ECLI:NL:RBMNE:2025:131
Rechtbank Midden-Nederland
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de toepassing van de hardheidsclausule bij studiefinanciering en kinderalimentatie
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 27 januari 2025, staat de vraag centraal of de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kan eisen dat eiser een rechtszaak tegen zijn vader start over kinderalimentatie om in aanmerking te komen voor een aanvullende studiebeurs. Eiser, een student, heeft verzocht om bij de berekening van zijn aanvullende beurs geen rekening te houden met het inkomen van zijn vader, vanwege een ernstig en structureel conflict. De minister heeft dit verzoek afgewezen, maar in het besluit op bezwaar is vastgesteld dat het inkomen van de vader buiten beschouwing kan worden gelaten vanaf het moment dat eiser 21 jaar is. Tot die tijd kan de vader mogelijk verplicht zijn om bij te dragen aan het levensonderhoud van eiser, wat betekent dat eiser een procedure moet starten om zijn recht op alimentatie vast te stellen.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister, omdat hij vindt dat het onredelijk is om van hem te verlangen dat hij een rechtszaak tegen zijn vader start. De rechtbank oordeelt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de door eiser aangevoerde omstandigheden geen geslaagd beroep op de hardheidsclausule opleveren. De rechtbank wijst op de emotionele gevolgen van een juridische procedure voor eiser en het contactherstel met zijn vader, en concludeert dat de minister de mogelijke gevolgen van de procedure onvoldoende heeft meegewogen. De rechtbank geeft de minister de gelegenheid om het gebrek in zijn besluit te herstellen en de hardheidsclausule alsnog toe te passen of beter te motiveren waarom dat niet kan. De minister heeft zes weken de tijd om dit te doen, en de rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak.