ECLI:NL:RBMNE:2025:4127

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 mei 2025
Publicatiedatum
31 juli 2025
Zaaknummer
16/323573-20
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van oplichting en dwang van een kwetsbare man via een datingsite

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 16 mei 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van oplichting en dwang. De verdachte heeft samen met medeverdachten een kwetsbare oudere man opgelicht door hem te misleiden via de datingsite Badoo. De man werd voorgespiegeld dat hij een relatie had met een jongere vrouw, wat leidde tot het afgeven van grote geldbedragen en goudstaven. In totaal heeft het slachtoffer € 1.680.439,47 afgestaan, grotendeels in de vorm van goud. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een centrale rol speelde in de oplichting en de dwang, waarbij hij het slachtoffer onder druk zette met geweld en bedreigingen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar en een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd, die inhoudt dat hij geen contact mag hebben met het slachtoffer en zich niet in de gemeente Kampen mag bevinden. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding toegewezen aan het slachtoffer van € 1.695.439,47, te vermeerderen met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/323573-20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 16 mei 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1978 in [geboorteplaats 1] (Frankrijk),
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres 1] , [postcode 1] in [plaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 25 april 2025. Verdachte is op deze terechtzitting niet verschenen. Zijn raadsman, mr. J.P. Plasman, advocaat in Amsterdam, is wel verschenen, maar heeft verklaard niet bepaalde gevolmachtigd te zijn. Omdat verdachte wel op de terechtzitting (pro forma) van 1 december 2021 is verschenen, is sprake van een procedure op tegenspraak. Het onderzoek is op de terechtzitting van 16 mei 2025 gesloten, waarna direct uitspraak is gedaan.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.M.C.V. Fellinger en van wat mr. C.C.H. Wiekeraad, advocaat in Kampen, namens de benadeelde partij [aangever] naar voren heeft gebracht.

2.INLEIDING

[aangever] (hierna: aangever) heeft aangifte gedaan van oplichting en afpersing. Volgens aangever is hij - kort gezegd - via de datingsite Badoo in juli 2019 in contact gekomen met een meisje genaamd ‘ [bijnaam] ’. Haar werkelijke naam bleek later [naam] te zijn. Na enige tijd zou aangever met ‘ [bijnaam] ’ zijn gaan afspreken. Hij leerde toen ook de personen kennen die zich voordeden als de familie van ‘ [bijnaam] ’, waaronder verdachte. Deze zogenaamde familie zou aangever hebben voorgehouden dat hij met ‘ [bijnaam] ’ mocht trouwen. Daarvoor moest hij wel grote geldbedragen betalen aan de familie. Deze zouden onder meer zijn bedoeld als borg, voor de kosten van de trouwerij en voor de toekomst van hem en ‘ [bijnaam] ’. Ook zou hij veel goederen voor de familie hebben betaald, net als vakanties en bezoeken aan restaurants en casino’s. De betalingen voor de familie zouden zijn doorgegaan tot halverwege juni 2020, terwijl aangever ‘ [bijnaam] ’ vanaf februari 2020 niet meer zou hebben gezien. Een groot deel van de door aangever betaalde geldbedragen zou hij hebben moeten voldoen in de vorm van goudstaven. Volgens berekeningen van de politie zou het gaan om een totaalbedrag van € 1.720.518,- aan goud, goederen en overige betalingen.
Naar aanleiding van de aangifte is een strafrechtelijk onderzoek gestart. Met verwijzing naar het goud heeft dit onderzoek de naam 31ORO020 gekregen. Voor verdachte heeft dit onderzoek geleid tot de verdenking die hieronder is weergegeven.
Als medeverdachten zijn aangemerkt [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] .
Verdachte ( [verdachte] , in het dossier ook wel [bijnaam] genoemd) is getrouwd met [medeverdachte 2] .
[medeverdachte 1] , in het dossier ook wel [bijnaam] genoemd) is de zus van verdachte.
[medeverdachte 3] ( [medeverdachte 3] ) en [medeverdachte 4] ( [medeverdachte 4] ) zijn zonen van [medeverdachte 2] en verdachte.
[medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ) is de vrouw van [medeverdachte 4] .
[medeverdachte 6] ( [medeverdachte 6] , in het dossier ook wel [bijnaam] genoemd) is de toenmalige partner van [medeverdachte 1] .
Verdachte en zijn medeverdachten worden hierna ook wel aangeduid als ‘de familie’.
Aanvankelijk is [naam] ook als medeverdachte aangemerkt. Haar zaak is echter geseponeerd.
De zaken tegen alle verdachten zijn gelijktijdig bij deze rechtbank aangebracht. Deze rechtbank heeft – in een andere samenstelling – op 28 november 2023 vonnis gewezen in de zaken van medeverdachten [medeverdachte 2] (ECLI:NL:RBMNE:2023:6304), [medeverdachte 3] (ECLI:NL:RBMNE:2023:6301), [medeverdachte 5] (ECLI:NL:RBMNE:2023:6317), [medeverdachte 4] (ECLI:NL:RBMNE:2023:6309) en [medeverdachte 6] (ECLI:NL:RBMNE:2023:6310).
Deze rechtbank heeft – eveneens in een andere samenstelling – op 6 december 2024 vonnis gewezen in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 1] (ECLI:NL:RBMNE:2024:6645).
De rechtbank zal in onderhavige zaak, voor zover relevant en/of voor zover de rechtbank tot hetzelfde oordeel komt, aansluiten bij de overwegingen van de rechtbank in de vonnissen van bovengenoemde verdachten.

3.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er in het kort op neer dat verdachte:
feit 1
in de periode van 1 juli 2019 tot en met 31 december 2019 op meerdere plaatsen in Nederland en België, samen met anderen, [aangever] heeft opgelicht door hem te bewegen tot de afgifte van geldbedragen en goudstaven ter waarde van in totaal € 1.720.518,-;
feit 2
primair
in de periode van 1 juli 2019 tot en met 12 juni 2020 op meerdere plaatsen in Nederland, België, Frankrijk en Spanje, samen met anderen, [aangever] heeft afgeperst door hem met geweld of bedreiging met geweld te dwingen tot de afgifte van geldbedragen en goudstaven ter waarde van in totaal € 1.720.518,-;
subsidiair
in de periode van 1 juli 2019 tot en met 12 juni 2020 op meerdere plaatsen in Nederland, België, Frankrijk en Spanje, samen met anderen, [aangever] wederrechtelijk heeft gedwongen tot de afgifte van geldbedragen en goudstaven ter waarde van in totaal € 1.720.518,-.

4.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Dat betekent dat er geen formele belemmeringen zijn om de zaak inhoudelijk te beoordelen.

5.WAARDERING VAN HET BEWIJS

5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
De officier van justitie heeft als bewijs voor beide feiten de verklaringen van aangever als uitgangspunt genomen. Deze verklaringen heeft de officier van justitie als betrouwbaar aangemerkt.
Het onder 1 ten laste gelegde medeplegen van oplichting acht de officier van justitie wettig en overtuigend te bewijzen voor de periode van 1 juli 2019 tot en met 25 oktober 2019 en voor een bedrag van in totaal € 1.091.987,32. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de oplichting is gepleegd door middel van listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels. Deze bestonden er volgens haar onder meer uit dat aangever werd voorgelogen dat ‘ [bijnaam] ’ verliefd was op hem en dat hij met ‘ [bijnaam] ’ zou gaan trouwen. Door smoesjes en verhalen werd hij telkens bewogen tot de afgifte van veel geld. Als hij twijfels uitte, werd hij omgepraat.
