In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 24 maart 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 16 november 2023 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank had eerder, op 22 mei 2024, een termijn gesteld waarbinnen verweerder een besluit op bezwaar moest nemen, maar deze termijn was verstreken zonder dat er een besluit was genomen. De rechtbank oordeelde dat verweerder alsnog een besluit moest nemen, met een nieuwe termijn van twintig weken na verzending van de uitspraak. Tevens werd een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn overschreden zou worden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg ook een vergoeding voor de proceskosten van € 453,50 en het betaalde griffierecht van € 53,- moest door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.