ECLI:NL:RBMNE:2025:1136

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 maart 2025
Publicatiedatum
18 maart 2025
Zaaknummer
UTR 24/7331
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht

Op 5 maart 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente Hilversum. De eiser had op 12 november 2024 beroep ingesteld, maar had het verschuldigde griffierecht van € 51,- niet betaald. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat het niet betalen van het griffierecht leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep, zoals vastgelegd in artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft eiser op 15 december 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien de rechtbank geen betaling heeft ontvangen en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor het niet betalen, heeft de rechtbank besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend aan de eiser. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om een verzetschrift in te dienen indien zij het niet eens zijn met deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/7331

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 maart 2025 in de zaak tussen

[eiser] , te [plaats] , eiser,

en

de heffingsambtenaar van gemeente Hilversum, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 12 november 2024.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 51,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 15 december 2024 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
7. Eiser krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Wolbrink, rechter, in aanwezigheid van
S. Ayyildiz, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2025.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.