Het onder 2 primair ten laste gelegde medeplegen van afpersing vindt de officier van justitie wettig en overtuigend te bewijzen voor de periode van 25 oktober 2019 tot en met 11 juni 2020 en voor een bedrag van in totaal € 615.427,22. De officier van justitie ziet het winkelen bij de Louis Vuittonwinkel in Parijs op 25 oktober 2019 als startmoment van de afpersing. Aangever moest die dag voor een bedrag van bijna € 6.000,- aan goederen pinnen in die winkel. Aangever heeft verklaard dat de familie daarbij met zeven man om hem heen stonden en dat de sfeer steeds griezeliger en bedreigender werd. Daarmee is volgens de officier van justitie voldaan aan het geweldscriterium van afpersing, omdat ‘het oproepen van een dreigende sfeer’ daarvoor voldoende is. Aangever verdroeg weliswaar nog steeds alles van de familie voor het hogere doel – het trouwen met ‘ [bijnaam] ’ – maar werd vanaf dit moment banger naarmate er meer druk op hem werd gezet. In de periode daarna zou het dreigen en het creëren van een dreigende sfeer uiteindelijk ook over zijn gegaan naar fysiek geweld.
Ten aanzien van beide feiten stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat de rol van verdachte zo substantieel is dat hij kan worden aangemerkt als medepleger.
Voor zover van belang worden de standpunten van de officier van justitie besproken bij het oordeel van de rechtbank.
5.2
Het oordeel van de rechtbank
Conclusie
Op basis van de redengevende feiten en omstandigheden uit de bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewijs aanwezig voor het onder 1 ten laste gelegde feit, in die zin dat zij bewezen acht dat verdachte zich als medepleger schuldig heeft gemaakt aan de oplichting van aangever voor een bedrag van in totaal € 1.098.909,04 in de periode van 1 juli 2019 tot en met 2 december 2019. Ook acht de rechtbank wettig en overtuigend bewijs aanwezig voor het onder 2 subsidiair ten laste gelegde feit, in die zin dat zij bewezen acht dat verdachte zich als medepleger schuldig heeft gemaakt aan het dwingen van aangever tot de afgifte van geldbedragen en goudstaven ter waarde van in totaal € 581.530,43 in de periode van 25 oktober 2019 tot en met 12 juni 2020. In totaal, dus beide feiten samen, gaat het om een bedrag van € 1.680.439,47.
Voor het onder 2 primair ten laste gelegde feit, te weten het medeplegen van afpersing van aangever, acht de rechtbank onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig. Van dit feit zal zij verdachte vrijspreken.
Na een korte toelichting op de wettige bewijsmiddelen, zal de rechtbank uitleggen hoe zij tot deze conclusie is gekomen.
Bewijsmiddelen
De rechtbank neemt voor de leesbaarheid van dit vonnis de wettige bewijsmiddelen op in een bijlage (bijlage II). De bewijsmiddelen kunnen op deze plaats als ingelast worden beschouwd.
Voordat de rechtbank ingaat op de conclusies die zij trekt uit de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen, merkt zij het volgende op. Verdachte heeft in deze procedure geen uitdrukkelijk onderbouwd standpunt ingenomen over de verdenkingen tegen hem en het daaraan ten grondslag liggende strafdossier. In het vooronderzoek heeft verdachte wel herhaaldelijk verklaard dat aangever in zijn verklaringen liegt. Daarom, en omdat de verklaringen van aangever een belangrijk bewijsmiddel zijn voor beide feiten, legt de rechtbank eerst uit waarom zij de verklaringen van aangever (van 17 juni 2020, 16 april 2021 en 22 maart 2022) betrouwbaar vindt.
De rechtbank vindt deze verklaringen betrouwbaar omdat aangever bij alle verhoren in grote lijnen eenduidig, consistent en gedetailleerd heeft verklaard. Daarnaast worden de verklaringen op belangrijke onderdelen ondersteund door ander bewijs, waaronder bankmutaties, whatsappberichten, foto’s van aangever met ‘ [bijnaam] ’ en (zogenaamde) brieven van ‘ [bijnaam] ’ aan aangever. De rechtbank zal de verklaringen van aangever daarom voor het bewijs gebruiken en legt hieronder uit welke conclusies zij daaruit (in combinatie met het steunbewijs) trekt.
Bewezenverklaring medeplegen oplichting (feit 1)
De rechtbank is van oordeel dat aangever door verdachte en zijn medeverdachten is opgelicht. Verdachte en zijn medeverdachten hebben aangever in de bewezen verklaarde periode door een oplichtingsmiddel, namelijk met een samenweefsel van verdichtsels, bewogen tot het overmaken van grote geldbedragen (waaronder voor de aankoop van goudstaven), en het betalen van goederen en uitstapjes voor verdachte en zijn medeverdachten. Zij overweegt daartoe het volgende.
Samenweefsel van verdichtsels
Een verdichtsel is een opzettelijke onwaarheid, dat wil zeggen, een mededeling waarvan de dader de onjuistheid kende. Omdat het Wetboek van Strafrecht een samenweefsel van verdichtsels vereist, is een enkele leugen of verzwijging ontoereikend om tot bewezenverklaring van oplichting te komen. Wel voldoende is een leugenachtige mededeling van voldoende gewicht, in combinatie met andere aan de verdachte toe te rekenen omstandigheden die tot misleiding van het beoogde slachtoffer kunnen leiden, zoals het misbruik van een tussen de verdachte en het beoogde slachtoffer bestaande vertrouwensrelatie. De rechtbank acht voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig voor de volgende in de tenlastelegging opgenomen opzettelijke onwaarheden.
Doen geloven dat ‘ [bijnaam] ’ een relatie met aangever wilde en met hem wilde trouwen
Aangever heeft - in het kort - verklaard dat hem is voorgehouden dat ‘ [bijnaam] ’ een relatie met hem wilde en dat zij met hem wilde trouwen. In de eerste maanden dat aangever bij de familie verbleef, heeft ‘ [bijnaam] ’ ook gedaan alsof ze aangever leuk vond. Dit heeft zij onder ede als getuige (onder haar echte naam, [naam] ) verklaard bij de rechter-commissaris. Zij moest in opdracht van de familie op de foto met aangever en naast hem zitten. Ook drong onder meer verdachte er bij ‘ [bijnaam] ’ op aan dat zij aangever een knuffel of kus zou geven. Dat ‘ [bijnaam] ’ deed alsof ze aangever leuk vond, was ook voor anderen te zien. Medeverdachte [medeverdachte 6] heeft verklaard dat aangever en ‘ [bijnaam] ’ zich als tortelduifjes gedroegen.
Uit de aangifte en overige bewijsmiddelen blijkt dat aangever geloofde dat ‘ [bijnaam] ’ een relatie met hem wilde. Dat zij zich zo gedroeg in aanwezigheid van de familie, zal dat geloof van aangever hebben versterkt. Ook de foto’s die van hem en ‘ [bijnaam] ’ samen werden gemaakt, zoals die waarop ‘ [bijnaam] ’ een trouwjurk droeg of waarop ze samen voor de Eiffeltoren in Parijs stonden, zullen aan dat geloof hebben bijgedragen.
Dat aangever werd voorgehouden dat ‘ [bijnaam] ’ een relatie met hem wilde, wordt bevestigd in, door de politie op de telefoon van aangever aangetroffen, Whatsappberichten die afkomstig zouden zijn van ‘ [bijnaam] ’. Via Whatsapp kreeg aangever berichten van ‘ [bijnaam] ’ waarin stond dat zij van hem hield. [naam] heeft echter verklaard dat zij geen telefoon had en mocht hebben. De rechtbank dan ook bewezen dat de Whatsappberichten in werkelijkheid afkomstig waren van de familie.
