ECLI:NL:RBMNE:2025:1825
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake intrekking bijstandsuitkering Participatiewet
Op 15 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Verzoekster had een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend tegen de intrekking van haar bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw). De intrekking vond plaats omdat verzoekster niet voldeed aan de inlichtingen- en medewerkingsplicht door een huisbezoek te weigeren. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen sprake was van een spoedeisend belang, aangezien verzoekster na de intrekking van haar uitkering nog een positief banksaldo had en geen acute financiële nood kon aantonen. Bovendien was er geen evident onrechtmatig besluit, waardoor het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank niet in een eventueel bodemgeding. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.