ECLI:NL:RBMNE:2025:2743
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze zaak heeft eiseres op 5 juli 2024 beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen, omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 1 februari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De Dienst Toeslagen heeft op 22 juli 2024 een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft de zaak op 18 maart 2025 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van eiseres aangegeven dat de Dienst Toeslagen inmiddels een besluit heeft genomen op 25 november 2024. Dit besluit werd besproken in het gedingstuk van 3 maart 2025, waarin werd gesteld dat eiseres geen procesbelang meer had, maar dat het beroep wel terecht was ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het besluit van 25 november 2024 de aanvraag van eiseres heeft behandeld, waardoor het procesbelang van eiseres bij het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit is komen te vervallen.
De rechtbank heeft daarom het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is de Dienst Toeslagen veroordeeld in de proceskosten van eiseres, omdat het beroep niet tijdig terecht was ingesteld. De kosten zijn berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij de bijstand door een gemachtigde is gewaardeerd op € 907,-. De uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich en is openbaar uitgesproken op 11 april 2025.