ECLI:NL:RBMNE:2025:4027

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 juli 2025
Publicatiedatum
29 juli 2025
Zaaknummer
C/16/576311 / HL ZA 24-150
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van de splitsingsakte van een Vereniging van Eigenaren en de gevolgen voor appartementseigenaars

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 juli 2025 een tussenvonnis gewezen in een geschil tussen appartementseigenaren en de Vereniging van Eigenaren (VvE) over de wijziging van de splitsingsakte. De VvE had besloten om de splitsingsakte te wijzigen, waardoor bepaalde onderhouds- en beheerstaak van de VvE overging naar de individuele appartementseigenaars. De eisers, die deel uitmaken van de VvE, vorderden vernietiging van dit besluit op grond van artikel 5:140b BW, omdat zij van mening waren dat de wijziging hun eigendomsverhouding raakte en zij daardoor schade zouden lijden. De rechtbank oordeelde dat de wijziging van de splitsingsakte niet de eigendomsverhouding van de appartementseigenaars wijzigde, en dat het besluit rechtsgeldig was genomen met de vereiste meerderheid van stemmen. De rechtbank stelde echter vast dat niet was aangetoond dat de eisers geen schade zouden lijden door de wijziging. De rechtbank gaf partijen de gelegenheid om een akte te nemen over de mogelijkheid van een redelijke schadeloosstelling voor de eisers. De zaak werd aangehouden voor verdere behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Lelystad
Zaaknummer: C/16/576311 / HL ZA 24-150
Vonnis van 23 juli 2025
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,2. [eiser sub 2] ,

