In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 28 mei 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Dienst Toeslagen inzake de compensatie voor kinderopvangtoeslag, maar de Dienst Toeslagen had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had op 16 juli 2024 bezwaar gemaakt, maar de beslistermijn was overschreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Dienst Toeslagen in gebreke was gesteld op 20 januari 2025 en dat eiseres op 18 maart 2025 beroep had ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Dienst Toeslagen alsnog een besluit moet nemen, met een uiterste datum van 15 januari 2026. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten van € 453,50 en het betaalde griffierecht van € 53,- moet door de Dienst Toeslagen worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.