De rechtbank ziet verder bevestiging voor het voorhouden dat ‘ [bijnaam] ’ een relatie met aangever wilde in Whatsappberichten tussen aangever en, met name, medeverdachte [medeverdachte 1] (in de berichten genoemd [bijnaam] ), die in de periode na de eerste aangifte van aangever zijn uitgewisseld. In deze berichten herhaalde [bijnaam] dat ‘ [bijnaam] ’ hem miste en hem terug wilde als haar man. Dergelijke mededelingen werden zelfs in oktober 2020 (dus ná de aangifte) nog gedaan door medeverdachte [medeverdachte 2] in audio Whatsappgesprekken met aangever.
Het doen geloven dat ‘ [bijnaam] ’ een relatie met aangever wilde en met hem wilde trouwen, naar later bleek een leugen, ligt ten grondslag aan de feitelijkheden die de rechtbank hierna zal bespreken.
Lening voor [bijnaam]
Begin september 2019 heeft aangever in het kader van een lening bedragen van respectievelijk € 15.000,- en € 10.000,- overgemaakt naar de rekening van medeverdachte [medeverdachte 5] . Dat blijkt uit de bankmutaties van zowel aangever als die van [medeverdachte 5] . Aangever heeft - in het kort - verklaard dat [bijnaam] (medeverdachte [medeverdachte 1] ) hem om deze lening heeft gevraagd en dat hij in de veronderstelling was dat hij het geld ook naar haar overmaakte. Haar naam begon immers ook met een ‘ [letter] ’.
De rechtbank meent dat ook hier het oogmerk van verdachten was om zich wederrechtelijk te bevoordelen en dat er nooit daadwerkelijk sprake is geweest van een lening met een terugbetalingsverplichting. De betaling van deze € 25.000,- moet namelijk gezien worden in een hele reeks betalingen die onder allerlei valse voorwendselen aangever ontlokt zijn.
Dat een deel van de lening weer is afgelost doordat van de rekening van [medeverdachte 5] bedragen zijn overgemaakt naar aangever, doet daar niet aan af. Volgens aangever moest hij de afgeloste bedragen namelijk gelijk weer pinnen voor de familie en afgeven aan medeverdachte [medeverdachte 2] , de echtgenote van verdachte. Aangever heeft verklaard dat hij uiteindelijk niets van de verstrekte lening heeft teruggezien. De bankmutaties van de rekening van [medeverdachte 5] bevestigen dit beeld. Uit deze mutaties blijkt dat in de periode dat [medeverdachte 5] aflossingen betaalde aan aangever, op dezelfde dag bedragen van nagenoeg gelijke hoogte op haar rekening werden teruggestort. Daarbij komt dat de verklaring van aangever past bij de manier waarop met het geld van aangever werd omgegaan door de familie.
Omdat aangever geloofde dat ‘ [bijnaam] ’ een relatie met hem wilde, kon deze ‘lening’ aan hem worden gevraagd. Het verstrekken van de lening gaf aangever de mogelijkheid om als partner van ‘ [bijnaam] ’ indruk te maken op de familie. De rechtbank plaatst deze lening dan ook in de context van de hiervoor besproken leugen, het doen geloven dat ‘ [bijnaam] ’ een relatie met aangever wilde en met hem wilde trouwen.
Aankoop Rolex-horloges
De verklaring van aangever dat hij twee Rolex-horloges heeft betaald, vindt bevestiging in bankmutaties en de factuur van de juwelier. Aangever heeft verklaard dat hij niet weet wie de horloges heeft uitgezocht. Hij heeft ze alleen opgehaald. Dat past in de verklaring van de juwelier dat de horloges door een oude man zijn opgehaald, terwijl ze door anderen zijn uitgezocht. Nadat hij de horloges had opgehaald, moest aangever ze afstaan en werden ze in een trapkast opgeborgen op de [adres 1] in [plaats] , de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] . Aangever is verteld dat de horloges bedoeld waren voor de bruiloft. Rabobank heeft in een melding aan de Financial Intelligence Unit-Nederland deze grote uitgaven van aangever bij een juwelier in september uitdrukkelijk genoemd als opvallende transactie van aangever.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat ook de aankoop van de horloges een uitgave is geweest waartoe de familie aangever heeft bewogen in het kader van het voorgehouden huwelijk tussen hem en ‘ [bijnaam] ’.
Betalen voor ketting aan pandjesbaas, vrijkopen van pooier en betalen voor woning in Italië
Aangever heeft - in het kort - verklaard dat ‘ [bijnaam] ’ vertelde dat ze een ketting bij een pandjesbaas had liggen die ze terug wilde. Ze vroeg of hij € 120.000,- als afbetaling wilde geven. Dat moest hij in goud leveren. Aan aangever zijn op een telefoon foto’s getoond van sieraden die bij de pandjesbaas zouden liggen. Ook heeft aangever - in het kort - verklaard dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] hem vertelden dat de vorige relatie van ‘ [bijnaam] ’ met een pooier was en dat ‘ [bijnaam] ’ van deze pooier moest worden vrijgekocht. Anders zou ‘ [bijnaam] ’ weer achter het raam belanden. Aangever moest daarvoor een bedrag van € 450.000,- betalen in de vorm van goudstaven. Dit was het laatste goud dat aangever zelf heeft opgehaald.
Aangever heeft ook nog € 70.000,- in goud betaald voor een woning in Italië. Die moest worden verkocht, maar stond onder water. ‘ [bijnaam] ’ had hem gesmeekt om met zijn geld het financiële gat te vullen. Het zou gaan om een woning van medeverdachte [medeverdachte 2] . Dit zou in september of oktober 2019 hebben plaatsgevonden. De bankmutaties en facturen van de Antwerpen Goudbank bevestigen dat aangever in september en oktober 2019 voor grote bedragen goudstaven heeft aangekocht. Voor de ontvangst van dit goud heeft hij zelf getekend.
Er zijn geen aanwijzingen in het dossier dat ‘ [bijnaam] ’ daadwerkelijk een ketting bij een pandjesbaas had liggen, noch dat er daadwerkelijk geld is betaald aan een pooier en dat er een woning in Italië was die moest worden verkocht. Gelet op de verklaring van aangever, die de rechtbank betrouwbaar vindt, acht de rechtbank bewezen dat aangever in september en oktober 2019 goudstaven heeft gekocht vanwege deze aan hem voorgehouden verhalen. Indien ‘ [bijnaam] ’ niet zou worden vrijgekocht, zou aangever immers niet met ‘ [bijnaam] ’ kunnen trouwen en met de aankoop van het overige goud kon hij tegemoetkomen aan de wensen van ‘ [bijnaam] ’ en de goedkeuring verkrijgen voor zijn huwelijk met ‘ [bijnaam] ’ van de familie.
Pinbetalingen in winkels
Aangever heeft - in het kort - verklaard dat hij in winkels heeft gepind voor spullen voor de familie. Ze gingen bijvoorbeeld kleren kopen bij de C&A. Als ze net bij de kassa kwamen, kwamen er opeens hele stapels spullen bij die hij moest betalen. Er waren spullen voor verdachte en voor medeverdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] . Bij Prénatal heeft hij spullen gekocht voor [medeverdachte 1] .
Aangever heeft verklaard dat de familie tegen hem zei dat hij kon vertrekken als hij niet zou betalen. Hij kreeg eten en onderdak en hij zou met ‘ [bijnaam] ’ mogen trouwen. Daarvoor moest hij iets terugdoen. Dat was volgens aangever de reden dat er zoveel spullen van zijn geld gekocht werden. Verder heeft aangever ook verklaard dat hem werd voorgehouden dat alles aan hem zou worden terugbetaald.