beide wonende te [woonplaats] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eisers c.s] .,
advocaat: mr. R.A. van Rooijen te Amsterdam,
tegen
VERENIGING VAN EIGENAARS [gedaagde],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: VvE [gedaagde] ,
advocaat: mr. J.I. Jansen te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 24 mei 2024 met producties 1 tot en met 10;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 5;
- de akte overlegging producties 11 tot en met 14 van [eisers c.s] .;
- productie 6 van VvE [gedaagde] ;
- productie 15 van [eisers c.s] .;
- de mondelinge behandeling van 31 oktober 2024 en het daarvan opgemaakte proces-verbaal;
- de spreekaantekeningen van [eisers c.s] .;
- de spreekaantekeningen van VvE [gedaagde] .
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling is besloten om de zaak voor zes weken aan te houden om partijen de gelegenheid te geven om mediation te beproeven. Daarna is de procedure voortgezet en is partijen, zoals tijdens de mondelinge behandeling aangekondigd, de gelegenheid gegeven om een akte te nemen over het ambtshalve aanvullen van een rechtsgrond. [eisers c.s] . hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt. Die akte behoort tot het procesdossier. VvE [gedaagde] heeft aan de rechtbank medegedeeld dat zij zich ten aanzien van het ambtshalve aanvullen van een rechtsgrond refereert aan het oordeel van de rechtbank.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bij notariële akte van splitsing van 19 februari 2007 (hierna: de splitsingsakte) is een perceel grond met daarop te stichten opstallen in het gebied
2.x.4.j.te Almere gesplitst in 71 appartementsrechten. Bij de splitsingsakte is tevens het reglement van splitsing (hierna: het reglement) vastgesteld en is VvE [gedaagde] opgericht. De gestichte appartementen zijn aan elkaar geschakelde grondgebonden woningen met tuin, berging en één of twee parkeerplaatsen.
2.2.
In het reglement staat onder meer:
F. GEBRUIK, BEHEER EN ONDERHOUD VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEDEELTEN EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ZAKEN
Artikel 16
1.
De vereniging voert het beheer over – en draagt de zorg voor het onderhoud van – de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken.
(…)
Artikel 17
1.
Tot de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken worden onder meer gerekend, voor zover aanwezig:
a.
de funderingen, de dragende muren en de kolommen, het geraamte van het gebouw met de daarbij behorende (onder)grond, het ruwe metselwerk, de buitengevels, waaronder begrepen de ramen en raamkozijnen met glas, de deuren welke zich in de buitengevel en tussen de gemeenschappelijke gedeelten bevinden of de scheiding vormen tussen het gemeenschappelijk en het privé gedeelte, de daken, de schoorstenen en de ventilatiekanalen, het hek- en traliewerk, de erfafscheidingen (hagen, muren en betonnen banden) tussen de privé-gedeelten en de gemeenschappelijke gedeelten casu quo openbaar gebied (zoals nader omschreven in artikel 10 van voormelde akte van verkrijging), het (standaard) hang- en - sluitwerk aan kozijnen welke aan de butengevel van het gebouw zitten, alsmede de op de grond (binnenterrein) gelegen/aanwezige verlichting,
(…)”
2.3.
[eisers c.s] . zijn rechthebbenden van 1 van de 71 voornoemde appartementsrechten gelegen aan de [adres] , kadastraal bekend gemeente [gemeente] , sectie [sectie] , complexaanduiding [nummer 1] , appartementsindex [nummer 2] . Het appartementsrecht geeft blijkens de splitsingsakte het recht op het uitsluitend gebruik van een woning met tuin, berging en één parkeerplaats.
2.4.
Op 23 januari 2024 heeft de heer [voorzitter] , voorzitter van VvE [gedaagde] , een brief gestuurd aan haar leden in verband met structurele organisatorische en financiële problemen binnen de vereniging. In de brief staat onder meer:
3. Kadastraal splitsen of de VvE intact houden
Er is een wens bij bewoners om de VvE kadastraal te splitsen, zodat iedereen echt zijn eigen woning en grond heeft. Dit is praktisch niet uitvoerbaar door een1-persoons bestuur die ook nog de rest van de VvE erbij moet doen. Het haalbare alternatief is de VvE intact te laten en binnen het splitsingsreglement de ruimtes voor eigengebruik volledig privé te maken m.b.t. gebruik, onderhoud en reparatie.
Aan het kadastraal splitsen zitten een aantal grote nadelen die de praktische uitvoerbaarheid volledig in de weg staan, zoniet onmogelijk maken.
(…)
Daarmee is kadastraal splitsen realistisch gezien geen haalbaar scenario en zal ingezet moeten worden op het aanpassen van de splitsingsakte. Volgens de notaris en een eerder advies van een advocaat kan met het instant houden van de VvE, maar wijzigen van de splitsingsakte de woningen ook volledig privé gemaakt worden en de VvE ontlast worden. De binnenweg, speeltuintje, etc. valt dan nog wel onder de verantwoording van de VvE.
Als tussenoplossing is er door de vergadering gestemd om eerst de splitsingsakte van de VvE aan te passen. Hiermee zou deze in rustiger vaarwater komen en is er meer ruimte om het kadastrale splitsen op poten te zetten. Het kadastraal splitsen is dan de volgende stap.

4.De oplossing

Het vinden van een oplossing voor onze problemen in de VvE bestaat uit de volgende punten:

De VvE blijft bestaan, maar de splitsingsakte wordt gewijzigd.

Alles wat ingetekend is als privé wordt ook privé. Dit omvat het gebouw, de parkeerplaatsen, schuurtje en erfafscheidingen.

De bewoners worden zelf verantwoordelijk voor de onderhoud en reparatie hiervan.

Bijna alle regels ten aanzien eisen die goedkeuring van de VvE nodig hebben, komen te vervallen. Hiermee wordt het feitelijk een huis waarbij de regels en plichten alsof het in volledige eigendom. Uitzonderingen hierop zijn grove overtredingen of waarbij de leefbaarheid van de VvE in het geding komt.

