Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Gezag en omgang
1.De procedure
- een bericht van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) van 13 januari 2025;
- een bericht van de Raad van 14 januari 2025;
- een bericht van de man van 14 januari 2025;
- een bericht van de Raad met als bijlage een rapport van 30 april 2025;
- een bericht van de moeder van 13 mei 2025;
- een gewijzigd verzoek van de vader van 15 mei 2025;
- een bericht van de moeder van 23 juni 2025
- een bericht van de vader van 23 juni 2025.
- een brief van de moeder van 4 juli 2025.
- de advocaat van de vader;
- de moeder met haar advocaat;
- [A] en [B] , namens de Raad.
- de vader met zijn advocaat;
- de advocaat van de moeder;
- [A] en [B] namens de Raad.
2.Waar de procedure over gaat
[minderjarige], geboren op [2019] in [geboorteplaats] .
- dat [minderjarige (voornaam)] na een opbouw één weekenddag per week onbegeleide omgang met de vader heeft van 10.00 uur tot 19.00 uur, en vervolgens na een periode van zes maanden: dat [minderjarige (voornaam)] structureel één weekend per veertien dagen van vrijdag uit school tot zondagavond bij de vader verblijft waarbij de vader [minderjarige (voornaam)] ophaalt uit school en de moeder [minderjarige (voornaam)] bij het adres van de vader ophaalt;
- één omgangsmoment door de week, specifiek gekoppeld aan een doordeweekse activiteit van [minderjarige (voornaam)] zoals zwemles, gymmen of dergelijke;
- een vakantieregeling (is door de vader verwerkt in een schema);
- dat er een dwangsom wordt vastgesteld van € 500,- per keer dat de moeder de omgang niet nakomt;
- dat [minderjarige (voornaam)] onder toezicht wordt gesteld.
- dat de verzoeken van de vader ten aanzien van de omgang worden afgewezen;
- dat er een omgangsregeling wordt vastgesteld waarin in drie fases wordt toegewerkt naar onbegeleide omgang van één weekenddag per veertien dagen en in de andere week een woensdagmiddag gekoppeld aan een activiteit in [plaats 2] , bijvoorbeeld zwemles. De moeder heeft daarbij ook een veiligheidsplan opgesteld en wil dat de speltherapeut als onafhankelijke derde fungeert.
3.De beoordeling
- een reguliere omgangsregeling vaststellen waarin met een opbouw (zie rechtsoverweging 4.1.) wordt toegewerkt naar een omgangsregeling waarin [minderjarige (voornaam)] met de vader is: eens per veertien dagen van vrijdag uit school tot zondagavond 19.00 uur en één extra omgangsmoment per week gekoppeld aan bijvoorbeeld zwemles;
- bepalen dat de feestdagen bij helfte verdeeld moeten worden;
- ten aanzien van de vakanties bepalen dat gedurende de meivakantie van 2026 de reguliere regeling doorloopt, dat [minderjarige (voornaam)] in de zomer van 2026 twee aaneengesloten weken bij de vader is en vier weken bij de moeder is en dat vakanties met ingang van de herfstvakantie van 2026 bij helfte worden verdeeld;
- [minderjarige (voornaam)] onder toezicht stellen van Samen Veilig Midden-Nederland voor de duur van een jaar;
- een informatieregeling vaststellen die inhoudt dat de moeder de vader één keer per maand informatie stuurt over relevante zaken zoals de gezondheid van [minderjarige (voornaam)] , school en hobby’s;
- de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
“De wijze waarop de ouders hun geschiedenis met elkaar beschrijven is totaal verschillend. Volgens de moeder heeft de vader haar verkracht en heeft hij fysiek en mentaal geweld tegen haar gebruikt tijdens de relatie. Vroeger en ook nu is volgens de moeder sprake van dwingende controle van de vader naar de moeder. Dit alles trekt een zware wissel op de moeder en haar welzijn. Zij volgt intensieve traumatherapie om de gebeurtenissen te verwerken. De moeder herkent signalen van zichzelf bij [minderjarige (voornaam)] . Mede hierdoor vindt de moeder het moeilijk om [minderjarige (voornaam)] naar de omgangsmomenten met de vader te brengen. (…) Vader herkent dat wat de moeder vertelt in het geheel niet. Hij ontkent stellig dat hij de moeder (en [minderjarige (voornaam)] ) geweld heeft aangedaan. Volgens hem maakt de moeder zich dan ook schuldig aan smaad en laster. (…) Hoewel het vaststellen van feiten over het verleden als gezegd moeilijk is, kan er naar het oordeel van de rechtbank wel meer worden gedaan om te onderzoeken wat zich tussen de ouders heeft afgespeeld, nu dat dus ook van belang is voor de nu te nemen beslissingen”.
