ECLI:NL:RBMNE:2025:3212

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 juni 2025
Publicatiedatum
3 juli 2025
Zaaknummer
590701
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake terugbetaling van pgb-gelden door gedaagde aan Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 18 juni 2025 een vonnis gewezen in een civiele procedure tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde. Zilveren Kruis, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.C. van der Salm, heeft op 13 maart 2025 een dagvaarding uitgebracht tegen de gedaagde, die niet tijdig een conclusie van antwoord heeft ingediend. De rechtbank heeft besloten om geen akte te verlenen aan de gedaagde, omdat deze niet binnen de gestelde termijn heeft gereageerd en geen uitstel heeft gevraagd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de beslissing om geen akte te verlenen bindend is en dat er geen feiten zijn aangevoerd die rechtvaardigen dat deze beslissing herzien zou moeten worden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de vorderingen van Zilveren Kruis niet zijn betwist en heeft deze toegewezen. De gedaagde is veroordeeld tot terugbetaling van een bedrag van € 98.005,83 aan Zilveren Kruis, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 31 december 2018. Daarnaast is de gedaagde ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 9.088,78. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Zilveren Kruis het bedrag kan vorderen voordat de gedaagde in hoger beroep gaat.

De rechtbank benadrukt het belang van het procesrecht en de noodzaak om termijnen te respecteren om een goede procesorde te waarborgen. De beslissing om geen akte te verlenen is genomen om te voorkomen dat procedures onnodig worden vertraagd door het niet naleven van termijnen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/59070 I / HA ZA 25-167
Vonnis van 18 juni 2025
in de zaak van
1. de naamloze vennootschap
ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Leiden,
2. de naamloze vennootschap
ZILVEREN KRUIS ZORGKANTOOR N.V.,
gevestigd te Leiden, eiseressen,
advocaat mr. A.C. van der Salm te Den Haag,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] , gedaagde,
advocaat mr. D.D. Pietersz te Utrecht.
Eisers worden hierna gezamenlijk Zilveren Kruis genoemd. Gedaagde wordt [gedaagde] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Zilveren Kruis heeft op 13 maart 2025 een dagvaarding met producties laten betekenen aan [gedaagde] . De zaak is op de rol van 26 maart 2025 aangebracht. Mr. Pietersz heeft zich voor [gedaagde] gesteld waarna de zaak naar de rol van 7 mei 2025 is verwezen voor het nemen van een conclusie van antwoord. Mr. Pietersz heeft op die dag geen conclusie van antwoord namens [gedaagde] ingediend en ook niet tijdig om uitstel daarvoor gevraagd.
1.2.
De rechtbank heeft aan [gedaagde] akte niet dienen verleend. Vervolgens heeft mr. Pietersz op 8 mei 2025 gevraagd of zij alsnog de conclusie van antwoord mocht indienen. Zilveren Kruis heeft daartegen bezwaar gemaakt. De rechtbank heeft, ook na een tweede bezwaar van mr. Pietersz, laten weten dat niet wordt teruggekomen op de beslissing om akte niet dienen te verlenen.
1.3.
De zaak is vervolgens naar de rol van 21 mei 2025 verwezen voor partijberaad.
C/16/590701 / HA ZA 25-167 2
18juni2025
Zilveren Kruis heeft gevraagd om vonnis te wijzen. Mr. Pietersz heeft namens [gedaagde] in een brief van 21 mei 2025 nogmaals gevraagd om terug te komen op de beslissing om akte niet dienen te verlenen.