Alleen de binnenweg, slagbomen, speeltuintje, meterkast, starterstuin met fietsenstalling en drainage vallen nog onder de verantwoordelijkheid van de VvE.”
Bij de brief is een bijlage gevoegd met een voorstel tot wijziging van het reglement van de splitsingsakte. In de bijlage staat onder meer:
Voorgestelde wijziging in het bestaande reglement (tekst ten behoeve van besluitvorming)
F. GEBRUIK, BEHEER EN ONDERHOUD VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEDEELTEN EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ZAKEN
Artikel 16
1.
De vereniging voert het beheer over – en draagt de zorg voor het onderhoud van – de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken.
(…)
Artikel 17
1.
Tot het gemeenschappelijke gedeelte en de gemeenschappelijke zaken worden gerekend, voor zover aanwezig en gelegen op het gemeenschappelijke gedeelte:
a.
de grond daar mee wordt bedoeld de binnenweg, de speeltuin, de aanwezige drainage, de slagbomen, de verlichting, de aanwezige meterkast ten behoeve van de verlichting en de slagboom op de grond en alles wat bij de hiervoor genoemde zaken behoort;
b.
de overige (voorzover aanwezige) collectieve voorzieningen.
2.
Tot de privé gedeelte en de privé zaken worden gerekend, voor zover aanwezig en gelegen op het privé gedeelte:
de funderingen, de dragende muren en de kolommen, het geraamte van de woning met de daarbij behorende (onder)grond, het ruwe metselwerk, de buitengevels, waaronder begrepen de ramen en raamkozijnen met glas, de deuren welke zich zowel in de woning als in de buitengevel bevinden, de daken, de schoorstenen en de ventilatiekanalen, het hek- en traliewerk, de erfafscheidingen (hagen, muren en betonnen banden) tussen de privé-gedeelten en de gemeenschappelijke gedeelten casu quo openbaar gebied, het (standaard) hang- en sluitwerk aan kozijnen welke aan de buitengevel van het gebouw zitten, alsmede de aanwezige verlichting;
(…)”
2.5.
Op 5 februari 2024 is door [A] VvE Beheer Nederland, gevolmachtigd beheerder van VvE [gedaagde] (hierna: [A] ), een brief aan [eisers c.s] . gestuurd. In de brief worden [eisers c.s] . uitgenodigd om aanwezig te zijn bij een extra (buitengewone) ledenvergadering van VvE [gedaagde] op 27 februari 2024. In de brief staat onder meer dat een stemming over het herinrichten van VvE [gedaagde] op de agenda van de ledenvergadering staat.
2.6.
[eisers c.s] . hebben op 26 februari 2024 een brief gestuurd aan VvE [gedaagde] waarin zij VvE [gedaagde] sommeren om gebreken aan hun woning te herstellen.
2.7.
Op 22 maart 2024 heeft [A] een brief gestuurd aan [eisers c.s] . waarin staat dat de concept notulen van de ledenvergadering van 27 februari 2024 via hun website te raadplegen zijn. In die notulen staat onder meer:
2. Presentielijst/vaststellen quorum
(…) Er zijn 64/71 stemmen aanwezig of vertegenwoordigd hiermee kunnen rechtsgeldige besloten genomen worden.

3.Stemmen herinrichten VvE

De leden hebben vooraf stem formulieren in kunnen vullen. De VZ en de heer [B] tellen de stemmen hieruit komt het volgende resultaat:

Voor: 64
Tegen: 0
Afwezige stemmen: 7
Totaal stemmen in de VvE: 71
Hiermee wordt besloten om de herinrichting zoals voorgesteld in het vergaderstuk “Herinrichting VvE [gedaagde] ” door te zetten. (Besluit) Aanwezige of gevolmachtigde eigenaren hebben tot maximaal 3 maanden na de vergadering om hun stem te wijzigen.”

