ECLI:NL:RBMNE:2025:1728

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 maart 2025
Publicatiedatum
14 april 2025
Zaaknummer
C/16/587187 / FO RK 25-40
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige zorgregeling en benoeming bijzondere curator in complexe gezinsverhouding

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 20 maart 2025 een beschikking gegeven naar aanleiding van een aanvraag van een minderjarige, geboren in 2010, die niet meer naar haar vader wil gaan. De ouders van de minderjarige zijn gescheiden en hebben gezamenlijk gezag. De minderjarige heeft aangegeven dat ze zich onveilig voelt bij haar vader en dat ze paniekaanvallen ervaart. De rechtbank heeft besloten om een bijzondere curator te benoemen om de belangen van de minderjarige te behartigen. De ouders zijn uitgenodigd om hun mening te geven over de wensen van de minderjarige. Tijdens de zitting is gebleken dat de verstandhouding tussen de ouders zeer slecht is, wat ook invloed heeft op de minderjarige. De rechtbank heeft een voorlopige zorgregeling vastgesteld waarbij de minderjarige om de twee weken bij de vader verblijft, te beginnen met een eetafspraak op 22 maart 2025. De moeder is verplicht om de vader te informeren over de ontwikkelingen in het leven van de minderjarige. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze moet worden nageleefd, ook als een van de ouders in beroep gaat. De bijzondere curator moet uiterlijk 17 juli 2025 rapporteren over de situatie van de minderjarige.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/587187 / FO RK 25-40
Informele rechtsingang
Beschikking van 20 maart 2025naar aanleiding van de op 7 januari 2025 ingekomen aanvraag via de informele rechtsingang als bedoeld in artikel 1:251a lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW) van:
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2010 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] .
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
[de vader],
wonende in [woonplaats 1] ,
hierna te noemen: de vader,
advocaat mr. M.M. Hoogerdijk,
[de moeder] ,
wonende in [woonplaats 2] ,
hierna te noemen: de moeder.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft op 7 januari 2025 de brief ontvangen die [minderjarige] heeft gestuurd.
1.2.
Op 31 januari 2025 heeft [minderjarige] in een gesprek met de kinderrechter van deze rechtbank gesproken over deze brief.
1.3.
Bij brief van 6 februari 2025 heeft de rechtbank de ouders ingelicht over het gesprek met [minderjarige] en hen uitgenodigd voor een zitting om hun mening over de wensen van [minderjarige] aan de rechtbank kenbaar te maken. Ook de Raad voor de Kinderbescherming is voor de zitting uitgenodigd.
1.4.
De rechtbank heeft daarna de brief met bijlagen van 14 maart 2025 ontvangen van de vader.
1.5.
Op 20 maart 2025 heeft de rechtbank de zaak met gesloten deuren mondeling behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • de vader met zijn advocaat;
  • de moeder.
De Raad voor de Kinderbescherming is niet verschenen.
1.6.
Tijdens de zitting heeft advocaat van de vader een pleitnota overgelegd.

2.Waar de procedure over gaat

2.1.
De ouders zijn met elkaar getrouwd geweest.
2.2.
Zij hebben samen het gezag over [minderjarige] . Dat betekent dat zij samen de beslissingen over [minderjarige] moeten nemen.
2.3.
De ouders hebben in het ouderschapsplan afgesproken dat [minderjarige] de ene week bij de vader verblijft en de andere week bij de moeder. [minderjarige] staat ingeschreven op het adres van de moeder.
2.4.
[minderjarige] heeft de kinderrechter gevraagd om te bepalen dat zij voortaan bij de moeder woont en dat zij niet meer naar de vader toe hoeft.

3.Beoordeling

De beslissing
3.1.
De kinderrechter zal:
  • een bijzondere curator benoemen voor [minderjarige] ;
  • de zorgregeling voorlopig wijzigen en bepalen dat:
o [minderjarige] op zaterdag 22 maart 2025 van 17.00 uur tot 22.00 uur bij de vader is en daar zal eten;
o [minderjarige] daarna eens per twee weken van vrijdag 19.00 uur tot maandag naar school bij de vader verblijft;
- een voorlopige informatieregeling vaststellen waarbij:
o de moeder de vader op 22 maart 2025, voor [minderjarige] naar de vader gaat, per e-mail informeert over de bijzonderheden in het leven van [minderjarige] van de afgelopen twee maanden;
o de moeder de vader daarna eens per twee weken, op de donderdag voor de omgang met de vader plaatsvindt, een e-mail stuurt met informatie over de gezondheid, school, hobby’s en andere vrije tijdsbesteding van [minderjarige] .
