17. In het primaire besluit staat dat de minister heeft gezocht naar persoonsgegevens van eiser in de algemene systemen en applicaties die gebruikt worden voor de algemene registratie van eiser voor de invordering van inkomstenbelasting, omzetbelasting en autobelastingen. Aan eiser is een overzicht verstrekt van de aangetroffen persoonsgegevens.
17. Op de zitting heeft de minister nader toegelicht dat er geen andere gegevens zijn aangetroffen zoals e-mails, notities of andere documenten. Als deze er waren geweest, had de minister ze gevonden in de algemene systemen en applicaties, omdat belangrijke e-mails en notities ook daarin worden opgeslagen. Er is dus – zo heeft de minister uitgelegd – dus wel naar dergelijke documenten/informatiedragers gezocht ondanks de formele stelling van de minister op dit punt, genoemd in rechtsoverweging 15 hiervoor, maar dergelijke informatiedragers zijn niet aangetroffen. De rechtbank ziet geen aanleiding om hieraan te twijfelen.
17. Naar aanleiding van de ministers opmerking in het verweerschrift dat rechtsvormen geen natuurlijke personen zijn en derhalve niet onder de reikwijdte van de AVG vallen, heeft de minister op de zitting desgevraagd toegelicht dat er wel is gezocht naar eisers persoonsgegevens in het dossier van zijn eenmanszaak (de garage), maar dat er niet meer persoonsgegevens zijn aangetroffen dan op het verstrekte overzicht staan opgenomen. Nu in het primaire besluit ook staat dat is gezocht in de systemen en applicaties die betrekking hebben op de omzetbelasting én in het overzicht de KVK-nummers en handelsnamen van eisers bedrijf staan vermeld, ziet de rechtbank geen reden om hieraan te twijfelen.
17. Eiser heeft aangevoerd dat het niet aannemelijk is dat er niet meer gegevens zijn verwerkt, omdat uit het boetebesluit van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) van 7 april 2022 blijkt dat de AP over veel meer gegevens beschikte waaruit zij de conclusie kon trekken dat er sprake is geweest van discriminatoir handelen bij de registratie in de FSV. De minister heeft hierover gesteld dat bij andere mensen in de FSV inderdaad discriminerende aantekeningen zijn aangetroffen, maar dat dat bij eiser niet het geval is. De rechtbank ziet geen reden om hieraan te twijfelen.
17. Eiser heeft verder gesteld dat er meer informatie moet zijn over (i) de reden waarom hij in de FSV stond opgenomen dan alleen zijn aangifte inkomstenbelasting 2021, dit mede in het licht van de AKI vermelding op het overzicht, (ii) een inval in zijn garage, (iii) dat er bijzondere persoonsgegevens (bijvoorbeeld etniciteit) moeten zijn verwerkt, (iv) dat uit de besluitvorming blijkt dat Belastingkantoor Midden Nederland betrokken was, zodat er dus informatie moet zijn (besluiten/verslagen/mails enzovoort) waaruit blijkt waarom het signaal met betrekking tot eiser door Belastingkantoor Midden Nederland is doorgegeven aan de FSV, en (v) dat er mogelijk door de FSV registratieproblemen zijn geweest met een horecavergunning, er intensieve belastingcontroles zijn geweest en er sprake is geweest van een foute codering op de garage wat tot te hoge belastingaanslagen heeft geleid.
17. Naar het oordeel van de rechtbank doen deze stellingen aan het voorgaande niet af. Deels omdat deze stellingen niet (afdoende) zijn onderbouwd, en deels omdat de stellingen – anders dan eiser van mening is – niet noodzakelijkerwijs tot gevolg hebben dat er meer persoonsgegevens moeten zijn verwerkt dan opgenomen op het aan eiser verstrekte overzicht. Daarbij komt dat de minister ten aanzien van de door eiser gestelde verwerking van zijn etniciteit op de zitting uitdrukkelijk heeft bevestigd dat in de systemen van de Belastingdienst geen registraties van afkomst of etniciteit zijn aangetroffen. Eiser heeft geen concrete aanwijzingen naar voren gebracht die reden geven om hieraan te twijfelen.
17. Daarbij komt verder dat de minister ten aanzien van de gestelde inval in de garage heeft toegelicht dat hij daarmee niet bekend is, maar dat deze mogelijk door de FIOD is verricht, waarmee geen directe gegevensuitwisseling plaatsvindt. Ook heeft de minister toegelicht dat uit het onderzoek Buitengewoon Blauw naar de gevolgen van de FSV registratie voor eiser juist blijkt dat dergelijke door eiser in het voorgaande gestelde gevolgen er niet zijn geweest. En tot slot heeft de minister onderkend dat er inderdaad sprake is geweest van een foute code op de garage wat tot te hoge heffingen heeft geleid voor de garage, maar dat dit is hersteld, en dat dit bovendien geen persoonsgegevens van eiser zelf betreffen en dus niet onder de reikwijdte van het verzoek vallen.
17. Eiser heeft ook nog aangevoerd dat hij op grond van artikel 15, eerste lid, van de AVG recht heeft op informatie over geautomatiseerde besluitvorming als daarvan sprake is. Omdat de minister geen gegevens heeft verstrekt over een menselijke beoordeling om eiser in de FSV te plaatsen, moet wel sprake zijn geweest van geautomatiseerde besluitvorming. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister afdoende toegelicht dat eiser niet als gevolg van geautomatiseerde besluitvorming in de FSV is geregistreerd, maar dat dit een beslissing van een medewerker is geweest naar aanleiding van eisers aangifte inkomstenbelasting over 2012.
17. De rechtbank komt gezien dit alles tot de conclusie dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de zoekslag niet afdoende is geweest en er meer persoonsgegevens moeten zijn verwerkt dat opgenomen op het verstrekte overzicht.
Voldoet het verstrekte overzicht aan de eisen?
17. Eiser heeft aangevoerd dat de minister hem een kopie moet verstrekken van de documenten waarin zijn persoonsgegevens voorkomen. Dit volgt de rechtbank niet. Het is vaste rechtspraak- zoals ook hiervoor overwogen in rechtsoverweging 8 - dat de verplichting een ‘kopie van de persoonsgegevens’ te verstrekken op grond van artikel 15, derde lid, van de AVG niet betekent dat een bestuursorgaan verplicht is een kopie te verstrekken van de documenten waarin die persoonsgegevens voorkomen. Een bestuursorgaan mag ook voor een andere vorm kiezen, mits met de gekozen wijze van verstrekking maar aan het doel van artikel 15, derde lid, van de AVG wordt voldaan.