Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Samen Veilig Midden-Nederland, gevestigd te Utrecht,
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 1 mei 2025;
- het verzoek tot specificatie van de zorgregeling van de vader van 5 juni 2025;
- de gespreksverslagen en bevindingen van de GI van 6 juni 2025;
- de producties van de vader van 6 juni 2025.
(echtscheiding)behandeld, waarop in een aparte beschikking is beslist.
- mevrouw [A] en mevrouw [B] , vertegenwoordigers van de GI;
- mevrouw [C] van Kind en ik.
2.De feiten
- iedere vrijdagmiddag om 16.30 uur hebben de kinderen en de vader een videobelmoment voor de duur van in ieder geval vijf minuten;
- de kinderen zijn eerst twee weken achter elkaar, vanaf het moment dat Het Opstapje beschikbaar is, op zondag bij de vader van 10.00 uur tot 14.00 uur, waarbij de overdracht en het omgangsmoment worden begeleid door hulpverlening van Het Opstapje en waarbij de partner van de vader en haar kind niet aanwezig zijn bij de omgang;
- op de twee zondagen daarna zijn de kinderen van 10.00 uur tot 18.30 uur bij de vader, waarbij de overdracht wordt begeleid door Het Opstapje en waarbij de partner van de vader en haar kind niet aanwezig zijn bij de omgang;
- daarna zijn de kinderen de ene week op zondag van 10.00 uur tot 18.30 uur (na het avondeten) bij de vader en de andere week op zaterdag van 15.30 uur (na de zwemles) tot en met zondag 18.30 uur (na het avondeten), waarbij de overdracht zo lang als nodig wordt begeleid door Het Opstapje.
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
(echtscheiding)nog een definitieve beslissing genomen moet worden op de verzoeken van de ouders over de zorgregeling en de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] . In die procedure heeft de vader geen gewijzigd verzoek gedaan tot vaststelling van een zorgregeling. Uit hetgeen naar voren is gebracht tijdens de zitting leidt de kinderrechter echter af dat de vader de zorgregeling zoals de GI die heeft verzocht, ook wenst (met de door hem verzochte specificatie van de weekenden). Dat vat de rechtbank in die procedure op als een verzoek van de vader tot vaststelling van dezelfde zorgregeling als de in deze procedure door de GI verzochte zorgregeling. De kinderrechter vindt het niet wenselijk dat zowel in de onderhavige procedure, als in de echtscheidingsprocedure een zorgregeling wordt vastgesteld. Er kan dan immers verwarring of onduidelijkheid ontstaan wanneer één van beide in de toekomst wordt gewijzigd. De kinderrechter wijst het onderhavige verzoek van de GI dan ook af, bij gebrek aan belang.
6.De beslissing
- degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.