3.Het geschil

3.1.
[eisers c.s] . vorderen dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. het besluit van VvE [gedaagde] van 27 februari 2024, strekkende tot wijziging van de splitsingsakte, vernietigt op grond van artikel 5:140b BW;
II. VvE [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dit vonnis.
3.2.
VvE [gedaagde] voert verweer. VvE [gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eisers c.s] ., dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eisers c.s] ., met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eisers c.s] . in de proceskosten van deze procedure.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank zal eerst de vraag beantwoorden of het besluit van 27 februari 2024 van VvE [gedaagde] rechtsgeldig genomen is. Daarna zal de vraag beantwoord worden of het beroep van [eisers c.s] . op vernietiging van het besluit slaagt.
Juridisch kader wijzigen van splitsingsakte
4.2.
Een akte van splitsing kan worden gewijzigd met medewerking van alle appartementseigenaren (artikel 5:139 lid 1 BW) of op grond van een besluit van een meerderheid van ten minste vier vijfden, of een zodanige grotere meerderheid als in de akte van splitsing is bepaald, van het aan de appartementseigenaars toekomende aantal stemmen (artikel 5:139 lid 2 BW). Een appartementseigenaar die niet voor het besluit heeft gestemd, kan bij de rechtbank vernietiging van het wijzigingsbesluit vorderen (artikel 5:140b lid 1 BW). De vordering tot vernietiging kan worden afgewezen, als de appartementseigenaar geen schade lijdt of hem een redelijke schadeloosstelling is geboden en hiervoor voldoende zekerheid is gesteld (artikel 5:140b lid 3 BW).
4.3.
In zijn arrest van 24 februari 2023 (ECLI:NL:HR:2023:286) heeft de Hoge Raad het toepassingsbereik van artikel 5:139 lid 2 BW voor bepaalde wijzigingsbesluiten beperkt. In dat arrest heeft de Hoge Raad onder meer als volgt overwogen:
“3.4.3. Art. 5:139 lid 2 BW maakt geen onderscheid naar gelang de aard van de beoogde wijziging. Het is evenwel de vraag of deze bepaling ook toepassing kan vinden als de wijziging inhoudt dat een gedeelte van het appartementencomplex dat een gemeenschappelijke bestemming heeft, wordt toegedeeld aan een van de appartementseigenaars. De totstandkomingsgeschiedenis van art. 5:139 lid 2 BW biedt geen aanknopingspunt voor een bevestigende of ontkennende beantwoording van deze vraag. Het toepasselijk achten van art. 5:139 lid 2 BW ligt echter niet voor de hand, nu toedeling een daad van beschikking is waarvoor levering vereist is en de vereniging van eigenaars slechts bevoegd is tot vertegenwoordiging van de gezamenlijke appartementseigenaars voor zover het gaat om het beheer van de gemeenschap (art. 5:126 leden 1 en 5 BW). Daarom moet worden aangenomen dat een wijziging van de akte van splitsing die inhoudt dat een gemeenschappelijk gedeelte in een appartementencomplex wordt toegedeeld aan een van de appartementseigenaars, slechts volgens de hoofdregel van art. 5:139 lid 1 BW kan worden geëffectueerd, dus met medewerking van alle appartementseigenaars, zo nodig onder toepassing van art. 5:140 BW.”
Is het besluit van 27 februari 2024 rechtsgeldig genomen?
4.4.
Uit het arrest van de Hoge Raad volgt dat voor zover een besluit de eigendomsverhoudingen tussen de appartementseigenaars raakt, dat een daad van beschikking is waartoe niet de vereniging van eigenaars, maar de eigenaars bevoegd zijn. In dat geval kan de splitsingsakte dus enkel worden gewijzigd met medewerking van alle appartementseigenaars (artikel 5:139 lid 1 BW). De vraag die dus voorligt is of het besluit van 27 februari 2024 van VvE [gedaagde] de eigendomsverhoudingen tussen de appartementseigenaars raakt.
4.5.
[eisers c.s] . stellen dat er sprake is van een wijziging van de splitsingsakte die de eigendomsverhoudingen tussen de appartementseigenaars raakt, omdat door de wijziging de woningen volledig privé eigendom worden en daarmee als gemeenschappelijk gedeelten wordt toegedeeld aan de individuele eigenaars.
