In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 13 december 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 20 maart 2024 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres had verweerder in gebreke gesteld op 16 september 2024, en het beroep werd ingediend op 1 oktober 2024, wat formeel één dag te vroeg was, maar de rechtbank oordeelde dat het beroep toch ontvankelijk was. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen een bepaalde termijn een besluit te nemen.
De rechtbank heeft verder overwogen dat in dit soort zaken een dwangsom van € 50,- per dag moet worden opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 437,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet ook worden vergoed. De rechtbank heeft de beslissing als volgt geformuleerd: het beroep is gegrond, het niet tijdig nemen van een besluit wordt vernietigd, en verweerder moet uiterlijk 15 juli 2025 een besluit op bezwaar bekendmaken.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als zij het niet eens is met deze uitspraak, binnen zes weken na verzending.