2.De overwegingen

2.1.
De rechtbank komt niet terug op de beslissing om aan [gedaagde] akte niet dienen te verlenen. Op grond van artikel 133 lid 4 Rv vervalt het recht om een proceshandeling te verrichten, in dit geval de conclusie van antwoord in te dienen, als de proceshandeling niet binnen de gestelde termijn is verricht en daarvoor geen uitstel is gekregen. In dat geval wordt op de rol akte niet dienen verleend. De eisen van een goede procesorde kunnen, op grond van de feiten en omstandigheden van het geval, meebrengen dat het onaanvaardbaar is om akte niet dienen te verlenen. Ook als aan de voorwaarden van artikel 133 lid 4 Rv is voldaan.
2.2.
Volgens vaste rechtspraak is de beslissing om een akte niet dienen te verlenen een bindende eindbeslissing.1 Als de rechtbank constateert dat deze eindbeslissing op een onjuiste juridische offeitelijke grondslag berust, is de rechter bevoegd om de eindbeslissing te heroverwegen. [gedaagde] heeft geen feiten of omstandigheden gesteld op grond waarvan de rechtbank nu tot de beslissing zou kunnen komen dat het onaanvaardbaar was om akte niet dienen te verlenen. Mr. Pietersz heeft in haar brief van 21 mei 2025 geschreven dat er sprake was van een administratieve vergissing waardoor de conclusie van antwoord niet tijdig is ingediend. Dat is niet voldoende om terug te komen op de beslissing om akte niet dienen te verlenen. Er is geen sprake van een feitelijke of juridisch onjuiste beslissing.
2.3.
De rechtbank realiseert zich dat het verlenen van akte niet dienen een strenge en fonnalistische beslissing kan lijken. Zeker nu mr. Pietersz heeft voorgesteld om de conclusie van antwoord alsnog een week later in te dienen. Het procesrecht heeft echter ook als doel om procedures in goede orde te laten verlopen. Dat lukt niet als er te snel een uitzondering kan worden gemaakt op iedere harde termijn die in het procesrecht geldt, zoals de termijn voor het indienen van processtukken waar geen uitstel voor is gekregen.
2.4.
Er wordt nu eindvonnis gewezen. Het inhoudelijke debat over de vorderingen van Zilveren Kruis zal moeten worden gevoerd in een eventueel hoger beroep. In deze procedure zijn de vorderingen van Zilveren Kruis niet betwist. De vorderingen komen de rechtbank ook niet onrechtmatig of ongegrond voor. Daarom worden de (primaire) vorderingen toegewezen.
2.5.
[gedaagde] zal worden veroordeeld om de uitbetaalde pgb-gelden en de onderzoekskosten aan Zilveren Kruis terug te betalen. Dat is in totaal een bedrag van
€ 98.005,83. Dat bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente (als bedoeld in artikel 6:119 BW) vanaf 31 december 2018.
2.6.
Ook moet [gedaagde] de proceskosten (inclusief nakosten) van Zilveren Kruis betalen. De kosten van Zilveren Kruis worden begroot op:
- dagvaarding € 120,78
1 Zie ook Hoge Raad 16 december 2022. ECLI:NL:HR:2022:1873.
C/16/590701 / HA ZA 25-167 3
18juni2025
- griffierecht
- salaris advocaat
- nakosten Totaal
€ 6.861,00
€ 1.929,00 (l punt x tariefV)
€ 178.00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
€ 9.088,78
2.7.
Ook heeft Zilveren Kruis wettelijke rente over de proceskosten gevorderd. Dit wordt toegewezen op de wijze zoals in de beslissing wordt vermeld.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
wijst het verzoek van [gedaagde] om terug te komen op de verleende akte niet dienen af,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van€ 98.005,83 aan Zilveren Kruis, te vermeerderen met de wettelijke rente (als bedoeld in artikel 6:119 BW) over dit bedrag vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van betaling,
3.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, aan de kant van Zilveren Kruis tot op vandaag begroot op € 9.088,78, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet hij € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening, en te venneerderen met de wettelijke rente (als bedoeld in ai1ikel 6:119 BW) over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot aan de dag van betaling,
3.4.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de veroordelingen in 3.2. en 3.3., uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.A.J. Purcell en in het openbaar uitgesproken op 18 juni 2025.
type: 5427 (NLK)
colt: