In deze zaak heeft eiseres, een Belgische, beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 9 mei 2023 voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 21 februari 2025 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door de Dienst Toeslagen is overschreden. Eiseres heeft op 10 mei 2024 een ingebrekestelling ingediend en heeft vervolgens op 28 mei 2024 beroep ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is en dat de Dienst Toeslagen alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft bepaald dat dit besluit binnen zes weken na de uitspraak moet worden genomen. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de Dienst Toeslagen de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten en het griffierecht, dat door de Dienst Toeslagen moet worden betaald. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.