4.6.
Volgens VvE [gedaagde] is de situatie uit het arrest van de Hoge Raad niet vergelijkbaar, omdat in de onderhavige situatie enkel fysieke onderdelen van het gebouw privé worden gemaakt. Dit kan door middel van het wijzigen van het reglement zonder dat daarvoor een beschikkingshandeling van de individuele eigenaars is vereist, aldus VvE [gedaagde] .
4.7.
Het gedeelte van het besluit van 27 februari 2024 dat partijen verdeeld houdt heeft betrekking op artikel 16 en 17 van het reglement. Beide artikelen hebben betrekking op het gebruik, beheer en onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken. Artikel 16 bepaalt dat de vereniging het beheer voert over en de zorg draagt voor het onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken. Uit artikel 17 volgt welke gedeelten en zaken van de opstallen gemeenschappelijk zijn (zie nr. 2.4).
4.8.
De enige relevante wijziging die voortkomt uit het besluit van 27 februari 2024 is dat de onderhouds- en beheerstaak voor bepaalde zaken en gedeelten van het gebouw wijzigt. Bepaalde zaken en gedeelten van het gebouw die voorheen tot de onderhouds- en beheerstaak van VvE [gedaagde] behoorde, behoren na de wijziging tot de onderhouds- en beheerstaak van de individuele appartementseigenaars. Er is geen sprake van een wijziging die tot gevolg heeft dat een privégedeelte van een individuele appartementseigenaar vergroot wordt ten koste van een gedeelte dat voorheen een gemeenschappelijke bestemming had. De splitsingstekening en de begrenzingen van de appartementsrechten wijzigen niet. Evenmin heeft de wijziging tot gevolg dat het vermogen van een individuele appartementseigenaar groeit. De appartementsrechten wijzigen door wijziging van de onderhavige beheers- en onderhoudstaken niet in omvang. Het goederenrechtelijke appartementsrecht verandert door de wijziging niet inhoudelijk. Naar het oordeel van de rechtbank raakt de wijziging uit het besluit van 27 februari 2024 de eigendomsverhouding van de appartementseigenaars niet. Dit betekent dat op het onderhavige besluit artikel 5:139 lid 2 BW van toepassing is.
4.9.
Het voorgaande brengt met zich dat het besluit van 27 februari 2024 met medewerking van ten minste vier vijfden van het aan de appartementseigenaars toekomende aantal stemmen genomen mocht worden. Het is tussen partijen niet in geschil dat die meerderheid op 27 februari 2024 aanwezig was en voor de wijziging heeft gestemd.
Hebben [eisers c.s] . door de wijziging schade geleden?
4.10.
Omdat het besluit door VvE [gedaagde] met de vereiste meerderheid van stemmen genomen is, moet beoordeeld worden of [eisers c.s] . een beroep op vernietiging van het besluit toekomen op grond van artikel 5:140b lid 1 en 3 BW. Voor de vaststelling of [eisers c.s] . door de wijziging schade lijden, moet hun vermogensrechtelijke situatie na de wijziging van de splitsingsakte vergeleken worden met die van voor de wijziging van splitsingsakte. De stelplicht en de bewijslast dat [eisers c.s] . door de wijziging geen schade lijden rust op VvE [gedaagde] .
4.11.
VvE [gedaagde] stelt dat de wijziging van de splitsingsakte voordeel voor [eisers c.s] . oplevert. Het appartementsrecht van [eisers c.s] . valt volgens VvE [gedaagde] in de categorie van de appartementsrechten met het grootste breukdeel, waardoor zij naar verhouding meer kosten moeten dragen voor het onderhoud van de andere appartementen dan als zij enkel hun eigen appartement zouden moeten onderhouden.
4.12.
[eisers c.s] . hebben gemotiveerd bestreden dat zij geen schade lijden door het wijzigingsbesluit.
4.13.
