In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 27 juni 2025, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Dienst Toeslagen inzake de compensatie kinderopvangtoeslag, maar stelde dat verweerder niet tijdig had beslist op zijn bezwaar van 23 augustus 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiser terecht beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft besloten dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum van 13 mei 2026. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op een vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 453,50 en het betaalde griffierecht van € 53,- moet door verweerder aan eiser worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.