In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 5 december 2024, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de Dienst Toeslagen op haar bezwaar van 25 maart 2023. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank constateert dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder niet tijdig op het bezwaar heeft beslist. Eiseres heeft op 8 juli 2024 beroep ingesteld, meer dan twee weken na de ingebrekestelling van 25 september 2023. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum van 28 april 2025. Tevens wordt er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 437,50 en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.