ECLI:NL:RBMNE:2025:2744
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag om aanvullende compensatie voor werkelijke schade
In deze zaak heeft eiser op 11 juli 2024 beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen, omdat deze niet tijdig had beslist op zijn aanvraag om aanvullende compensatie voor werkelijke schade. De aanvraag was op 5 december 2022 door de Dienst Toeslagen bevestigd. Op 22 juli 2024 heeft de Dienst Toeslagen een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft de zaak op 18 maart 2025 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eiser als verweerder aanwezig waren.
Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van eiser verklaard dat de Dienst Toeslagen inmiddels een besluit heeft genomen, waardoor eiser geen procesbelang meer heeft in deze procedure. Dit besluit was op 31 januari 2024 genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het procesbelang van eiser is komen te vervallen, omdat er geen gronden meer zijn tegen het alsnog genomen besluit van de Dienst Toeslagen.
De rechtbank heeft daarom het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is de Dienst Toeslagen veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 907,-. De uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich en is openbaar uitgesproken op 11 april 2025.