In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 2 mei 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres, woonachtig in Suriname, had een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 21 december 2021. Verweerder, de Dienst Toeslagen, heeft niet tijdig beslist op deze aanvraag, wat heeft geleid tot het indienen van een beroep door eiseres. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres op correcte wijze in beroep is gegaan na een ingebrekestelling op 2 januari 2025. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het betaalde griffierecht van € 53,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om tijdig besluiten te nemen en de gevolgen van het niet naleven van wettelijke termijnen.