesteld, maar heeft het beroep toch ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat de Dienst Toeslagen alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum van 29 juli 2025. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 437,50 en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door de Dienst Toeslagen worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, rechter, en is openbaar uitgesproken op 4 december 2024.