ECLI:NL:RBMNE:2025:2189

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 maart 2025
Publicatiedatum
7 mei 2025
Zaaknummer
553265
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van de zorgregeling conform de wens van het kind in een complexe gezinssituatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 maart 2025 uitspraak gedaan over de wijziging van de zorgregeling voor een 12-jarig kind, dat in een complexe gezinssituatie opgroeit met twee samengestelde gezinnen. De ouders, vertegenwoordigd door hun advocaten, hebben een geschil over de zorgregeling. De moeder verzoekt om de voorlopige zorgregeling definitief te maken, terwijl de vader een meer gelijkwaardige zorgregeling wenst. De rechtbank heeft de zorgregeling gewijzigd, zodat het kind in de even weken van donderdag uit school tot maandag bij de vader is. De rechtbank heeft de wens van het kind gerespecteerd, waarbij het belang van het kind voorop staat. De rechtbank heeft ook aandacht besteed aan de communicatie tussen de ouders en de noodzaak van hulpverlening. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat het kind snel duidelijkheid heeft over de zorgregeling. De ouders zijn verantwoordelijk voor hun eigen proceskosten. De rechtbank heeft een brief aan het kind gestuurd om de beslissing uit te leggen en haar gerust te stellen over de situatie.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/553265 / FO RK 23-264
Zorgregeling
Beschikking van 24 maart 2025
in de zaak van:
[de moeder], de moeder,
wonende in [woonplaats 1] ,
advocaat mr. L.W. Castelijns,
tegen
[de vader], de vader,
wonende in [woonplaats 2] ,
advocaat mr. M. van der Weide.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft de beslissing over de zorgregeling twee keer uitgesteld. In de beschikking van 12 mei 2023 heeft de rechtbank de beslissing uitgesteld in afwachting van de uitkomst van de ouderschapsbemiddeling. In de beschikking van 21 mei 2024 heeft de rechtbank de beslissing uitgesteld in afwachting van de uitkomst van de begeleide gesprekken van de ouders met hun partners.
1.2.
De rechtbank heeft daarna de volgende stukken ontvangen:
  • het bericht van de moeder van 21 november 2024;
  • het bericht van de vader van 6 december 2024;
  • twee berichten van de vader met bijlagen van 18 maart 2025;
  • het bericht (met aanvullend verzoek) van de moeder met bijlagen van 19 maart 2025;
  • het bericht van de moeder van 21 maart 2025;
  • het bericht van de vader van 23 maart 2025.
1.3.
De verzoeken zijn besproken tijdens de mondelinge behandeling (zitting) van 24 maart 2025. Daarbij waren aanwezig:
  • de ouders met hun advocaten;
  • [A] van de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).
1.4.
De rechtbank heeft aan [minderjarige (voornaam)] , het kind van de ouders, gevraagd wat zij van de verzoeken vindt. [minderjarige (voornaam)] heeft op 21 maart 2025 met de kinderrechter gesproken.

2.Waar de procedure over gaat

2.1.
De ouders hebben een relatie met elkaar gehad.
2.2.
Zij hebben samen een kind: [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2013 in [geboorteplaats] .
2.3.
De ouders hebben samen het gezag over [minderjarige (voornaam)] . Dat betekent dat zij samen de belangrijke beslissingen over haar nemen.
2.4.
De ouders hebben in het ouderschapsplan van februari 2015 afgesproken dat [minderjarige (voornaam)] in de ene week van woensdag uit school tot vrijdag naar school en in de andere week van donderdag uit school tot maandag naar school bij de vader is.
2.5.
In de beschikking van 21 mei 2024 heeft de rechtbank de moeder vervangende toestemming verleend voor de inzet van kindbehartiger mevrouw [B] voor [minderjarige (voornaam)] . Ook heeft de rechtbank een voorlopige zorgregeling vastgesteld die inhoudt dat [minderjarige (voornaam)] in de even weken van donderdag uit school tot maandag naar school bij de vader is.
2.6.
De ouders zijn het niet eens over de zorgregeling. De moeder wil dat de voorlopige zorgregeling de definitieve zorgregeling wordt, dus dat [minderjarige (voornaam)] in de even weken van donderdag uit school tot maandag naar school bij de vader is, waarbij de vader [minderjarige (voornaam)] haalt en brengt. Daarnaast wil de moeder vervangende toestemming voor het indienen van een schoolkeuzelijst van [minderjarige (voornaam)] . De rechtbank begrijpt het verzoek van de vader zo dat hij (primair) wil dat dat [minderjarige (voornaam)] in de even weken van maandag uit school tot de week daarop op maandag naar school bij hem is en in de oneven weken van maandag uit school tot de week daarop op maandag naar school bij de moeder is. Als de rechtbank dat niet beslist (subsidiair) wil hij een meer gelijkwaardige zorgregeling dan de voorlopige zorgregeling. Als de rechtbank dat niet beslist wil hij (meer subsidiair) een Raadsonderzoek over de zorgregeling of dat de rechtbank een bijzondere curator benoemt om te adviseren over de zorgregeling.

