In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Dienst Toeslagen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen een definitieve beschikking inzake compensatie voor kinderopvangtoeslag, maar stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar, ingediend op 29 februari 2024. De rechtbank heeft op 10 januari 2025 uitspraak gedaan. Eiseres heeft op 19 november 2024 beroep ingesteld, nadat verweerder in gebreke was gesteld op 10 juli 2024. De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn is overschreden en verklaart het beroep gegrond. Verweerder wordt opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. De rechtbank stelt een nieuwe beslistermijn van veertig weken na het indienen van het verweerschrift vast, met een uiterste datum van 11 september 2025. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 50,- per dag bij overschrijding van deze termijn, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt een vergoeding van € 453,50 voor de proceskosten en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, rechter, en is openbaar uitgesproken op 10 januari 2025.