In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 9 december 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 20 maart 2024 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres had verweerder in gebreke gesteld op 11 juli 2024, en het beroep is ingediend op 1 augustus 2024, meer dan twee weken na deze ingebrekestelling. De rechtbank oordeelt dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum van 2 juni 2025. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 437,50 en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen zes weken na verzending van de uitspraak.