In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Dienst Toeslagen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen een definitieve beschikking inzake compensatie voor kinderopvangtoeslag, maar stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 21 maart 2024. De rechtbank heeft op 18 december 2024 uitspraak gedaan. Eiseres heeft op 6 augustus 2024 beroep ingesteld, nadat verweerder in gebreke was gesteld op 18 juli 2024. De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn is overschreden en verklaart het beroep gegrond. Verweerder wordt opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. De rechtbank stelt een dwangsom van € 50,- per dag in voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor proceskosten van € 437,50 en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.