Uitspraak
zaaknummer: UTR 24/7926
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiseres, een B.V., beroep ingesteld tegen de vastgestelde WOZ-waarde van een onroerende zaak, een multifunctionele evenementen- en vergaderlocatie, door de heffingsambtenaar van de gemeente. De waarde was vastgesteld op € 1.752.000,- per 1 januari 2023. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 16 juni 2025 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. Eiseres heeft een lagere waarde bepleit, maar de rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld. De rechtbank heeft de stellingen van eiseres, die onvoldoende onderbouwd waren, buiten beschouwing gelaten. Het verzoek van eiseres om heropening van het onderzoek werd afgewezen. Uiteindelijk heeft de rechtbank de WOZ-waarde schattenderwijs vastgesteld op € 1.700.000,- en het beroep gegrond verklaard. De heffingsambtenaar moet het griffierecht vergoeden en eiseres krijgt een proceskostenvergoeding van € 615,26. Het verzoek om immateriële schadevergoeding werd afgewezen.