ECLI:NL:RBMNE:2025:2260

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 mei 2025
Publicatiedatum
13 mei 2025
Zaaknummer
C/16/592739 / FZ RK 25-345
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek voortzetting crisismaatregel ondanks weigering advocaat

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 mei 2025 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel. Betrokkene, geboren in 1988 in Somalië, heeft aangegeven niet bijgestaan te willen worden door de aan haar toegewezen advocaat, mr. A.M.G. de Groot. De rechtbank heeft vastgesteld dat het niet mogelijk was om binnen de wettelijke beslistermijn een nieuwe mondelinge behandeling in te plannen. Betrokkene was niet aanwezig bij de mondelinge behandeling en heeft eerder ook al geweigerd om bijstand van een andere toegevoegde advocaat te aanvaarden. De rechtbank heeft de officier van justitie gevolgd in het verzoek om de crisismaatregel voort te zetten, omdat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. De rechtbank heeft de gevraagde machtiging verleend voor de duur van drie weken, met inachtneming van de wettelijke voorwaarden uit de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De rechtbank heeft daarbij de noodzaak van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De rechtbank heeft ook een fout in de kennisgeving van de mondelinge uitspraak gecorrigeerd, waarbij abusievelijk een langere duur van de machtiging was vermeld. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter P.K. Nihot, in aanwezigheid van griffier M.R. Meijn.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Lelystad
Zaaknummer: C/16/592739 / FZ RK 25-345
Datum uitspraak: 2 mei 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1988 in [geboorteplaats] , Somalië,
hierna te noemen betrokkene,
wonende te [woonplaats] ,
verblijvende te [verblijfplaats] , locatie [locatie] te [plaats] ,
advocaat mr. A.M.G. de Groot te Hilversum.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop bestaat uit het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 1 mei 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 2 mei 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • mr. A.M.G. de Groot namens betrokkene;
  • [A] , arts.
1.3.
De rechtbank stelt vast dat betrokkene niet bereid was om zich te doen horen. Betrokkene heeft aangegeven niet bijgestaan te willen worden door de aan haar toegevoegde advocaat. Uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad [1] volgt dat indien betrokkene te kennen geeft niet (meer) door de toegevoegde advocaat te willen worden bijgestaan, de rechter dient te onderzoeken of de betrokkene toevoeging van een andere advocaat wenst. Dit geldt ook wanneer het gaat om een verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel, waarbij de rechter gebonden is aan een korte wettelijke beslistermijn. Indien de rechter van oordeel is dat de toevoeging van een nieuwe advocaat binnen de wettelijke beslistermijn niet mogelijk is, is hij gehouden hiervan mededeling te doen aan de betrokkene. In dat geval dient de rechter de betrokkene erop te wijzen dat de weigering om zich te laten bijstaan door de aanvankelijk toegevoegde raadsman, ertoe kan leiden dat betrokkene bij de behandeling van het verzoek tot het verlenen van een machtiging voortzetting crisismaatregel niet door een advocaat wordt bijgestaan. Het is voor de rechtbank niet mogelijk gebleken om binnen de beslistermijn een nieuwe mondelinge behandeling in te plannen. De rechter heeft betrokkene erop gewezen dat haar weigering om zich te laten bijstaan door de toegevoegde advocaat ertoe zal leiden dat zij bij de behandeling van het verzoek niet door een advocaat wordt bijgestaan. De rechtbank heeft daarbij in aanmerking genomen dat betrokkene ook tijdens een zitting op 29 april 2025 bijstand van een andere toegevoegde advocaat, waargenomen, heeft geweigerd. Betrokkene heeft toen gezegd dat zij zelf een advocaat zou zoeken, maar op de zitting van 2 mei 2025 was daar nog geen sprake van. De rechtbank is daarna overgegaan tot mondelinge behandeling van het verzoek. Betrokkene heeft bij de mondelinge behandeling niet aanwezig willen zijn. Mr. A.M.G. de Groot is namens betrokkene aanwezig geweest bij de mondelinge behandeling, maar heeft geen standpunt in kunnen nemen namens betrokkene.

2.Wat vaststaat

Betrokkene verblijft met een crisismaatregel bij [verblijfplaats] , locatie [locatie] te [plaats] . De burgemeester van Hilversum heeft de crisismaatregel op 30 april 2025 genomen.

3.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken te verlenen.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Er is namelijk aan alle wettelijke voorwaarden uit de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voldaan. Hierna wordt uitgelegd waarom dat zo is.
4.2.
Uit de overgelegde stukken en de zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige materiële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
4.3.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk bipolaire-stemmingsstoornis en een schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis. De rechtbank baseert zich op de medische verklaring van 30 april 2025.
4.4.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.5.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.6.
De rechtbank wijst de verzochte vormen van verplichte zorg die zien op het insluiten van en het uitoefenen van toezicht op betrokkene af, nu uit de toelichting van de arts is gebleken dat deze vormen van verplichte zorg niet noodzakelijk zijn.
4.7.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg.
4.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.9.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.
4.10.
De rechtbank stelt vast dat er in de kennisgeving mondelinge uitspraak van 2 mei
2025 abusievelijk een verkeerde einddatum van de machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel is opgenomen. In de kennisgeving mondeling uitspraak is namelijk een machtiging verleend voor de duur van zes maanden in plaats van drie weken. De juiste einddatum van machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel is niet 2 november 2025, maar 23 mei 2025.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1988 in [geboorteplaats] , Somalië, wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in 4.5. kunnen worden toegepast;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 23 mei 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2025 door mr. P.K. Nihot, rechter, in aanwezigheid van M.R. Meijn, griffier en op schrift gesteld op 30 mei 2025.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.