In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 20 maart 2025 een beschikking gegeven naar aanleiding van een aanvraag van een minderjarige, geboren in 2010, die niet meer naar haar vader wil gaan. De ouders van de minderjarige zijn gescheiden en hebben gezamenlijk gezag. De minderjarige heeft aangegeven dat ze zich onveilig voelt bij haar vader en dat ze paniekaanvallen ervaart. De rechtbank heeft besloten om een bijzondere curator te benoemen om de belangen van de minderjarige te behartigen. De ouders zijn uitgenodigd om hun mening te geven over de wensen van de minderjarige. Tijdens de zitting is gebleken dat de verstandhouding tussen de ouders zeer slecht is, wat ook invloed heeft op de minderjarige. De rechtbank heeft een voorlopige zorgregeling vastgesteld waarbij de minderjarige om de twee weken bij de vader verblijft, te beginnen met een eetafspraak op 22 maart 2025. De moeder is verplicht om de vader te informeren over de ontwikkelingen in het leven van de minderjarige. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze moet worden nageleefd, ook als een van de ouders in beroep gaat. De bijzondere curator moet uiterlijk 17 juli 2025 rapporteren over de situatie van de minderjarige.