ECLI:NL:RBMNE:2025:3314

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 juli 2025
Publicatiedatum
8 juli 2025
Zaaknummer
11507831
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurkoopovereenkomst en terugvordering leasetermijnen Volkswagen Polo

In deze zaak heeft eiseres, een B.V., een leaseovereenkomst gesloten met gedaagde voor een Volkswagen Polo. Gedaagde heeft gedurende zes maanden niet betaald, wat eiseres ertoe heeft aangezet om de overeenkomst te ontbinden en de auto terug te vorderen, evenals de achterstallige leasetermijnen en een schadevergoeding. Gedaagde heeft erkend dat hij niet alle leasetermijnen heeft betaald, maar verzocht om een betalingsregeling. De kantonrechter heeft geoordeeld dat eiseres de overeenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden, omdat gedaagde zijn verplichtingen niet is nagekomen. De kantonrechter heeft de hoofdvordering van eiseres toegewezen en enkele nevenvorderingen afgewezen. Gedaagde is veroordeeld tot betaling van € 11.506,66, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten, en moet de auto binnen 72 uur na betekening van het vonnis teruggeven. De proceskosten zijn ook voor gedaagde, die in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 11507831 \ UC EXPL 25-649
Vonnis van 2 juli 2025
in de zaak van
[eiser] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: M. Kalf,
tegen
[gedaagde] H/O [handelsnaam],
wonende in [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 8 januari 2025,
- het proces-verbaal van de civiele rolzitting van 29 januari 2025, aan te merken als de conclusie van antwoord,
- de akte met producties van de zijde van [eiser] van 26 mei 2025.
1.2.
Op 6 juni 2025 heeft er een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Hierbij waren namens [eiser] [A] , [B] en haar gemachtigde M. Kalf aanwezig. [gedaagde] was niet aanwezig. [eiser] heeft de vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat er is besproken.
1.3.
Ten slotte heeft de kantonrechter partijen laten weten dat vonnis zal worden gewezen. Dit vonnis is een week eerder dan gepland bij vervroeging uitgesproken.

2.De kern van de zaak

2.1.
[gedaagde] heeft een Volkswagen Polo van [eiser] geleased. Hij zou hiervoor maandelijks een bedrag van € 230,39 aan [eiser] betalen. [eiser] zegt dat [gedaagde] dit niet heeft gedaan en eist daarom dat [gedaagde] de auto teruggeeft en dat hij de achterstallige leasetermijnen en een contractueel bepaalde schadevergoeding aan haar betaalt. In totaal € 11.445,99. [gedaagde] zegt dat hij inderdaad zes maanden niet heeft betaald, maar dat hij daar graag een betalingsregeling voor wil. Hij zegt ook dat hij de lopende leasetermijnen wel betaalt. [eiser] betwist dit.
2.2.
De kantonrechter zal de hoofdvordering van [eiser] toewijzen. Enkele van de nevenvorderingen worden afgewezen.