In de bankmutaties van de rekening van aangever zijn de pinbetalingen bij diverse winkels terug te zien. Dat aangever een groot aantal van deze pinbetalingen voor de familie heeft gedaan, zoals hij zelf heeft verklaard, wordt naar het oordeel van de rechtbank bevestigd door de aard van de winkels waar de aankopen werden gedaan, net als door de hoogte van de pinbetalingen. Deze passen niet bij de leefstijl van aangever. De rechtbank doelt daarbij op de betalingen van grote bedragen bij Bijenkorf, Prénatal, C&A, MS bedden en H&M. Ook doelt de rechtbank op de betalingen van kleinere bedragen bij Bershka, Majestic, Bijou Brigitte, Zara, Holland & Barrett en Esprit. Opvallend is bovendien dat de betalingen bij Zara, Bershka, een deel van de betalingen bij de Bijenkorf en die bij Majestic allemaal hebben plaatsgevonden op 21 september 2019 in Amsterdam. De rechtbank ziet hierin een aanwijzing dat de familie die dag op kosten van aangever aan het winkelen was in Amsterdam.
Uit de verklaring van aangever blijkt dat hij ook tot het doen van deze pinbetalingen is bewogen door de leugenachtige mededelingen dat hij met ‘ [bijnaam] ’ zou mogen trouwen en dat de bedragen aan hem zouden worden terugbetaald. De rechtbank is op grond van het dossier van oordeel dat verdachte en medeverdachten nooit van plan zijn geweest om deze goederen aan aangever terug te betalen.
Leenovereenkomst bij de notaris
Aangever heeft - in het kort - verklaard dat voor een bedrag van € 365.000,- een leenovereenkomst is opgemaakt tussen hem als geldgever en medeverdachte [medeverdachte 2] , de echtgenote van verdachte, als geldontvanger. Ze hebben hun handtekening onder de overeenkomst gezet bij een notariskantoor in Schagen. Volgens aangever kwam het initiatief voor de leenovereenkomst van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . De leenovereenkomst is echter niet ondertekend en geregistreerd door de notaris, omdat er geen onderpand voor de lening was gegeven. Ook vond de notaris het opvallend dat een deel van het bedrag waarvoor de leenovereenkomst was bedoeld al was verstrekt in de vorm van goudstaven.
De verklaring van aangever wordt bevestigd door de leenovereenkomst, die door aangever en medeverdachte [medeverdachte 2] is ondertekend, en door de verklaring van getuige [getuige] , die de leenovereenkomst heeft opgesteld. Aan de mutaties op de bankrekening van aangever is bovendien te zien dat aangever op de datum van ondertekening van de leenovereenkomst, 13 september 2019, al een bedrag van € 268.527,- had overgemaakt naar de Antwerpen Goudbank. In de dagen en weken erna zijn nog meer grote bedragen naar de Antwerpen Goudbank overgemaakt. Zo is op 16 september 2019 in totaal € 152.465,00 overgemaakt.
De rechtbank is van oordeel dat deze leenovereenkomst past in het beeld dat medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hiermee vertrouwen bij aangever wilde wekken om hem te bewegen geldbedragen te betalen. Uit de wijze waarop de overeenkomst tot stand is gekomen leidt de rechtbank tegelijkertijd af dat zij nooit van plan zijn geweest de lening terug te betalen en dat het dus een leugenachtige handeling betreft.
Conclusie samenweefsel van verdichtsels
De rechtbank concludeert dat verdachte en medeverdachten steeds leugens aan aangever hebben verteld om hem ertoe te bewegen grote geldbedragen over te maken voor goudstaven en om goederen voor verdachte en medeverdachten te betalen. Er is ook sprake van een causaal verband tussen die leugens en de betalingen. Aan de verschillende leugens lag steeds één grote leugen ten grondslag lag, namelijk dat ‘ [bijnaam] ’ een relatie met aangever wilde en met hem wilde trouwen.
De veelheid aan leugens , de indringende manier waarop door verschillende personen op aangever werd ingepraat als hij twijfels uitte, de vertrouwenwekkende aard van de familiesituatie, de ‘tastbare’ bewijzen zoals de foto’s van sieraden, de leningsovereenkomst en de Whatsappberichten hebben een versterkend effect op elkaar gehad. Dat maakt dat sprake is van een samenweefsel van verdichtsels, welke als doel hadden om aangever te laten (blijven) betalen.
Dat aangever een wisselend besef had dat de zaken niet klopten en hierover ook signalen van derden ontving (waaronder van Rabobank, de wijkagent en de notaris), maakt het voorgaande niet anders. Vanuit zijn sociale onvermogen en jarenlang gekoesterde wens om een vrouw te hebben, is betrokkene, volgens de psychiater die hem in opdracht van de rechter-commissaris heeft onderzocht, sterk beïnvloedbaar geweest en weerloos tegen beloftes en verleidingen. Zo ook was hij weerloos als de familie op zijn geuite twijfels reageerde met mededelingen als: “Geloof je me niet, vertrouw je me niet, ik zweer het op mijn kinderen”. Telkens als aangever twijfelde werd benadrukt dat hij ze moest vertrouwen. Ook werd door medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gezegd dat de verliefdheid van aangever niet echt was als hij het betalen van de borg niet over had voor ‘ [bijnaam] ’.
De kwetsbare persoonlijkheid van aangever speelde dus onmiskenbaar een grote rol. De psychiater heeft gewezen op aangever zijn autismespectrumstoornis en geconcludeerd dat deze stoornis eraan heeft bijgedragen dat aangever vatbaar was voor misbruik. Toen hem voorgespiegeld werd dat hij zou gaan trouwen, heeft hij niet het onwaarachtige daaraan kunnen onderkennen.
In dit verband betrekt de rechtbank nogmaals nadrukkelijk de indringendheid en veelheid van de leugens en de verschillende vertrouwenwekkende omstandigheden. Zo verklaarde aangever dat de Whatsappberichten die zogenaamd van ‘ [bijnaam] ’ afkomstig waren de twijfels die hij soms had wegnamen. Die omstandigheden creëerden een versterkend effect van de afzonderlijke leugens, die op zichzelf genomen wellicht wel doorzien hadden kunnen worden. Aangever werd opgenomen in een familie, juist in een periode van eenzaamheid. Tot slot speelt mee dat de Roma-cultuur voor aangever onbekend was. Voorstelbaar is daarom dat aangever het voor mogelijk heeft gehouden dat bepaalde praktijken als het dragen van dure Rolex-horloges op een bruiloft gangbaar waren en dat de kosten van een Roma-bruiloft aanzienlijk waren.
De slotsom is dat de rechtbank het causaal verband tussen de verschillende oplichtingsmiddelen, zoals die hiervoor telkens zijn toegelicht, en de afgifte van het geld, het goud en de goederen bewezen acht.
Rol verdachte
De betrokkenheid aan een strafbaar feit kan als medeplegen worden bewezen verklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Verdachte moet daarbij een voldoende significante of wezenlijke bijdrage aan het delict hebben geleverd. Bovendien moet het opzet van de verdachte behalve op de samenwerking ook zijn gericht op het gronddelict. De rechtbank is van oordeel dat de betrokkenheid van verdachte aan die vereisten voldoet.
De wezenlijke bijdrage van verdachte aan het delict blijkt uit de centrale, sturende en deels initiërende rol die hij in het geheel heeft vervuld. Hoewel verdachte helemaal aan het begin van de tenlastegelegde periode nog niet in beeld was voor aangever, kan het geheel aan oplichtingsgedragingen wel aan verdachte als medepleger worden toegerekend. Hierbij is vooral van belang dat verdachte een centrale en aansturende rol heeft binnen de familie. Hij is de echtgenoot van [medeverdachte 2] , de vader van [medeverdachte 3] en de broer van [medeverdachte 1] , en hij presenteert zich als hoofd van de familie. Dit is een beeld dat uit het dossier naar voren komt en wordt ook bevestigd door de verklaringen van aangever en [naam] .
