In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 11 januari 2024 voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade. De rechtbank heeft op 23 april 2025 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres heeft op 14 januari 2025 verweerder in gebreke gesteld, waarna zij op 14 februari 2025 beroep heeft ingesteld. De rechtbank overweegt dat het beroep gegrond is, omdat de beslistermijn is overschreden. De rechtbank bepaalt dat verweerder alsnog binnen zes weken na verzending van de uitspraak een besluit moet nemen op de aanvraag van eiseres. Tevens wordt er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 453,50 en het betaalde griffierecht van € 53,- moet door verweerder aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.