ECLI:NL:RBMNE:2025:3642
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen het niet tijdig beslissen op een aanvraag om herbeoordeling van een WIA-uitkering
Op 18 juli 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door R. van den Brink, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres had op 14 augustus 2024 een aanvraag om herbeoordeling van haar WIA-uitkering ingediend. De rechtbank constateert dat het Uwv te laat heeft beslist op deze aanvraag, wat ook door het Uwv in zijn verweerschrift van 27 mei 2025 is erkend. Eiseres had het Uwv op 18 december 2024 een ingebrekestelling gestuurd, maar er is sindsdien geen besluit genomen. De rechtbank bepaalt dat het Uwv binnen vier maanden na de uitspraak alsnog een beslissing moet nemen. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding van € 453,50 voor de proceskosten en het griffierecht van € 385,- moet door het Uwv aan eiseres worden betaald. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit door het Uwv.