In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 10 juli 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Dienst Toeslagen inzake compensatie voor kinderopvangtoeslag, omdat zij van mening was dat er niet tijdig op haar bezwaar was beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn was overschreden. Eiseres had op 24 oktober 2024 bezwaar gemaakt, maar de Dienst Toeslagen had pas op 30 oktober 2024 een definitieve beschikking genomen. De wettelijke beslistermijn voor het nemen van een besluit op bezwaar was verstreken op 27 februari 2025, en eiseres heeft pas op 22 mei 2025 beroep ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Dienst Toeslagen alsnog een besluit moet nemen, met een termijn van uiterlijk 23 april 2026. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten ter hoogte van € 453,50 en het betaalde griffierecht van € 53,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.