In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 27 februari 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Dienst Toeslagen met betrekking tot de compensatie voor kinderopvangtoeslag. Eiseres stelde dat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar, ingediend op 21 mei 2024. De rechtbank constateerde dat de beslistermijn was overschreden en dat eiseres tijdig beroep had ingesteld na een ingebrekestelling. De rechtbank oordeelde dat de Dienst Toeslagen alsnog een besluit moest nemen, met een uiterlijke datum van 20 oktober 2025. Tevens werd er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn overschreden wordt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg het betaalde griffierecht van € 53,- vergoed. De rechtbank merkte op dat zij geen mogelijkheden had om de Dienst Toeslagen te verplichten om een kopie van het dossier aan eiseres te verstrekken, aangezien dit geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is.