De rechtbank overweegt daarnaast dat een groot deel van de gedragingen in verdachtes woning plaatsvond: verdachte woont niet alleen samen met medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] - familieleden waar aangever van meet af aan meer contact mee had - maar ook ‘ [bijnaam] ’ en aangever verbleven in die tijd bij hen. Aangever heeft verklaard dat hij vrijwel direct na het begin van de relatie met ‘ [bijnaam] ’ bij de familie introk. Gelet hierop en op de positie van verdachte in de familie in combinatie met de nadrukkelijke rol van verdachte bij de op aangever uitoefende dwang (feit 2 subsidiair) kan het, naar het oordeel van de rechtbank, niet anders dan dat verdachte vanaf het begin betrokken is geweest bij de oplichting.
Uit het dossier volgt verder dat het, uiteindelijk, onder meer verdachte was die bij ‘ [bijnaam] ’ aandrong op het geven van kussen en knuffels aan aangever, om aangever zo in de waan te laten dat zij verliefd op hem was. Daarbij was het ook verdachte die de politieagent die in november 2019 langskwam informeerde dat aangever hun schilder was en dat aangever verder niet hoefde te worden bevraagd over de vermissing van [naam] (‘ [bijnaam] ’). Ook dit deed verdachte om te voorkomen dat aangever (en de wijkagent) de waarheid achterhaalde.
Verdachte heeft aldus een wezenlijke bijdrage geleverd aan de leugen die aan aangever werd voorgehouden om hem te doen geloven dat ‘ [bijnaam] ’ een relatie met hem wilde en met hem wilde trouwen. Daarmee heeft verdachte een wezenlijke bijdrage geleverd aan de oplichtingshandelingen die aangever er in de kern toe hebben bewogen om grote geldbedragen af te geven.
De wezenlijke bijdrage blijkt ook uit verdachtes betrokkenheid bij de afgifte van geld en de aankopen van grote hoeveelheden goud. Verdachte deed de mededeling aan aangever dat ‘ [bijnaam] ’ uitgekocht moest worden van een pooier voor een bedrag van € 450.000,- in goud.
Zowel bij het doen van de leugenachtige mededelingen, als bij het aankopen van het goud, heeft verdachte nauw en bewust samengewerkt met anderen. Dat blijkt uit de redengevende feiten en omstandigheden die reeds aan de orde zijn geweest.
Er zijn ook leugenachtige mededelingen door anderen gedaan waarbij geen directe betrokkenheid van verdachte is vast te stellen. De rechtbank ziet bijvoorbeeld geen aanwijzingen voor directe betrokkenheid van verdachte bij de mededeling door ‘ [bijnaam] ’ dat een woning in Italië onder water stond en dat hiervoor € 70.000,- overgemaakt moest worden of dat een ketting van ‘ [bijnaam] ’ bij een pandjesbaas afbetaald moest worden. Ook hebben gebeurtenissen plaatsgevonden waarvan niet met zekerheid kan worden gezegd dat verdachte daarbij aanwezig was, zoals het aangaan van de leenovereenkomst tussen aangever en zijn vrouw, medeverdachte [medeverdachte 2] .
Gelet op de prominente rol van verdachte binnen de familie, verdachtes aandeel in verschillende oplichtingshandelingen en de samenwerking met medeverdachten daarbij, gaat de rechtbank er echter vanuit dat verdachte wel wetenschap heeft gehad van alle leugenachtige mededelingen dan wel gebeurtenissen. De wetenschap acht de rechtbank in de context van het geheel voldoende om verdachte als medepleger van alle hiervoor besproken feitelijkheden aan te merken. De rechtbank concludeert dat verdachte vanuit die wetenschap nauw en bewust heeft samengewerkt met anderen om het gezamenlijke doel te bereiken, te weten de afgifte door aangever van zoveel mogelijk geld en goudstaven.
Afgegeven geldbedragen
Tot de afgifte van de volgende geldbedragen is aangever bewogen door de hiervoor beschreven oplichtingsmiddelen:
Aankoop goederen
Zoals uit het voorgaande blijkt, is aangever bewogen tot betaling van twee Rolex-horloges voor een bedrag van € 73.000,-. Daarnaast is hij bewogen tot het doen van pinbetalingen voor onder meer kleding voor een bedrag van € 10.405,04. De rechtbank heeft daarbij onder meer de aankopen meegeteld die zijn gedaan in voornoemde winkels (Bijenkorf, Prénatal, C&A, MS bedden, H&M, Bershka, Majestic, Bijou Brigitte, Zara, Holland & Barrett en Esprit). Dat levert een totaalbedrag voor de aankoop van goederen op van € 83.405,04.
Goud
De rechtbank heeft op basis van de bankmutaties berekend dat aangever in 2019 bewogen is tot de aankoop van goudstaven voor een totaalbedrag van € 990.504,-.
Lening
Zoals uit het voorgaande blijkt, is aangever bewogen tot het verstrekken van € 25.000,- aan verdachte onder de noemer van een lening. Zoals hiervoor bij de oplichtingsmiddelen is besproken, gaat de rechtbank ervan uit dat aangever uiteindelijk niets van de verstrekte lening heeft teruggezien en dus - ondanks dat er wel “aflossingen” zijn geweest - uiteindelijk het totale bedrag van de lening aan de familie heeft afgegeven. Het zogenoemde afgeloste bedrag werd daarna namelijk weer gepind van de rekening en afgegeven aan de familie.
Geldbedragen die niet bewezen kunnen worden
In het dossier zijn ook bankmutaties opgenomen van uitgaven aan hotels en restaurants, van contante opnames, van benzine- en parkeerkosten, van pinbetalingen in supermarkten en van overige kosten. Er is echter geen verklaring van aangever dat hij tot deze uitgaven is bewogen door oplichtingsmiddelen. Van deze geldbedragen acht de rechtbank daarom niet bewezen dat aangever daartoe is bewogen door de omschreven oplichtingsmiddelen. Verder geldt voor de kosten die aangever heeft gemaakt in Parijs en Disneyland Parijs dat de rechtbank daar wel voldoende bewijs voor ziet, maar dat de pleegplaats en de betreffende feitelijkheden niet op de tenlastelegging zijn genoemd dan wel gespecificeerd. Dat betekent dat ook het gedeelte van het in de tenlastelegging genoemde totaalbedrag dat op die betalingen ziet, onder feit 1 niet bewezen kan worden verklaard.
Conclusie afgegeven geldbedragen
De rechtbank concludeert dat aangever is bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van in totaal € 1.098.909,04. Verdachte kan als medepleger voor de afgifte van het gehele bedrag strafrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden.
Vrijspraak medeplegen afpersing (feit 2, primair)
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het medeplegen van afpersing, omdat aannemelijk is dat ook andere motieven dan de geuite geweldshandelingen en geweldsbedreigingen hebben geleid tot afgifte van de geldbedragen door aangever aan verdachte en zijn medeverdachten.
Er is sprake van afpersing als een slachtoffer een goed afgeeft onder dwang, welke dwang bestaat uit geweld of bedreiging met geweld. Als ook andere motieven dan het geweld of bedreiging met geweld tot afgifte hebben geleid, voldoet het misdrijf niet aan de kwalificatie van afpersing. Dat met name verdachte, zoals hierna wordt toegelicht, aangever wel degelijk met geweldsuitingen heeft bewogen tot afgifte van geld en goederen, maakt het voorgaande niet anders, omdat aangever heeft verklaard dat hij ook steeds een ander motief had om geld af te blijven geven, namelijk de angst dat hij ‘ [bijnaam] ’ niet meer zou zien of, later, de hoop dat hij haar weer zou zien.
