In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 18 april 2025, zijn meerdere beroepen van eiser tegen het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht aan de orde. Eiser heeft herhaaldelijk verzocht om inzage in zijn persoonsgegevens uit zijn personeelsdossier op basis van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat eiser op 2 december 2022 inzage heeft gekregen in zijn volledige personeelsdossier. De huidige beroepen zijn ingesteld tegen besluiten van het college over verzoeken die eiser heeft ingediend tussen 6 maart 2023 en 8 augustus 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser met deze beroepen niets meer kan bereiken dan hij al heeft, aangezien hij al toegang heeft tot zijn gegevens en er geen nieuwe gegevens zijn die het college zou moeten verstrekken. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn, omdat eiser geen procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van de zaken. Eiser krijgt geen griffierecht terug en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat als eiser doorgaat met het indienen van verzoeken en beroepsprocedures zonder procesbelang, dit kan leiden tot een oordeel over misbruik van procesrecht, wat kan resulteren in veroordeling in proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.