Een eventuele definitieve beslissing over de wens van [minderjarige] zal de kinderrechter uitstellen in afwachting van de bevindingen van de bijzondere curator. De kinderrechter zal dit hierna uitleggen.
Bijzondere curator
Wat zegt de wet?
3.2.
Artikel 1:250 BW bepaalt dat de rechtbank ambtshalve een bijzondere curator kan benoemen om de minderjarige, zowel in als buiten rechte, te vertegenwoordigen. Ambtshalve betekent dat er geen officieel formeel verzoek is gedaan.
3.3.
De rechtbank kan een bijzondere curator benoemen wanneer de belangen van de ouders in strijd zijn met die van de kinderen, als het gaat om de verzorging en opvoeding van de kinderen of over hun vermogen. De rechtbank moet de benoeming van een bijzondere curator ook noodzakelijk vinden. Daarbij neemt de rechtbank in het bijzonder de aard van de belangenstrijd in aanmerking
De belangenstrijd
3.4.
In het geval van [minderjarige] vindt de kinderrechter dat er van zo’n belangenstrijd sprake is. [minderjarige] heeft verteld dat zij niet meer naar de vader toe wil. Ze vindt de thuissituatie daar heel lastig en ze is bang dat ze daar paniekaanvallen krijgt. [minderjarige] eet daar minder goed, ze is veel op haar kamer en ze denkt dat de vader in haar telefoon heeft gekeken. Ze gaat het contact met haar vader steeds meer uit de weg, maar ze kan niet heel goed uitleggen wat maakt dat zij zich zo voelt en dat zij afstand neemt. Sinds het gesprek met de kinderrechter heeft [minderjarige] de vader niet meer gezien. De moeder vindt dat er goed naar [minderjarige] geluisterd moet worden en dat [minderjarige] rust nodig heeft. Die rust krijgt zij op dit moment door bij de moeder te verblijven. De vader herkent zich niet in het verhaal van [minderjarige] . Volgens hem hebben [minderjarige] en hij het samen fijn thuis en doen ze geregeld leuke dingen samen. Het doet hem veel verdriet dat hij [minderjarige] niet meer ziet.
3.5.
De ouders hebben tijdens de zitting ook verteld dat hun verstandhouding (al een lange tijd) heel slecht is. De kinderrechter krijgt de indruk dat [minderjarige] daar last van heeft. Daar komt bij dat ook de systemen om de ouders heen ingewikkeld zijn. [minderjarige] heeft oudere (half)zussen, van wie er eentje belastende verklaringen over de moeder heeft afgelegd, en een andere een strafrechtelijke procedure tegen de vader is gestart. Het gezinssysteem van [minderjarige] is dus complex en de ouders (en [minderjarige] ) kunnen het niet eens worden over wat er op dit moment goed is voor [minderjarige] . Dat maakt dat er naar het oordeel van de kinderrechter sprake is van een belangenstrijd.
Hoe nu verder?
3.6.
De kinderrechter vindt het daarom in het belang van [minderjarige] dat iemand met haar en de belangrijke volwassen om haar heen gaat praten, om uiteindelijk te kunnen duiden wat er bij [minderjarige] speelt en wat het meest in haar belang is. De bijzondere curator is zo iemand. De bijzondere curator kan [minderjarige] vervolgens in deze procedure vertegenwoordigen.
3.7.
In het kader van de vervulling van die taak dient de bijzondere curator onderzoek te verrichten naar het contact tussen [minderjarige] en de vader. De bijzondere curator wordt verzocht door middel van gesprekken met [minderjarige] , de ouders en eventuele derden aan deze opdracht te voldoen. De ouders dienen hun medewerking te verlenen aan het verkrijgen van alle door de bijzondere curator relevant geachte informatie.
3.8.
De kinderrechter zal mevrouw [mediator] , mediator, tot bijzondere curator benoemen. Zij heeft zich bereid verklaard om tot bijzondere curator te worden benoemd en de ouders staan achter deze benoeming.
3.9.
De kinderrechter verzoekt de bijzondere curator om te onderzoeken:
  • In hoeverre heeft [minderjarige] onbelast contact met beide ouders en voelt zij zich emotioneel veilig bij hen?
  • Als het antwoord op de eerste vraag niet helemaal positief is: wat heeft [minderjarige] nodig om met beide ouders onbelast contact te hebben en zich bij hen allebei emotioneel veilig te voelen?
  • Welke hulpverlening heeft [minderjarige] daarbij eventueel nodig?
  • Welke hulpverlening hebben de ouders daarbij eventueel nodig?
  • Heeft de bijzondere curator andere zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige] , en zo ja, kan zij advies geven hoe haar hierbij te ondersteunen dan wel te begeleiden?
