Uitspraak
1.De procedure
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
Het is de werkgever niet toegestaan de journalist beperkingen op te leggen in de uitoefening van zijn beroep als journalist na het beëindigen van het dienstverband.”.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert een werknemer, die sinds 1 januari 2005 in dienst is bij een uitgeverij, dat de CAO voor het Uitgeversbedrijf (CAO UB) van toepassing is op zijn arbeidsovereenkomst. De werknemer stelt dat de werkgever loonsverhogingen had moeten doorvoeren en dat de relatie- en concurrentiebedingen in de arbeidsovereenkomst nietig zijn. De werkgever is inmiddels failliet verklaard, wat heeft geleid tot een schorsing van de procedure voor de verifieerbare vorderingen. De kantonrechter heeft de overige vorderingen van de werknemer toegewezen, waarbij hij oordeelt dat de CAO UB van toepassing is geweest op de arbeidsovereenkomst gedurende de algemeen verbindend verklaring. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de relatie- en concurrentiebedingen in strijd zijn met de CAO UB en daarom nietig zijn. De vorderingen tot vernietiging van deze bedingen voor de periodes waarin de CAO UB niet algemeen verbindend was, zijn ook toegewezen. De kantonrechter heeft de beslissing over de vordering tot verstrekking van salarisspecificaties aangehouden, gezien de samenhang met de geschorste vorderingen.