Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- mr. A.M.G. de Groot namens betrokkene;
- [A] , arts.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 mei 2025 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel. Betrokkene, geboren in 1988 in Somalië, heeft aangegeven niet bijgestaan te willen worden door de aan haar toegewezen advocaat, mr. A.M.G. de Groot. De rechtbank heeft vastgesteld dat het niet mogelijk was om binnen de wettelijke beslistermijn een nieuwe mondelinge behandeling in te plannen. Betrokkene was niet aanwezig bij de mondelinge behandeling en heeft eerder ook al geweigerd om bijstand van een andere toegevoegde advocaat te aanvaarden. De rechtbank heeft de officier van justitie gevolgd in het verzoek om de crisismaatregel voort te zetten, omdat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. De rechtbank heeft de gevraagde machtiging verleend voor de duur van drie weken, met inachtneming van de wettelijke voorwaarden uit de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De rechtbank heeft daarbij de noodzaak van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De rechtbank heeft ook een fout in de kennisgeving van de mondelinge uitspraak gecorrigeerd, waarbij abusievelijk een langere duur van de machtiging was vermeld. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter P.K. Nihot, in aanwezigheid van griffier M.R. Meijn.