ECLI:NL:RBMNE:2025:2196
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tijdelijke verblijfsontzegging opgelegd door burgemeester van Utrecht; beroep ongegrond
Deze uitspraak betreft een tijdelijke verblijfsontzegging die door de burgemeester van de gemeente Utrecht aan eiser is opgelegd. Eiser mocht gedurende twee maanden het Stationsgebied in Utrecht niet betreden, omdat hij herhaaldelijk artikel 2:28, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht 2010 (APV) zou hebben overtreden. Eiser is het niet eens met deze maatregel en heeft verschillende beroepsgronden aangevoerd. De rechtbank heeft de rechtmatigheid van de verblijfsontzegging beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de burgemeester bevoegd was om deze op te leggen en dat de maatregel niet onevenredig was. Eiser heeft eerder al meerdere verblijfsontzeggingen ontvangen en de rechtbank oordeelde dat de burgemeester in redelijkheid tot de duur van twee maanden kon besluiten. Eiser heeft ook verzocht om vrijstelling van het griffierecht, wat werd toegewezen, omdat hij niet in staat was om dit te betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser nog procesbelang had, ondanks dat de verblijfsontzegging inmiddels was verstreken, omdat de maatregel zijn eer en goede naam kon schaden. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de verblijfsontzegging rechtmatig is en in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.