De rechtbank is van oordeel dat hiervan ook nog sprake is op 25 oktober 2019 in Parijs. Op de vraag of aangever zich veilig voelde toen hij daar in een Louis Vuitton-winkel een bedrag van € 5.900,- moest pinnen, heeft aangever bijvoorbeeld als antwoord gegeven: “Toen in die winkel, die je net noemde, zeiden ze wel dat ze mij zouden achterlaten als ik niet zou betalen. Ze stonden echt met zeven man om mij heen. Ze werden steeds griezeliger en bedreigender. Maar het ging mij echt om de verliefdheid richting ‘ [bijnaam] ’. Als ik niet zou meewerken, was ik bang haar kwijt te raken”. Hieruit leidt de rechtbank af dat aangever de situatie wel als bedreigend heeft ervaren, maar ook dat aangever niet zozeer vanwege de angst voor geweld zich gedwongen voelde om te betalen, als wel vanwege de angst om ‘ [bijnaam] ’ te verliezen.
Ook bij meerdere betalingen die daarna zijn gedaan speelde bij aangever het motief dat hij ‘ [bijnaam] ’ niet wilde kwijtraken. Dat geldt bijvoorbeeld voor de betalingen in het casino, waarover aangever heeft verklaard dat hij betaalde omdat hij anders ‘ [bijnaam] ’ niet meer mocht zien.
Het overmaken door aangever van het op zijn rekening ontvangen geld van de verkoop van zijn woning in Kampen naar de Goudbank Numagold en het tekenen van een volmacht voor het ophalen van het goud was ook mede ingegeven door de angst dat hij ‘ [bijnaam] ’ anders niet meer te zien zou krijgen. Er werd niet alleen gedreigd dat ze aangever geweld aan zouden doen, maar ook dat hij ‘zijn vrouwtje zou verliezen’, zo blijkt uit de e-mail die hij in mei 2020 vanuit Spanje naar kennissen in Kampen stuurde. Daarin schreef aangever eveneens dat hij een volmacht moest afgeven voor het omzetten van de opbrengst van de woning in goudstaven, omdat hij anders “ [bijnaam] nooit meer zou zien”.
De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat gedurende de hele periode en ondanks het geweld en de bedreiging met geweld, de angst om ‘ [bijnaam] ’ te verliezen dan wel haar nooit meer te mogen zien, mede het motief was om geld af te geven aan de familie. De hoop om ‘ [bijnaam] ’ nog te zien is er zelfs nog in juni 2020. Op 9 juni 2020 wisselde aangever nog een aantal Whatsappberichten uit met medeverdachte [medeverdachte 1] , waaruit kan worden opgemaakt dat hij nog steeds geloof hechtte aan een toekomst samen met ‘ [bijnaam] ’.
Omdat andere motieven dan het geweld of de dreiging ervan ook een rol hebben gespeeld bij de betalingen die zijn gedaan door aangever, kan de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van afpersing komen en zal zij verdachte van dit feit vrijspreken.
Bewezenverklaring medeplegen dwang (feit 2, subsidiair)
Samenloop oplichting en dwang
Aangezien de pleegperiodes van de feiten 1 en 2 in de tenlastelegging elkaar overlappen, rijst de vraag of oplichting en dwang naast elkaar kunnen bestaan. De rechtbank merkt op dat (on)vrijwilligheid in belangrijke mate het verschil maakt tussen oplichting en dwang. Er is sprake van dwang als het geld vanwege de dwangmiddelen onvrijwillig wordt afgegeven/afgestaan. Er is sprake van onvrijwilligheid als (a) het slachtoffer het gevolg hoe dan ook niet wilde of (b) het slachtoffer het gevolg niet wilde door de omstandigheden waaronder het tot stand kwam. Het slachtoffer moet het ‘niet-willen’ daadwerkelijk ten tijde van de dwang hebben beseft. De gedwongene moet de beïnvloeding dus als dwang hebben ervaren. Bij misleiding/oplichting is daar doorgaans geen sprake van, omdat daar een onjuiste voorstelling van zaken wordt gegeven onder welke omstandigheden iemand vrijwillig iets afgeeft of afstaat (welke omstandigheden dan achteraf onjuist/gelogen blijken te zijn).
Zoals ook blijkt uit de jurisprudentie van de Hoge Raad is er geen dwang als het slachtoffer tijdens de beïnvloeding welwillend meewerkte als gevolg van misleiding. De rechtbank leidt hieruit af dat een zelfde feit niet zowel als oplichting als dwang kan worden gekwalificeerd, maar het kan wel naast elkaar bestaan, wanneer in een situatie van misleiding er ook sprake is van dwang. Om in zo’n situatie tot een bewezenverklaring van dwang te kunnen komen moet wel de onvrijwilligheid worden vastgesteld. De rechtbank leidt uit de literatuur en jurisprudentie af dat hiervan sprake kan zijn als de psychische druk die op het slachtoffer wordt uitgeoefend zo groot is dat hij redelijkerwijs niet anders kon en om die reden iets heeft gedaan, niet gedaan of geduld.
Juridische duiding van de feiten en omstandigheden
Op basis van de gebruikte bewijsmiddelen en het onderzoek op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat aangever door de volgende in de tenlastelegging opgenomen dwangmiddelen is gedwongen tot de afgifte van geldbedragen.
Bij deze dwangmiddelen heeft de psychische druk die op aangever werd uitgeoefend steeds een belangrijke rol gespeeld. Deze psychische druk werd vaak uitgeoefend door de mededeling dat aangever ‘ [bijnaam] ’ niet meer zou zien als hij niet zou betalen. Maar ook op andere wijze, zoals door middel van geweld of bedreigingen, werd hij fysiek en psychisch onder druk gezet, wat ertoe leidde dat aangever werd gedwongen geldbedragen af te geven, terwijl hij dat eigenlijk niet wilde.
Dwangmiddelen
Intimiderende situatie in de Louis Vuitton-winkel in Parijs
Aangever heeft - in het kort - verklaard dat hij op 25 oktober 2019 met de familie in een Louis Vuitton-winkel in Parijs is geweest en dat hij daar een bedrag van € 5.900,- moest pinnen. Volgens aangever waren daar in ieder geval verdachte en medeverdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] bij aanwezig. Aangever heeft verklaard dat hij betaalde onder dreiging. Ze gingen met zeven man om hem heen staan. Ze zeiden dat ze hem zouden achterlaten in Parijs als hij niet zou betalen. Op de bankmutaties van aangever is te zien dat op 25 oktober 2019 inderdaad een bedrag van € 5.900,- van zijn rekening is afgeschreven voor aankopen bij een Louis Vuitton-winkel in Parijs. Het gepinde bedrag en het type uitgave past naar het oordeel van de rechtbank niet bij het uitgavenpatroon van aangever. De rechtbank ziet hierin bevestiging voor de verklaring van aangever dat hij deze betaling niet vrijwillig heeft gedaan. De rechtbank concludeert dan ook dat aangever door bedreiging met een andere feitelijkheid, te weten intimidatie én de dreiging van het achtergelaten worden en het niet meer mogen zien van ‘ [bijnaam] ’, tot deze betaling is gedwongen.
Tegen aangever zeggen dat ze aangifte van pedofilie zouden doen
Aangever heeft verklaard dat verdachte en medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] zeiden dat ze aangifte tegen hem zouden doen van pedofilie als hij zich zou verspreken tegen de Rabobank. Rabobank wilde aangever bevragen over de wijzigingen in zijn uitgavenpatroon en transacties die zij als verdacht bestempelde.
Uit de verklaring van aangever blijkt dat de bedreiging met aangifte van pedofilie ook werd gebruikt als drukmiddel om hem te laten betalen. Met pedofilie werd in dit verband gedoeld op de relatie van aangever met ‘ [bijnaam] ’, die nog minderjarig was.