  • Zijn er andere zaken zijn die van belang zijn voor [minderjarige] voor de te nemen beslissing door de rechtbank?
3.10.
Om ervoor te zorgen dat de bijzondere curator zo goed mogelijk haar werk kan doen, moet de kinderrechter de relevante stukken uit het dossier en de contactgegevens van de ouders naar de bijzondere curator sturen. De kinderrechter zal de volgende relevante stukken sturen naar de bijzondere curator:
  • de brief met bijlagen van 14 maart 2025 van de vader;
  • de pleitnota van de advocaat van de moeder.
3.11.
De kinderrechter verzoekt de bijzondere curator uiterlijk 17 juli 2025 of zo veel eerder als mogelijk schriftelijk te rapporteren aan de rechtbank met inachtneming hetgeen hierboven in rechtsoverweging 3.9 is overwogen. Na ontvangst van het verslag zal de rechtbank het verslag doorsturen aan de ouders en de Raad voor de Kinderbescherming, met het verzoek daarop binnen veertien dagen te reageren. Als de bijzondere curator door omstandigheden gelegen in het onderzoek niet in staat is het verslag op tijd in te dienen, kan zij – onderbouwd – om uitstel vragen aan de rechtbank.
Voorlopige zorgregeling en voorlopige informatieregeling
Wat zegt de wet?
3.12.
Op grond van de artikelen 1:377g en 1:253a BW kan de rechter ambtshalve een beslissing nemen over de zorgregeling en de informatieregeling.
Zorgregeling
3.13.
In de tussentijd vindt de kinderrechter het in het belang van [minderjarige] dat zij de vader weer zal zien. [minderjarige] is tot zeer kort geleden altijd de helft van de tijd bij de vader geweest. Het is zorgelijk dat dit contact plotseling volledig is gestopt. De kinderrechter heeft de wens van [minderjarige] echter duidelijk gehoord en ziet ook dat de situatie rondom [minderjarige] complex is. De kinderrechter vindt het daarom voorlopig passend dat [minderjarige] eens per twee weken een weekend bij de vader verblijft. [minderjarige] gaat in dat weekend niet naar de moeder, ook niet rondom haar handbalwedstrijden. Als er handbal is brengt en haalt de vader [minderjarige] en spreekt de vader onderling met [minderjarige] af of zij wil dat hij bij de wedstrijd blijft kijken of niet. Ook eventuele andere activiteiten van [minderjarige] zijn in dat weekend de verantwoordelijkheid van de vader.
3.14.
Omdat het eerste omgangsweekend volgens de huidige verdeling de dag na de zitting zou plaatsvinden, heeft de kinderrechter beslist dat [minderjarige] in dat weekend (op 22 maart 2025) eerst alleen een keer bij de vader gaat eten. Daarna pas zal de weekendregeling starten.
Informatieregeling
3.15.
Om ervoor te zorgen dat de vader (weer) goed kan aansluiten bij [minderjarige] vindt de kinderrechter het nodig dat de moeder hem over het leven van [minderjarige] informeert. Dat zal de eerste keer plaatsvinden op de zaterdag dat [minderjarige] weer voor het eerst naar de vader gaat. Daarna dient de moeder de vader op de donderdag voorafgaand aan het omgangsweekend te informeren.
E-mail aan [minderjarige]
3.16.
Tot slot vindt de kinderrechter het belangrijk de ouders te laten weten dat aan [minderjarige] op 21 maart 2025 een e-mail is gestuurd, waarin de beslissing is uitgelegd. In die e-mail is het volgende opgenomen:
“Beste [minderjarige] ,
Het is alweer meer dan twee maanden geleden dat wij elkaar spraken bij de rechtbank. Je vertelde toen dat je niet meer naar je vader toe wilde. Gisteren (donderdag) heb ik jouw ouders gesproken bij de rechtbank, tijdens een zitting. De advocaat van jouw vader
was daar ook bij. Ook mijn collega [A] die bij ons gesprek was, was bij de zitting aanwezig.
Ik denk dat je van je moeder al hebt gehoord wat mijn beslissing is. Toch vind ik het ook belangrijk om je zelf uit te leggen wat ik heb beslist, en waarom ik dat heb gedaan.
Ten eerste heb ik verteld dat ik een bijzondere curator voor jou zal benoemen. Dat is iemand die veel verstand heeft van kinderen die in een lastige situatie zitten met hun ouders (of met één van hen). Een bijzondere curator is er echt voor het kind, voor jou dus in dit geval. De bijzondere curator zal met jou in gesprek gaan, met je ouders en misschien nog met andere mensen om jou heen. Hij of zij zal daarna een verslag maken voor de rechtbank, met daarin een advies over wat jij nodig hebt om de dingen voor jou wat makkelijker te maken. Ook zal er in het verslag een advies staan over het contact met je vader.