3.De beoordeling

De zorgregeling
3.1.
De rechtbank zal de zorgregeling uit het ouderschapsplan van februari 2015 wijzigen, in die zin dat [minderjarige (voornaam)] in de even weken van donderdag uit school tot maandag naar school bij de vader is. De rechtbank zal hierna uitleggen waarom zij deze beslissing neemt.
3.2.
Deze zorgregeling vindt de rechtbank het meeste in het belang van [minderjarige (voornaam)] . Het is al langere tijd haar wens om die zorgregeling aan te houden. Net als de Raad vindt de rechtbank dat dit het moment is om die wens te respecteren. De kindbehartiger heeft geschreven dat zij [minderjarige (voornaam)] gunt dat haar wens leidend is en dat er rust komt. De vader denkt dat [minderjarige (voornaam)(-s)] wens is ingegeven door loyaliteit naar haar moeder. Dat loyaliteit een rol speelt bij haar wens kan de rechtbank niet uitsluiten. Maar zelfs als dat zo is, dan vindt de rechtbank dat het van belang is dat [minderjarige (voornaam)] nu voelt en ervaart dat háár wens centraal mag staan en dat die gevolgd wordt. De rechter vindt bovendien dat [minderjarige (voornaam)] heel goed heeft kunnen uitleggen wat maakt dat zij zich bij haar moeder fijner voelt dan bij haar vader, en waarom deze verdeling voor haar goed werkt. Bij haar vader moet ze iets meer op haar tenen lopen dan bij haar moeder, en dat kost haar energie.
3.3.
[minderjarige (voornaam)] was heel jong toen haar ouders scheidden. Zowel bij haar vader als haar moeder maakt zij onderdeel uit van een samengesteld gezin, waardoor het een flinke puzzel is wanneer zij in welk huis is en met wie. Het lukt haar al lange tijd om hier goed mee om te gaan. Daarbij valt op dat ze veel rekening houdt met haar ouders. Een tekenend voorbeeld hiervan is dat zij haar middelbare scholenkeuze niet alleen heeft gebaseerd op wat zij van de scholen vindt, maar ook op de afstand van de scholen tot de beide woningen van de ouders. Dit laat ook zien hoe belangrijk beide ouders (en ook haar stiefouders, stiefbroers, halfbroertje en halfzusje) voor haar zijn. Maar het vraagt ook veel van [minderjarige (voornaam)] om steeds rekening te moeten houden met de beide huizen en ieders wensen. Ze beschreef dat zelf heel beeldend door te zeggen dat ze zich vaak het puzzelstukje voelt dat tussen de puzzels in beide huizen heen en weer gaat. In beide huizen maakt zij de puzzel compleet. Dat is aan de ene kant heel mooi omdat het onderstreept hoe belangrijk zij voor de mensen in de beide huizen is. Tegelijkertijd is het zijn van dat puzzelstukje ook een last die [minderjarige (voornaam)] moet dragen.
3.4.
Gelet op [minderjarige (voornaam)(-s)] leeftijd vindt de rechter het belangrijk dat de ouders zich nadrukkelijker voegen naar het leven van [minderjarige (voornaam)] , daar waar zij zich tot nu toe vooral heeft gevoegd naar de wensen en activiteiten in beide huizen. Met de puberteit neemt immers haar behoefte toe om ‘haar eigen ding’ te doen. Op dit moment doet [minderjarige (voornaam)] niet mee aan de hockeywedstrijden als zij bij de vader is en dat accepteert ze. Voor de vader is het praktisch lastig om haar te brengen naar de wedstrijden. Daarnaast wil hij graag
quality timemet [minderjarige (voornaam)] , juist nu zij minder dan voorheen bij hem is. De hockey neemt dan een flinke hap uit die tijd. De rechter begrijpt dat, maar voor [minderjarige (voornaam)] is hockey wel een belangrijk onderdeel van háár leven. Zij heeft via de hockeyclub nieuwe vriendinnen gemaakt in [plaats 1] . Het kan voor de relatie tussen de vader en [minderjarige (voornaam)] dan ook juist goed zijn als de vader dat deel van het leven van [minderjarige (voornaam)] ook meemaakt. Zo kan haar vader haar leven en haar vriendinnen rondom de hockey zien, en andersom kan zij laten zien wie haar vader is. Op deze en andere manieren kunnen de ouders laten zien dat zij bereid zijn om (ook) aan te sluiten bij [minderjarige (voornaam)(-s)] leven, in plaats van (alleen) andersom.
3.5.
Op de zitting is verder besproken dat er tussen de ouders discussie is geweest over de hulpverlening. Daarom is de hulpverlening niet gestart. Net als de Raad vindt de rechtbank hulpverlening voor de ouders nog steeds nodig. De relatie tussen de ouders is ingewikkeld en op een bepaalde manier voelen zij zich allebei onvoldoende gehoord en gezien. De communicatie en samenwerking tussen hen is daardoor niet goed. De rechtbank heeft er vertrouwen in dat de ouders hun relatie met hulp kunnen verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld met een traject van ouderschapsbemiddeling.
