Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 februari 2025 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. D.A.N. Bartels, beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht. Het beroep is ingediend op 30 december 2022, tegen de uitspraak van 16 december 2022. De zitting vond plaats op 27 januari 2024 via MSTeams, waar zowel Bartels als de gemachtigde van de heffingsambtenaar aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat bij het beroepschrift geen machtiging was gevoegd, wat in strijd is met artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht. Bartels is meerdere keren in de gelegenheid gesteld om een toereikende machtiging in te dienen, maar de ingediende machtiging bleek niet correct. Op 27 januari 2025 heeft Bartels een volmacht ingediend, maar deze was te laat en bovendien was de volmachtgever niet bevoegd om Bartels te machtigen.
De rechtbank concludeert dat er geen toereikende machtiging is overgelegd, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. Daarnaast heeft Bartels verzocht om schadevergoeding wegens een onredelijk lange procedure, maar dit verzoek wordt afgewezen omdat niet kan worden vastgesteld dat eiseres daadwerkelijk een procedure wilde starten. De rechtbank wijst ook de vergoeding van proceskosten af, omdat er geen sprake is van een ontvankelijk beroep.