14.1.Voor zover eiser een vergelijking heeft getrokken met de schadevergoeding die in het strafrecht wordt toegekend overweegt de rechtbank dat het bedrag van € 130,- per dag geldt voor onrechtmatige detentie. Daarvan is hier geen sprake. Een vergelijking met de bedragen die in het strafrecht gebruikelijk zijn, gaat reeds daarom niet op. De rechtbank ziet ook niet in dat sprake zou zijn van strijd met artikel 6 van het EVRM.
Verzoek persoonlijk dossier
15. Eiser stelt verder dat de persoonsdossiers van zijn ouders tot de op de zaak betrekking hebbende stukken in zijn zaak behoren en deze stukken daarom aan hem overlegd hadden moeten worden door Dienst Toeslagen.
16. Hoewel eiser niet aanvoert dat en welke rechtsregel geschonden is en wat hiervan het gevolg zou moeten zijn, zal de rechtbank hier toch op reageren. De rechtbank overweegt dat het in deze zaak niet gaat om de werkelijke schade die eiser heeft geleden en wat er in de betreffende jaren precies is gebeurd ten aanzien van de kinderopvangtoeslag aangevraagd door de ouder in kwestie. Bij de kindregeling gaat het om een ambtshalve toekenning van een forfaitaire tegemoetkoming, omdat eiser kind is van een gedupeerde ouder. Naar het oordeel van de rechtbank zijn alle op deze zaak betrekking hebbende stukken door Dienst Toeslagen aangeleverd. De persoonsdossiers van de ouders vallen daar niet onder.
17. Ter zitting heeft Dienst Toeslagen nog toegelicht dat om het kinderopvangtoeslagdossier is verzocht, dat het dossier inmiddels is samengesteld en dat deze na het lakken kan worden verstrekt. De rechtbank merkt daarnaast op dat zij binnen haar bevoegdheden in dit beroep geen mogelijkheden heeft om Dienst Toeslagen te verplichten om een kopie van dat dossier aan eiser te verstrekken.
18. Voor zover eiser aanvoert dat er geen volledige heroverweging heeft plaatsgevonden in de bezwaarfase nu Dienst Toeslagen niet kan afwijken van de hoogte van de tegemoetkoming, volgt de rechtbank hem niet. Naar het oordeel van de rechtbank is er wel van een volledige heroverweging in de bezwaarfase gebleken. Dienst Toeslagen toetst aan het wettelijke kader uit de Wht. Hieruit blijkt volgens de rechtbank geen vooringenomenheid.
19. Eiser voert tot slot aan, onder verwijzing naar een uitspraak van het gerechtshof Den Haag, dat Dienst Toeslagen geen rekening heeft gehouden met discriminatie. Eiser verzoekt de rechtbank om nader beleid te bepalen omdat discriminatie in het geval van eiser niet alleen arbeidsrechtelijke gevolgen heeft gehad, maar ook zijn leven kapot heeft gemaakt en hem zijn jeugd heeft ontnomen.
20. De rechtbank merkt hierover op dat het niet aan haar is om nader beleid op te gaan stellen hoe Dienst Toeslagen hieromtrent moet gaan beslissen.
21. Daar komt bij dat eiser niet heeft onderbouwd waarom in zijn geval sprake is van discriminatie en dat hij als tienjarige hiervan arbeidsrechtelijke gevolgen heeft ondervonden. Eiser heeft een tegemoetkoming ontvangen van € 4.000,- en de aanvragende ouder kan bij de Commissie Werkelijke Schade een aanvraag indienen van de door hem gestelde extra geleden schade. Ook kan eiser zich wenden tot de gemeente voor hulp, in het kader van de brede ondersteuning.