2.1Dat betekent dat de gemachtigde van eiseres, zowel in het beroepschrift, de latere brieven, de ‘pinpointbrieven’, als op de zitting geen concrete gronden heeft aangevoerd die mee kunnen worden genomen bij de beoordeling van het geschil.
3. De rechtbank heeft in het verzoek van de gemachtigde van eiseres (brief van
17 juni 2025) geen reden gezien om het onderzoek ter zitting te heropenen en een nadere zitting te houden. De gemachtigde van eiseres heeft niet nader geconcretiseerd waarom het onderzoek heropend zou moeten worden. Het verzoek om heropening van de zaak wordt om deze reden afgewezen.
4. Het object aan de [adres] is een in 1955 gebouwde bedrijfsruimte met een entree van 152 m², een technische installatieruimte van 25 m², een kantoor van 469 m², een studio van 545 m², een opslag van 120 m², een café van 360 m², een werkplaats van 20 m², een pantry van 51 m², een sanitair ruimte van 25 m², nog een opslag van 724 m² en nog een studio van 496 m². De totale oppervlakte van het object is 1.515 m².
5. In geschil is de WOZ-waarde van het object op de waardepeildatum 1 januari 2023. Eiseres bepleit een lagere waarde van € 699.000,-. Op de zitting heeft eiseres een waarde bepleit van € 499.000,-. De heffingsambtenaar handhaaft in beroep de vastgestelde waarde van € 930.000,-.
Beoordelingskader niet-woningen
6. Op de heffingsambtenaar rust de bewijslast om aannemelijk te maken dat de waarde van het object op de waardepeildatum (1 januari 2023) niet hoger is vastgesteld dan de waarde in het economisch verkeer. De WOZ-waarde is de waarde in het economisch verkeer. Bij de vaststelling van de waarde in het economisch verkeer van niet-woningen kan gebruik worden gemaakt van meerdere methoden.De heffingsambtenaar heeft de waarde bepaald met behulp van de huurwaardekapitalisatiemethode. Op de zitting heeft de heffingsambtenaar benadrukt dat ook gebruik is gemaakt van de vergelijkingsmethode.