Dat is ook in lijn met wat de familierechter geacht wordt te doen, namelijk terugkijken naar wat zich in het
verleden(mogelijk) heeft afgespeeld, met het oog op het nemen van beslissingen
over de toekomst.
- [minderjarige (voornaam)] heeft de ruimte om een eigen beeld van haar vader te vormen;
- [minderjarige (voornaam)] wordt niet belast door de pijn en de emoties van de ouders over elkaar (als [minderjarige (voornaam)] naar de vader gaat moet zij de ruimte krijgen om het daar leuk te hebben en andersom);
- Er is zicht op de belevingswereld van [minderjarige (voornaam)] ;
- [minderjarige (voornaam)] heeft ouders die in staat zijn om, al dan niet via derden, afspraken te maken over de omgang en elkaar op de hoogte kunnen houden over hoe het met [minderjarige (voornaam)] gaat.
4.De beslissing
- gedurende vier weken: één keer per week gedeeltelijke begeleide omgang van 2,5 uur, waarbij zowel de start als ook de afronding bij [instelling] plaats vindt. Er wordt toegewerkt naar een extra omgangsmoment per week waarbij vader deels betrokken is bij de zwemles van [minderjarige (voornaam)] . Moeder brengt [minderjarige (voornaam)] naar [instelling] , vader neemt [minderjarige (voornaam)] vanuit daar mee naar zwemles. Aan het einde van de zwemles haalt moeder of iemand uit moeders netwerk [minderjarige (voornaam)] op bij de zwemles;
- na (in totaal) een periode van twee maanden wordt de omgang uitgebreid naar één weekenddag van 10.00 uur tot 19.00 uur (afhankelijk van het werkrooster van de vader) per week: de eerste drie weken vindt het omgangsmoment van 10.00 uur tot 14.00 uur plaats, na drie weken kan er steeds worden uitgebreid met één uur per week. De moeder of iemand uit haar netwerk brengt [minderjarige (voornaam)] en de vader brengt [minderjarige (voornaam)] terug naar de moeder of iemand uit moeders netwerk. Ondertussen is er ook steeds één extra omgangsmoment per week gekoppeld aan bijvoorbeeld zwemles, waarbij de moeder of iemand uit moeders netwerk [minderjarige (voornaam)] brengt en de vader [minderjarige (voornaam)] terugbrengt naar de moeder of iemand uit moeders netwerk;
- na (in totaal) een periode van zes maanden: uitbreiden naar één omgangsmoment per week van vrijdag tot zaterdag 19.00 uur. De vader haalt [minderjarige (voornaam)] uit school en brengt haar weer terug naar de moeder of iemand uit moeders netwerk. Ondertussen is er ook steeds één extra omgangsmoment per week gekoppeld aan bijvoorbeeld zwemles, waarbij de moeder of iemand uit moeders netwerk [minderjarige (voornaam)] brengt en de vader [minderjarige (voornaam)] terugbrengt naar de moeder of iemand uit moeders netwerk;
- na (in totaal) een periode van negen maanden: [minderjarige (voornaam)] heeft eens per veertien dagen omgang met de vader van vrijdag uit school tot zondagavond 19.00 uur. De vader haalt [minderjarige (voornaam)] uit school en brengt haar weer terug naar de moeder of iemand uit moeders netwerk. Ondertussen is er ook steeds één extra omgangsmoment per week gekoppeld aan bijvoorbeeld zwemles, waarbij de moeder of iemand uit moeders netwerk [minderjarige (voornaam)] brengt en de vader [minderjarige (voornaam)] terugbrengt naar de moeder of iemand uit moeders netwerk.