De rechtbank acht bewezen dat aangever bedreigd is met het doen van aangifte van pedofilie om op die wijze betalingen af te dwingen. Dat aangever werd bedreigd met een beschuldiging van pedofilie vindt bevestiging in Whatsappberichten aan aangever van onder meer [medeverdachte 1] . Deze berichten zijn van na de tenlastegelegde periode, maar vormen naar het oordeel van de rechtbank steunbewijs voor de verklaring van aangever.
Onder dreiging dat aangever ‘ [bijnaam] ’ niet meer mocht zien pinnen in het casino
Aangever heeft verklaard dat hij meermalen met de familie, waaronder verdachte, naar het casino is geweest. Er gingen enkele duizenden euro’s doorheen die aangever betaalde. Dit deed hij eveneens onder druk, zo verklaarde hij. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat zij regelmatig met de familie en aangever naar het casino ging. Ook medeverdachte [medeverdachte 2] heeft bevestigd dat zij met aangever naar het casino ging en heeft daarbij verklaard dat aangever (vrijwillig) betaalde.
Volgens een politieregistratie waren op 20 december 2019 onder andere verdachte en medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] met aangever in het casino. Aangever heeft verklaard dat hij bij de andere casinobezoeken met dezelfde personen was. Op de bankmutaties van de rekening van aangever is te zien dat hij in december 2019 en januari 2020 daadwerkelijke grote bedragen heeft gepind in casino’s. Uit de verklaring van aangever, dat hij moest betalen en dat hij anders ‘ [bijnaam] ’ niet meer zou mogen zien, waarmee de familie psychische druk op hem uitoefende, leidt de rechtbank af dat hij door bedreiging met een andere feitelijkheid, namelijk het niet meer mogen zien van ‘ [bijnaam] ’, tot die betalingen is gedwongen.
Dat aangever gedwongen is deze betalingen te doen voor de familie, wordt naar het oordeel van de rechtbank bovendien bevestigd door de aard van de betaling. Deze past niet bij de leefstijl van aangever. Aangever heeft verklaard dat hij eerder nog nooit in casino’s en gokhallen was geweest en er zijn geen aanwijzingen in het dossier van het tegendeel.
Verbod om met de politie te praten / verbreken banden met Kampen / communicatieverbod
Aangever heeft - in het kort - verklaard dat hij niet met de politie durfde te praten, omdat hij dan het geld, het goud en ‘ [bijnaam] ’ kon vergeten. Dat werd hem gezegd. Hij mocht met niemand praten. Niet met mensen uit Kampen en niet met de politie. Verdachte en medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zeiden dat steeds tegen hem. Het werd niet getolereerd als hij belde. Aangever heeft ook verklaard dat ze allemaal aan zijn telefoon zaten en van alles verwijderden.
De rechtbank ziet voor het verbod om met de politie te praten bevestiging in de verklaring van de wijkagent. Deze wijkagent, die aangever bij de familie [familienaam] thuis had ontmoet, had de indruk dat verdachte niet wilde dat hij met de man praatte. Ook had hij de indruk dat aangever niet met hem durfde te praten, toen hij hem op een later moment op straat was tegengekomen. Dit leidde de wijkagent af uit het schichtige gedrag van aangever.
Dat aangever niet met mensen in Kampen mocht praten en dat zijn telefoon gecontroleerd werd, schrijft hij ook in een e-mailbericht van 13 mei 2020 gericht aan kennissen in Kampen. Aangever stuurde deze e-mail toen hij met de familie in Spanje verbleef. Hij gebruikt daarin zelfs de term ‘Noodkreet’. Aangever heeft verklaard dat hij op 21 februari 2020 met verdachte en medeverdachte [medeverdachte 3] naar Spanje is vertrokken. Aangever werd voorgehouden dat hij ‘ [bijnaam] ’ daar weer zou ontmoeten. Een paar dagen later kwam medeverdachte [medeverdachte 2] . Aangever verbleef in een apart appartement, dat hij zelf betaalde. Hij betaalde ook het appartement van verdachte en de medeverdachten. Zijn pinpas is op een gegeven moment afgenomen en werd gebruikt door medeverdachte [medeverdachte 2] , aan wie hij ook zijn pincode had gegeven. Ook is de pinpas door verdachte en medeverdachte [medeverdachte 3] gebruikt.
De rechtbank acht bewezen dat aangever door de psychische druk die in Spanje is uitgeoefend, door het verbieden van contacten met anderen en het controleren van zijn communicatie, is gedwongen om gedurende het verblijf in Spanje alle betalingen voor de familie te doen. De rechtbank maakt uit de verklaring van aangever ook op dat hij in Spanje steeds geïsoleerder raakte en dat de verstandhouding met de familie steeds vijandiger werd. Dat blijkt ook uit de eerdergenoemde e-mail van 13 mei 2020. Uit die context blijkt de onvrijwilligheid van zijn handelen.
De rechtbank concludeert dat de familie door het spreek- en contactverbod en de dreiging dat hij anders ‘ [bijnaam] ’ niet meer zou zien aangever heeft gedwongen geld te blijven afgeven, zowel in Nederland als in Spanje. Daarmee is sprake van de dwangmiddelen ‘een andere feitelijkheid’ en ‘dreiging met een andere feitelijkheid’.
De aankoop van de Mercedes
Aangever heeft verklaard dat hij op 5 februari 2020 een Mercedes heeft aangeschaft in het bijzijn en op aandringen van verdachte, en dat verdachte (en zijn zoon, medeverdachte [medeverdachte 3] ) de auto zijn gaan gebruiken. Aangever zelf mocht van verdachte niet gebruikmaken van de auto, maar moest wel alle kosten voldoen. Verdachte hield hem voor dat de auto de trouwauto van aangever en ‘ [bijnaam] ’ zou worden, en dat aangever daarom moest opdraaien voor de kosten. Ook heeft verdachte aangever voorgehouden dat hij de ‘trouwauto’ op Valentijnsdag als verrassing aan ‘ [bijnaam] ’ mocht laten zien, om zo aangever te bewegen om de kosten voor de Mercedes te voldoen. Maar aangever voelde ook dwang, hij deed het niet vrijwillig, want op de vraag waarom hij hier – naast dat het voor ‘ [bijnaam] ’ zou zijn – aan meewerkte antwoordt hij “Ik stond tegenover 7 bandieten. Ik had in die periode zelfs zelfmoordneigingen. Ik wilde het mijzelf niet moelijker maken. Ik was ten einde raad”. Verdachte heeft de Mercedes uiteindelijk achtergelaten in Spanje, waarna de auto bij aangever terug is gekomen.
Betalingen in Spanje
Aangever heeft - in het kort - verklaard dat hij op 21 februari 2020 met verdachte en medeverdachte [medeverdachte 3] naar Spanje is vertrokken. Een paar dagen later kwam ‘moeder’, [medeverdachte 2] . Aangever verbleef in een apart appartement, dat hij zelf betaalde. Hij betaalde ook het appartement van verdachte en de medeverdachten. Zijn pinpas is op een gegeven moment in beslag genomen en werd gebruikt door medeverdachte [medeverdachte 2] , aan wie hij ook zijn pincode had gegeven, en door verdachte en medeverdachte [medeverdachte 3] . Als ze uit eten gingen, moest hij thuis blijven of aan een apart tafeltje eten. Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft verklaard dat ze in Spanje de pinpas van aangever kreeg, terwijl zij zich niet kan herinneren dat hij er bij het eten bij was.
De rechtbank acht bewezen dat aangever door de psychische druk die in Spanje is uitgeoefend, het geweld, de bedreigingen met geweld, door het verbieden van contacten met anderen en het controleren van zijn communicatie, is gedwongen om gedurende het verblijf in Spanje alle betalingen voor de familie te doen. De rechtbank maakt uit de verklaring van aangever ook op dat hij in Spanje steeds geïsoleerder raakte en dat de verstandhouding steeds vijandiger werd. Dat blijkt ook uit de e-mail die aangever in mei 2020 naar kennissen in Kampen stuurt. Uit die context blijkt de onvrijwilligheid van zijn handelen.