3.6.
Daarnaast is het belangrijk dat de ouders samen met de stiefouders hulp krijgen, nu zij onderdeel zijn van het systeem rondom [minderjarige (voornaam)] , en er ook daarin soms strubbelingen zijn.
De vakanties en feestdagen
3.7.
De regeling over de vakanties en feestdagen zoals bepaald in de beschikking van 10 november 2021 blijft gelden. Dit is ook op de zitting besproken.
De schoolkeuzelijst
3.8.
Het verzoek over de schoolkeuzelijst van [minderjarige (voornaam)] heeft de moeder op de zitting ingetrokken, omdat de vader heeft gezegd dat hij akkoord is met de scholen op plek 1 tot en met 9 van de schoolkeuzelijst van [minderjarige (voornaam)] . Op de zitting is besproken dat de kans groot is dat [minderjarige (voornaam)] een plek krijgt op deze scholen. In het onverhoopte geval dat dit niet zo is, zullen de ouders met hulp van hun advocaten met elkaar in overleg treden.
De uitvoerbaarheid bij voorraad
3.9.
De rechtbank zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is verzocht. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als één van de ouders hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissing van de rechtbank geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt. De rechtbank vindt het namelijk in het belang van [minderjarige (voornaam)] dat zij zo snel mogelijk duidelijkheid heeft over de definitieve zorgregeling.
De kosten van deze procedure
3.10.
De rechtbank zal beslissen dat iedere ouder de eigen proceskosten betaalt, omdat zij geen reden ziet om één van de ouders in de proceskosten te veroordelen.
Brief aan [minderjarige (voornaam)]
3.11.
Tegelijk met de beslissing heeft de rechter een brief aan [minderjarige (voornaam)] gestuurd. Daarin is het volgende opgenomen:
“ Tijdens ons gesprekje spraken we af dat ik je een brief zou schrijven als ik een beslissing had genomen over wanneer je bij je vader en wanneer bij je moeder bent.
Je hebt intussen natuurlijk al gehoord dat ik meteen na de zitting met je ouders uitspraak heb gedaan. Je weet dus vast al dat ik heb besloten dat de zorgregeling zoals die tijdelijk gold nu definitief geldt. Dat betekent dat je eens in de twee weken van donderdagmiddag tot maandagochtend naar je vader blijft gaan.
Tijdens de zitting hebben je ouders uitgelegd hoeveel je voor hen betekent, en hoe fijn ze het vinden als je er bent. Ze houden duidelijk allebei heel veel van je. Ook voor hun gezinnen (in [plaats 2] , [plaats 1] en [plaats 3] ) ben je heel belangrijk. Je vader vindt het lastig dat je nog maar vier dagen in de twee weken bij hem bent. Hij zou graag willen dat hij je vaker kon zien. Dat begrijp ik ook heel goed. Maar voor jou vind ik het nu belangrijk dat de regeling blijft zoals die al een tijdje was. Voor jou werkt dit heel goed. Je hebt dat heel mooi en duidelijk aan mij uitgelegd, ook met je vergelijkingen over de bomen en over het puzzelstukje. Je had daar duidelijk goed over nagedacht, en ik begreep ook goed wat je daarover vertelde. Daarom vind ik deze regeling voor jou nu het beste.
Ik hoop dat deze beslissing jou nu rust geeft. Die kan je wel gebruiken want er wacht een spannende tijd op je! Ik hoop dat je een plek krijgt op de middelbare school die je zo leuk vond en die ook nog eens precies tussen papa en mama in ligt.
Ik wens je heel veel plezier met het afronden van groep 8, met je hockey, en veel geluk met de lieve familie die je om je heen hebt in de beide huizen!”
Hierna volgt de beslissing. De rechtbank gebruikt hier de begrippen uit de wet.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
wijzigt de zorgregeling uit het ouderschapsplan van februari 2015, in die zin dat [minderjarige (voornaam)] in de even weken van donderdag uit school tot maandag naar school bij de vader is;
4.2.
verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.3.
bepaalt dat de ouders hun eigen proceskosten betalen;
4.4.
wijst de verzoeken voor het overige af.
Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. T. Dopheide, (kinder)rechter, in samenwerking met de griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 24 maart 2025 en op schrift gesteld op 4 april 2025.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.