In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 9 december 2024, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op zijn aanvraag van 12 juni 2023 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien eiser verweerder op 20 juni 2024 in gebreke heeft gesteld en het beroep pas op 30 juli 2024 is ingediend. De rechtbank oordeelt dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak voor het doen van een vooraankondiging en twee weken voor het nemen van een besluit na ontvangst van de zienswijze. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 437,50, en het door hem betaalde griffierecht van € 51,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.