Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juni 2025 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats] , eiseres
De Minister van Financiën, t.a.v. de Programmadirecteur Schulden
Procesverloop
Totstandkoming van het besluit
- een schuld bij de Kredietbank Nederland ter hoogte van € 3.135,11;
- een schuld bij The Rent Company ter hoogte van € 422,50, en;
- een schuld bij The Rent Company ter hoogte van € 119,90.
Beoordeling door de rechtbank
Wat is het toetsingskader?
1 juni 2021 opeisbaar waren. [3] Hoofdsommen van leningen worden niet overgenomen, tenzij die vanwege betalingsachterstanden opeisbaar zijn geworden. [4]
1 juni 2021 heeft plaatsgevonden en er dus niet aan de voorwaarden is voldaan. Eiseres heeft in beroep alleen het standpunt ingenomen dat de schuld aan de Kredietbank Nederland voor 1 juni 2021 is opgeëist en dat daarmee aan de voorwaarden is voldaan. Zij heeft dit niet van een nadere toelichting voorzien. Eiseres en/of haar gemachtigde zijn vervolgens niet op zitting verschenen, zodat ook ter zitting niet nader kon worden ingegaan op de vraag wat volgens eiseres in het bestreden besluit van de minister niet klopte. Eiseres heeft naar het oordeel van de rechtbank hiermee de afwijzing van de betaling onvoldoende betwist. Daarbij komt dat de rechtbank het standpunt van de minister kan volgen. De minister heeft voldoende toegelicht en gemotiveerd dat uit de brieven van 21 september en 5 oktober 2021 volgt dat de Kredietbank Nederland pas vanaf dat moment de nodige consequenties aan de betalingsachterstand tegenover eiseres heeft verbonden. De afbetaling van deze private schuld is dan ook terecht geweigerd.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
J.M.J. Kooistra, griffier.Uitgesproken in het openbaar op 18 juni 2025.