ECLI:NL:RBMNE:2025:3567

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 juli 2025
Publicatiedatum
18 juli 2025
Zaaknummer
UTR 25/923
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van verzoek om informatie op grond van de Wet open overheid door Stichting House of Animals Foundation

Op 9 juli 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting House of Animals Foundation en de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. De zaak betreft een beroep dat door verzoekster is ingediend op 1 februari 2025, omdat verweerder niet tijdig had beslist op haar verzoek om informatie op basis van de Wet open overheid (Woo). Verweerder heeft op 19 maart 2025 alsnog een besluit genomen, waarna verzoekster het beroep heeft ingetrokken en een vergoeding voor haar proceskosten heeft gevraagd. Verweerder heeft op 16 mei 2025 gereageerd op dit verzoek.

De rechtbank heeft besloten de uitspraak te doen zonder partijen voor een zitting uit te nodigen, omdat zij voldoende informatie had om het verzoek te beoordelen. De rechtbank overweegt dat, indien het beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift tegemoet is gekomen, de rechtbank kan bepalen dat verweerder de proceskosten van de indiener moet betalen, zoals vastgelegd in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).

Verweerder heeft geen bezwaar tegen de betaling van de proceskosten van verzoekster. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 453,50, gebaseerd op 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor van 0,5. Daarnaast is verweerder verplicht het door verzoekster betaalde griffierecht van € 385,- te vergoeden, zoals bepaald in artikel 8:41, zevende lid, van de Awb. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot betaling van € 453,50 aan proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 25/923

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 juli 2025 in de zaak tussen

Stichting House of Animals Foundation, te Utrecht, verzoekster

(gemachtigde: mr. M. van Duijn),
en

de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat verzoekster heeft ingediend op 1 februari 2025, omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op haar verzoek om informatie op grond van de Wet open overheid (Woo).
Verweerder heeft op 19 maart 2025 alsnog een besluit genomen op de aanvraag van verzoekster. Verzoekster heeft het beroep daarna ingetrokken en een vergoeding gevraagd voor haar proceskosten.
Verweerder heeft op 16 mei 2025 gereageerd op dit verzoek.

Overwegingen

1. De rechtbank doet deze uitspraak zonder partijen voor een zitting uit te nodigen, omdat zij vindt dat zij voldoende informatie heeft om het verzoek te beoordelen. [1]
2. Als het beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift (dus aan verzoekster) tegemoet is gekomen, kan de rechtbank bepalen dat verweerder de proceskosten van de indiener van het beroepschrift moet betalen
.Dat staat in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
3. Verweerder heeft gereageerd op het verzoek van verzoekster en heeft er geen bezwaar tegen om de proceskosten van verzoekster te betalen.
4. De rechtbank stelt de proceskosten van verzoekster die verweerder moet betalen vast op
€ 453,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van
€ 907,- en een wegingsfactor 0,5). [2]
5. Uit het bepaalde in artikel 8:41, zevende lid, van de Awb volgt dat verweerder verplicht is het door verzoekster betaalde griffierecht van € 385,- te vergoeden. Dit volgt rechtstreeks uit de wet.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt verweerder tot betaling van € 453,50 aan proceskosten.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. van der Knijff, rechter, in aanwezigheid van E.J.H.C. Hui, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2025.
De griffier is verhinderd deze rechter
uitspraak te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.

Voetnoten

1.Artikel 8:75a in combinatie met artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht.
2.Conform de uitspraak van de Afdeling van 2 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1796.