[eisers c.s] . hebben een lijst opgesteld met gebreken aan hun woning. De gebreken bestaan volgens [eisers c.s] . onder meer uit gebreken aan metselwerk en buitengevels, ramen, raamkozijnen met glas, deuren welke zich aan de buitengevel bevinden, daken, ventilatiekanalen, erfafscheidingen en hang- en sluitwerk. Zij stellen dat deze onderdelen voor het wijzigingsbesluit tot de onderhouds- en beheerstaak van de VvE [gedaagde] behoorden en daarna niet meer. Van verschillende gebreken heeft [eisers c.s] . foto’s in het geding gebracht en er is een schade-expert ingeschakeld om de gebreken te onderzoeken. De rechtbank heeft de toelichting van [eisers c.s] . tijdens de zitting zo begrepen dat het onderhoud aan de andere appartementen reeds is verricht vóór 27 februari 2024. De wijziging van de splitsingsakte heeft volgens [eisers c.s] . voor hen dus een nadelig effect, omdat zij na wijziging de onderhoudskosten van hun appartement volledig zullen moeten dragen terwijl de kosten van datzelfde onderhoud van de andere appartementseigenaars over alle appartementseigenaars is verdeeld. Ongeacht de vraag of VvE [gedaagde] verplicht is de kosten te dragen van het herstel van alle door [eisers c.s] . gestelde gebreken, valt niet uit te sluiten dat [eisers c.s] . door het wijzigingsbesluit schade lijden. VvE [gedaagde] heeft haar stelling dat [eisers c.s] . door het wijzigingsbesluit geen schade lijden onvoldoende onderbouwd. De onderbouwing is slechts algemeen van aard en in het licht van de gemotiveerde betwisting van [eisers c.s] . onvoldoende. Vast is komen te staan dat niet gebleken is dat [eisers c.s] . door het besluit van 27 februari 2024 geen schade lijden. De vordering tot vernietiging van het besluit van 27 februari 2024 van [eisers c.s] . komt daarom voor toewijzing in aanmerking.
4.14.
De rechtbank kan van vernietiging afzien, als [eisers c.s] . een redelijke schadeloosstelling is geboden. Van een dergelijk aanbod is niet gebleken. [eisers c.s] . hebben tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat zij geen principiële bezwaren hebben tegen de voorgestelde wijziging maar dat hun belang erin gelegen is dat de gebreken aan hun appartement (financieel) goed opgelost worden. VvE [gedaagde] heeft tijdens de mondelinge behandeling laten blijken ook open te staan voor een financiële compensatie en dat zij in dat kader prijs stelt op inzage in het schade/deskundigenrapport dat [eisers c.s] . heeft laten opmaken. [eisers c.s] . had VvE [gedaagde] die inzage evenwel op de dag van de mondelinge behandeling nog niet gegeven. Tegen deze achtergrond acht de rechtbank het redelijk van [eisers c.s] . te verlangen dat zij het schaderapport in het geding brengen en dat VvE [gedaagde] de gelegenheid krijgt om [eisers c.s] . een redelijke schadeloosstelling aan te bieden. Voor zover nodig beveelt de rechtbank op grond van artikel 22 Rv [eisers c.s] . dat schaderapport in het geding te brengen.
Vervolg van de procedure
4.15.
De rechtbank verwijst de zaak naar de rol van woensdag 20 augustus 2025 voor een akte door VvE [gedaagde] om zich uit te laten over haar bereidheid om [eisers c.s] . een redelijke schadeloosstelling aan te bieden. Indien zij daartoe niet bereid is, zal het besluit worden vernietigd.
4.16.
Indien zij daartoe wel bereid is, dan zal de zaak met een termijn van vier weken daarna naar de rol verwezen worden voor het in het geding brengen van het schaderapport door [eisers c.s] . met een uitleg van de schadeloosstelling die zij redelijk achten. Vervolgens zal VvE [gedaagde] de gelegenheid krijgen bij akte aan te geven en toe te lichten welk aanbod zij aan [eisers c.s] . heeft gedaan. Indien [eisers c.s] . dat aanbod niet hebben geaccepteerd, dan krijgen zij de gelegenheid om bij akte aan te geven waarom zij dat aanbod niet redelijk achten. Vervolgens zal de rechtbank beslissen.
4.17.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 20 augustus 2025voor het nemen van een akte door VvE [gedaagde] over wat is vermeld onder rechtsoverweging 4.15,
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.M.M. Steenberghe en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2025.