Ik heb ook besloten dat je je vader weer moet gaan zien. Ik heb begrepen dat je hem al zo’n twee maanden niet meer ziet. Daar ben ik wel van geschrokken. Je hebt mij uitgelegd waarom je het lastig vindt om naar je vader te gaan. Maar ik vind het wel belangrijk dat hij in jouw leven is. Daarom heb ik besloten dat je voorlopig om het weekend naar hem toe gaat, van vrijdag 19.00 uur tot maandagochtend naar school. Het eerste weekend zal zijn van vrijdag 4 tot maandag 7 april. Je moeder vertelde dat zij in dat weekend jarig is. Natuurlijk kan je haar dan bellen om haar te feliciteren. Jullie kunnen haar verjaardag dan samen op een ander moment vieren. Om alvast weer een beetje aan elkaar te wennen heb ik besloten dat je aanstaande zaterdag eerst een keer gaat eten bij je vader, van 17.00 uur tot 22.00 uur.
In de weekenden dat je bij je vader bent brengt je vader je naar handbalwedstrijden en hij haalt je daar ook weer op. Jij mag bepalen of je het oké vindt dat hij ook naar de wedstrijd blijft kijken of niet. Ook als je iets anders hebt in een weekend bij je vader zorgt hij ervoor dat je daar naartoe gaat. Je moeder zal steeds op de donderdag voordat je naar je vader toegaat wat informatie sturen over jou aan je vader. Op die manier weet je vader een beetje wat je hebt meegemaakt. Ik hoop dat dat het makkelijker maakt om weer een beetje met elkaar in contact te komen.
Als de bijzondere curator het verslag af heeft zullen we weer een zitting plannen met jouw ouders, de bijzondere curator en de Raad voor de Kinderbescherming. Ik nodig jou dan ook weer uit om een paar dagen voor de zitting met mij te komen praten bij de rechtbank. Dat mag wel en hoeft niet, allebei is oké. Je mag ook een mail aan de rechtbank sturen als je dat liever wil dan een gesprek. Ik denk dat de zitting over ongeveer drie maanden zal zijn.
Ik hoop dat voor jou een beetje duidelijk is hoe het nu verder gaat.
Ik wens je een goede toetsweek, veel plezier met handbal en al je andere activiteiten!”
De uitvoerbaarheid bij voorraad
3.17.
De rechtbank zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als één van de ouders hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissing van de rechtbank geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
wijzigt de zorgregeling voorlopig ambtshalve en bepaalt dat:
  • [minderjarige] op zaterdag 22 maart 2025 van 17.00 uur tot 22.00 uur bij de vader is en daar zal eten;
  • [minderjarige] daarna eens per twee weken van vrijdag 19.00 uur tot maandag naar school bij de vader verblijft;
4.2.
stelt ambtshalve een voorlopige informatieregeling vast waarbij:
  • de moeder de vader op 22 maart 2025, voor [minderjarige] naar de vader gaat, per e-mail informeert over de bijzonderheden in het leven van [minderjarige] van de afgelopen twee maanden;
  • de moeder de vader daarna eens per twee weken, op de donderdag voor de omgang met de vader plaatsvindt, een e-mail stuurt met informatie over de gezondheid, school, hobby’s en andere vrije tijdsbesteding van [minderjarige] ;
4.3.
verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
benoemt tot bijzondere curator over de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2010 in [geboorteplaats] , BSN: [nummer] :
mevrouw [mediator] , kantoorhoudende in Sassenheim, telefoonnummer: [telefoonnummer 1] ;
contactgegevens van de moeder:
  • e-mailadres: [e-mailadres 1] ;
  • telefoonnummer: [telefoonnummer 2] ;
contactgegevens van de vader:
  • e-mailadres: [e-mailadres 2] ;
  • telefoonnummer: [telefoonnummer 3] ;
contactgegevens van [minderjarige] : [e-mailadres 3] of [e-mailadres 4] ;
4.5.
verzoekt de bijzondere curator uiterlijk 17 juli 2025 of zoveel eerder als mogelijk aan de rechtbank, de ouders en de Raad voor de Kinderbescherming schriftelijk verslag te doen van haar bevindingen, de in rechtsoverweging 3.9 gevraagde informatie en daarbij een standpunt in te nemen;
4.6.
houdt iedere verdere beslissing aan tot 17 juli 2025.
Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. T. Dopheide, (kinder)rechter, in samenwerking met mr. L.A. Nettekoven, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2025 en schriftelijk uitgewerkt op 17 april 2025.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.