ECLI:NL:RBMNE:2025:4047

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 juli 2025
Publicatiedatum
29 juli 2025
Zaaknummer
C/16/587614 / JE RK 25-115
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 21 juli 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in de zaak van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, betreffende een minderjarige die onder voogdij is gesteld. De kinderrechter heeft een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp, omdat de minderjarige ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen heeft die haar ontwikkeling belemmeren. De minderjarige heeft in het verleden veel ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt, waaronder seksueel misbruik en verwaarlozing, wat heeft geleid tot zorgen over haar veiligheid en welzijn. Tijdens de zitting heeft de minderjarige aangegeven dat ze haar behandeltraject wil afronden en dat ze naar een open groep wil verhuizen zodra daar plek is. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om te voorkomen dat de minderjarige zich onttrekt aan de benodigde hulp. De kinderrechter heeft de GI gemachtigd om de minderjarige uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van twee maanden, tot 21 september 2025. De kinderrechter heeft benadrukt dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de problemen van de minderjarige te behandelen en dat de behandeling gericht is op het creëren van ruimte voor wie de minderjarige zelf is, los van haar verleden. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/587614 / JE RK 25-115
Datum uitspraak: 21 juli 2025
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
de gecertificeerde instelling
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gevestigd in Amsterdam-Zuidoost,
hierna te noemen de GI,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2010 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige (voornaam)] ,
advocaat mr. A.G. Ouwejan in Utrecht.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
  • de beschikking van 4 februari 2025;
  • het bericht van de GI met bijlagen van 4 juli 2025;
  • het bericht van de GI met bijlagen van 18 juli 2025.
1.2.
Op 21 juli 2025 heeft de kinderrechter de zitting met gesloten deuren voortgezet. Daarbij waren aanwezig:
- [minderjarige (voornaam)] met haar advocaat;
- [A] en [B] , namens de GI.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 27 december 2016 is [minderjarige (voornaam)] onder voogdij gesteld van de
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering.
2.2.
[minderjarige (voornaam)] verblijft bij [instelling] (locatie [locatie] ).
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 4 februari 2025 een machtiging verleend [minderjarige (voornaam)] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 4 augustus 2025. De behandeling van het verzoek is voor het overige aangehouden.

3.Het verzoek

3.1.
De kinderrechter moet nu nog beslissen op het resterende deel van het verzoek van de GI om een machtiging te verlenen om [minderjarige (voornaam)] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van twee maanden, dus tot 21 september 2025.

4.De standpunten

4.1.
[minderjarige (voornaam)] is het eens met het verzoek. Zij wil haar behandeltraject afronden en, zodra er plek is, naar een open groep in [plaats] .

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter zal de GI machtigen om [minderjarige (voornaam)] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van twee maanden, dus tot 21 september 2025. Zij zal hieronder toelichten hoe zij tot haar oordeel is gekomen.
De machtiging gesloten jeugdhulp
5.2.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige (voornaam)] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [minderjarige (voornaam)] zich onttrekt aan de jeugdhulp die zij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen. [1]
5.3.
Er zijn nog steeds veel zorgen over [minderjarige (voornaam)] . Ze heeft in haar kinderjaren veel ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt, waaronder seksueel misbruik. Zij heeft op verschillende plekken gewoond waar er niet goed voor haar werd gezorgd. Er is nog steeds een groot risico dat zij opnieuw slachtoffer wordt van seksueel misbruik en grooming. Ook zijn er grote zorgen over loverboyproblematiek en signalen van suïcidale gedachten of uitingen, en van automutilatie.
5.4.
Tegelijkertijd heeft [minderjarige (voornaam)] in de afgelopen periode ook stappen in de goede richting gezet. [minderjarige (voornaam)] had een moeizame start op de gesloten groep: ze voelde zich eenzaam en onveilig. Ook werkte ze niet mee aan de hulpverlening. Dat is nu anders. [minderjarige (voornaam)] heeft inmiddels vriendinnen op de gesloten groep en begint haar begeleiders steeds meer te vertrouwen en de hulpverlening te accepteren. Zo volgt [minderjarige (voornaam)] traumatherapie, waarbij veel verdriet loskomt, en is ze gestart met de groepstraining Girls’ Talk, die in de komende periode individueel zal worden voortgezet. Gebleken is dat [minderjarige (voornaam)] hard aan zichzelf en haar eigen toekomst werkt, en dat vindt de kinderrechter heel knap. Eén ding dat [minderjarige (voornaam)] zei tijdens de zitting trof de kinderrechter in het bijzonder. Zij zei dat ze niet wil dat het steeds gaat over alles wat haar is overkomen, omdat zij ook iemand is náást die gebeurtenissen. De kinderrechter is dat helemaal met [minderjarige (voornaam)] eens. Juist de behandelingen die zij nu volgt zijn erop gericht om zo goed mogelijk te verwerken en om te gaan met wat zij heeft meegemaakt, zodat er meer ruimte komt voor wie [minderjarige (voornaam)] zélf is, los van die gebeurtenissen. De kinderrechter gunt [minderjarige (voornaam)] erg dat die ruimte er komt.
5.5.
[minderjarige (voornaam)] begrijpt dat zij op dit moment nog niet naar een open groep kan, omdat haar behandeltraject nog niet is afgerond en er nog geen (passende) plek voor haar beschikbaar is. De kinderrechter vindt het belangrijk dat [minderjarige (voornaam)] zich in de tussentijd blijft inzetten om haar behandeltraject af te ronden. Op die manier kan een plaatsing op een open groep zo veilig en verantwoord mogelijk verlopen. Dat is iets wat [minderjarige (voornaam)] zelf ook wil. De GI heeft tijdens de zitting verteld inmiddels op zoek te zijn naar een geschikte vervolgplek voor [minderjarige (voornaam)] in [plaats] . Ook dat vindt de kinderrechter fijn om te horen, gelet op de wens van [minderjarige (voornaam)] .
5.6.
De kinderrechter is, gelet op de bovengenoemde gronden, van oordeel dat het aangehouden deel van het verzoek over de machtiging gesloten jeugdhulp moet worden verleend. Daar zijn alle betrokkenen, inclusief [minderjarige (voornaam)] en haar advocaat, het ook over eens. De kinderrechter zal het verzoek daarom toewijzen.
5.7.
Volledigheidshalve merkt de kinderrechter nog op dat een ondertoezichtstelling niet vereist is, nu de voogdij over [minderjarige (voornaam)] bij de GI berust. [2]

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [minderjarige (voornaam)] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 21 juli 2025 tot 21 september 2025.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2025 door mr. T. Dopheide, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. E. Can als griffier, en op schrift gesteld op
25 juli 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.

Voetnoten

1.Artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw).
2.Artikel 6.1.2, derde lid, onder b, Jw.