In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 12 juni 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Dienst Toeslagen inzake compensatie voor kinderopvangtoeslag, maar de Dienst had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had haar bezwaar op 18 oktober 2024 ingediend, maar de beslistermijn was overschreden. De rechtbank oordeelde dat eiseres terecht beroep had ingesteld, omdat de Dienst Toeslagen in gebreke was gebleven. De rechtbank heeft bepaald dat de Dienst alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de Dienst de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 453,50, en het betaalde griffierecht van € 53,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.