ECLI:NL:RBMNE:2024:7576
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen inhoudingen op bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 juni 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet, en het Dagelijks Bestuur Werk en Inkomen Lekstroom, verweerder. Eiseres ontving bijstand naar de norm voor gehuwden, omdat zij samenwoont met haar huisgenoot [A]. In juli 2023 heeft verweerder een uitkeringsspecificatie gestuurd waarin inhoudingen zijn gedaan op de bijstandsuitkering. Eiseres was het niet eens met deze inhoudingen en heeft bezwaar gemaakt. Verweerder heeft het bezwaar echter niet-ontvankelijk verklaard, omdat volgens hem de inhoudingen als herhaalde besluiten moeten worden beschouwd waartegen geen bezwaar openstaat. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 8 april 2024 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. Eiseres stelde dat de inhouding van € 60,83 niet als een herhaald besluit kan worden aangemerkt, omdat dit pas duidelijk werd bij de uitkeringsspecificatie. Verweerder daarentegen betoogde dat de inhoudingen in lijn zijn met eerdere besluiten en dat eiseres hiervan op de hoogte had moeten zijn. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat de uitkeringsspecificatie geen nieuwe elementen bevatte ten opzichte van het eerdere besluit van 7 juni 2023. De rechtbank heeft de beroepsgrond van eiseres verworpen en het beroep ongegrond verklaard, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.