3.De beoordeling

[eiser] mocht de overeenkomst tussen partijen ontbinden
3.1.
De kantonrechter oordeelt allereerst dat [eiser] de overeenkomst tussen partijen rechtsgeldig heeft ontbonden. [eiser] en [gedaagde] hebben op 21 september 2022 een huurkoopovereenkomst voor een Volkswagen Polo gesloten. De overeenkomst is aangegaan voor de duur van 60 maanden. Op grond van de algemene voorwaarden bij de overeenkomst, mocht [eiser] de overeenkomst tussen partijen ontbinden, wanneer [gedaagde] zijn verplichtingen uit de overeenkomst niet zou nakomen. [1] [gedaagde] heeft volgens [eiser] slechts negentien maanden de verschuldigde leasetermijnen betaald. [gedaagde] heeft erkend niet alle leasetermijnen betaald te hebben. [eiser] mocht dan ook de overeenkomst ontbinden: de gevorderde verklaring voor recht en afgifte van de auto zijn daarom toewijsbaar. Ten aanzien van de gevorderde dwangsommen is geen verweer gevoerd, die zullen daarom ook worden toegewezen zoals verzocht.
3.2.
Dat [gedaagde] tijdens de rolzitting van 29 januari heeft gezegd dat hij de lopende leasetermijnen wel betaalt, maakt dit niet anders. Dit wordt namelijk betwist door [eiser] en [gedaagde] heeft geen nader bewijs geleverd van zijn stelling. Daarom komt niet vast te staan dat [gedaagde] na het uitbrengen van de dagvaarding nog leasetermijnen heeft betaald.
[gedaagde] moet € 11.445,99 aan [eiser] betalen
3.3.
Uit de algemene voorwaarden bij de overeenkomst volgt vervolgens dat [gedaagde] bij voortijdige ontbinding van de overeenkomst, een schadevergoeding moet betalen gelijk aan de leasetermijnen die [gedaagde] zou moeten betalen wanneer de overeenkomst was blijven bestaan. [2] Aangezien de overeenkomst rechtsgeldig door [eiser] is ontbonden en [gedaagde] de schadevergoeding niet heeft betwist, zal de kantonrechter zal de vordering van [eiser] toewijzen.
3.4.
Omdat [gedaagde] te laat heeft betaald, moet hij ook de rente over dit bedrag betalen. Partijen zijn een contractuele rente van 1,5 % per maand overeengekomen. Dit zal [gedaagde] moeten betalen over de al verschenen termijnen, in totaal € 1.382,34. [eiser] heeft de rente tot 17 december 2024 berekend op € 60,67. De gevorderde toekomstige termijnen moeten worden gezien als een schadevergoeding, zodat over dit bedrag van € 10.063,65 niet de contractuele rente, maar de wettelijke rente zal worden toegewezen. [3]
De vorderingen tot betaling van € 1.040,60 en € 217,80 worden afgewezen
3.5.
De door [eiser] gevorderde kosten voor het innemen van de auto ter hoogte van € 1.040,60 en de kosten voor het doen van aangifte bij de politie ter hoogte van € 217,80 zijn op voorhand niet toewijsbaar nu deze kosten nog niet zijn gemaakt en evenmin vaststaat dat deze kosten gemaakt gaan worden. [eiser] stelt dat [gedaagde] deze kosten verschuldigd is op grond van artikel 43 van de algemene voorwaarden. De kantonrechter is van oordeel dat uit artikel 43 van de algemene voorwaarden niet kan worden afgeleid dat [gedaagde] deze specifieke kosten verschuldigd is. Nu door [eiser] geen andere grondslag voor deze kosten is gesteld, zal dit deel van de vordering worden afgewezen.
[gedaagde] moet de buitengerechtelijke incassokosten betalen
3.6.
[eiser] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De vordering moet worden beoordeeld op grond van artikel 6:96 BW en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). Partijen zijn een vergoeding overeengekomen die van de wettelijke regeling afwijkt. Omdat [gedaagde] heeft gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf, mag van de wettelijke regeling worden afgeweken. Daarom zal de vordering worden getoetst aan de oriëntatiepunten in het Rapport BGK-integraal, maar met toepassing van de wettelijke tarieven die geacht worden redelijk te zijn. Het bedrag dat [eiser] heeft gevorderd is hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. De kantonrechter zal het bedrag daarom matigen tot € 889,46. Daarnaast wordt de wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten toegewezen.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
3.7.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
123,73
- griffierecht
1.461,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.531,73
3.8.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
De beslissing zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard
3.9.
De kantonrechter zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is gevorderd door [eiser] . Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als één van partijen hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissing van de kantonrechter geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
verklaart voor recht dat de huurkoopovereenkomst tussen [eiser] en [gedaagde] met betrekking tot de Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] , is ontbonden,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot afgifte van de Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] aan [eiser] , dan wel een door [eiser] aan te wijzen derde, binnen 72 uur na betekening van dit vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat hij met de afgifte in gebreke blijst, met een maximum van € 11.000,00,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 11.506,66, zijnde € 11.445,99 aan hoofdsom en € 60,67 aan rente, te vermeerderen met de overeengekomen rente van 1,5% per maand over € 1.382,34, vanaf 17 december 2024, tot de dag van volledige betaling, en vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over een bedrag van € 10.063,65 vanaf 8 januari 2025 tot de dag van volledige betaling,
4.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 889,46 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek, indien dit bedrag na betekening niet door de deurwaarder vermelde termijn plaatsvindt,
4.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 2.531,73, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.6.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
4.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.P. van Tricht en in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2025.
62938

Voetnoten

1.Artikel 43 Algemene voorwaarden.
2.Artikel 43 Algemene voorwaarden.
3.Artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek.