ECLI:NL:RBMNE:2025:1800
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke geschillen over bestuursdwang en proceskostenvergoeding
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 25 maart 2025, worden twee zaken behandeld onder de zaaknummers UTR 23/4744 en UTR 23/5728. De rechtbank beoordeelt het verzoek van eiser om verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten in de eerste zaak, UTR 23/4744, en het beroep van eiser tegen het besluit van 10 oktober 2023 in de tweede zaak, UTR 23/5728. In de eerste zaak heeft eiser zijn beroep niet tijdig ingetrokken, waardoor het verzoek om proceskostenvergoeding is afgewezen. In de tweede zaak heeft verweerder aanvankelijk een e-mail van eiser niet als bezwaarschrift aangemerkt, maar komt hierop terug en besluit het bezwaar alsnog in behandeling te nemen. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en vernietigt het bestreden besluit. Eiser krijgt een schadevergoeding van € 500,- toegewezen wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank draagt verweerder op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen en vergoedt het griffierecht van € 184,- aan eiser. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Moed, in aanwezigheid van griffier M.C.G. van Dijk.