Het overmaken van de opbrengst van de woningen in Kampen naar Goudbank Numagold en Antwerpen Goudbank en het tekenen van de volmachten
Aangever heeft - verkort weergegeven - verklaard dat hij het geld dat binnen was gekomen van de verkoop van zijn woning aan de [adres 2] in [plaats] moest overmaken naar de Goudbank Numagold. Aangever heeft daarbij verklaard dat hij dagelijks door [bijnaam] (medeverdachte [medeverdachte 1] ) werd gebeld om goud te kopen. Hij verbleef toen in Spanje. Hij moest daarom een volmacht geven om het goud op te laten halen door de familie. Hij heeft verklaard dat hij dit onder dwang deed. Bij het ondertekenen van de volmacht waren verdachte en medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] aanwezig.
Aangever heeft verder - samengevat - verklaard dat hij de opbrengst van zijn appartement in de [straat] in [plaats] op de dag van de verkoop, 9 juni 2020, heeft overgemaakt naar de Antwerpen Goudbank. Aangever heeft verklaard dat hij ook de volmacht voor het ophalen van het goud bij de Antwerpen Goudbank heeft ondertekend in het appartement in Spanje. Verder heeft hij verklaard dat er steeds weer naar dit geld werd gevraagd door de familie. Hij werd weer bedreigd. Hij wilde levend weg en heeft het daarom geaccepteerd. Op een vraag van de politie of de reden om de opbrengst van beide woningen om te laten zetten in goud was dat aangever dacht een toekomst met ‘ [bijnaam] ’ te kunnen opbouwen, heeft aangever geantwoord dat het kwam omdat hij bang was.
Dat de goudaankopen daadwerkelijk hebben plaatsgevonden en dat door aangever volmachten zijn getekend om het goud op te halen, blijkt uit de bankmutaties, de facturen van de goudbanken en de volmachten die onderdeel uitmaken van het dossier. In het kader van de oplichting heeft de rechtbank overwogen dat aangever blijkens de informatie van Rabobank voor de ontmoeting met de familie nooit goud kocht. De rechtbank ziet hierin een bevestiging voor de onvrijwilligheid van deze aankopen. De psychische druk waaronder aangever dit deed blijkt bovendien uit de eerdergenoemde e-mail die hij hierover in mei 2020 aan kennissen in Kampen schreef. Dat hij deze e-mail schreef nog voordat hij aangifte heeft gedaan, draagt bij aan de overtuiging van de rechtbank dat druk op hem werd uitgeoefend.
Geweld, bedreigingen en schelden
Uit de verklaringen van aangever volgt dat gescheld, bedreigingen met geweld en geweldsuitingen van met name verdachte ook hebben bijgedragen aan de gedwongen afgifte van geld en goederen. Onder ‘Rol van verdachte’ wordt toegelicht waar de geweldsuitingen waar verdachte verantwoordelijk voor is uit bestonden.
Handelingen die niet als dwangmiddelen kwalificeren
De volgende handelingen kwalificeren niet als dwangmiddelen die strekken tot afgifte van geld of goederen en kunnen daarom niet bewezen worden verklaard:
het benaderen van aangever via de website ‘Badoo’;
het laten betalen van een bedrag van € 120.000,- voor ‘ [bijnaam] ’ voor een ketting die bij een pandjesbaas lag; en
het laten aangaan van een geldleningsovereenkomst van € 365.000,-, te betalen in goud.
Voor het benaderen van aangever via de datingwebsite geldt dat dit op zichzelf niet een handeling is die aangever heeft gedwongen tot afgifte van geld of goederen, zodat dit gedeelte van de tenlastelegging niet bewezen kan worden verklaard. Voor de overige handelingen geldt dat de rechtbank van oordeel is dat niet is gebleken dat aangever deze bedragen onder invloed van dwang heeft betaald.
Rol verdachte
Zoals eerder overwogen heeft verdachte een essentiële, namelijk een centrale, deels initiërende en sturende rol gespeeld bij de oplichting. Gelet hierop en vanwege zijn rol binnen de familie zoals hiervoor omschreven kan hij ook in het kader van de dwang verantwoordelijk worden gehouden voor de context van opzettelijk geuite onwaarheden die ook bij de dwang relevant zijn.
Dat geldt voor alle onderdelen van de tenlastelegging die gaan over de “relatie” tussen aangever en ‘ [bijnaam] ’. De rechtbank acht deze onderdelen relevant voor dwang, omdat de leugen dat ‘ [bijnaam] ’ een relatie met aangever wilde en dat zij met hem wilde trouwen later is gebruikt om aangever onder druk te zetten om te (blijven) betalen. Tegen hem werd door verdachte en enkele medeverdachten gezegd dat hij ‘ [bijnaam] ’ niet meer mocht zien als hij niet zou betalen.
Verdachte heeft ook met betrekking tot de ten laste gelegde dwang een wezenlijke bijdrage gehad. Naast dat verdachte aanwezig was bij de casinobezoeken waar aangever onder dwang heeft betaald, was verdachte ook één van degenen die concreet dreigde dat aangifte tegen aangever zou worden gedaan van pedofilie als hij niet zou meewerken. Aangever heeft verdachte verder uitdrukkelijk genoemd als één van de personen die zei dat hij niet met de politie en mensen uit Kampen mocht praten.
Verdachte was één van de familieleden die in Parijs was (hij kwam de dag na het bezoek aan Euro Disney). Bij de afgifte van het geld in de Louis Vuiton winkel waren volgens aangever in ieder geval verdachte en medeverdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] aanwezig.
Ook was het met name verdachte die geweld tegen aangever gebruikte, of daarmee dreigde. Dit gewelddadige gedrag van verdachte is een (zeer) belangrijk dwangmiddel geweest en heeft bijgedragen aan de afgifte van geld en goederen in de ten laste gelegde periode. Zo zei verdachte tegen aangever dat, als hij geen geld zou afstaan bij de verkoop van zijn woning in juni 2020, ze hem dood zouden maken en zijn hoofd eraf zouden slaan. Verder toonde hij aan aangever dat hij een hakbijl had. Met deze hakbijl heeft verdachte een zwaaiende beweging naar aangever gemaakt, met de mededeling dat hij hem de volgende keer los zou laten. Ook heeft aangever verdachte vaker horen zeggen dat hij deze hakbijl zou kunnen gebruiken, waarmee hij volgens aangever impliceerde dat hij de hakbijl tegen aangever zou gebruiken als hij niet meewerkte. Daarnaast hebben verdachte en medeverdachte [medeverdachte 3] aangever bedreigd met een mes, door net te doen of het mes naar aangever toe werd gegooid. Verder greep verdachte aangever bij zijn keel, waarbij hij zei dat hij de volgende keer zijn hand om zou draaien. Gelet op de wijze waarop verdachte aangever bij zijn luchtpijp vasthield, werd deze bedreiging opgevat als doodsbedreiging. Voorgaande handelingen gaven aangever een dermate onveilig gevoel, dat hij zich genoodzaakt zag om te blijven doen wat de familie van hem vroeg.
Daarnaast volgt uit de verklaringen van aangever dat verdachte bovenop de verkoop van de huizen in Kampen en de aankoop van goud met de opbrengst van die huizen. Verdachte was met aangever in Spanje, toen aangever gedurende een uur van de familie zijn handtekening moest oefenen voor een volmacht voor het laten ophalen door de familie van € 250.000,- aan goud op kosten van aangever.
Uiteindelijk heeft aangever in Spanje onder dwang zijn pinpas afgestaan aan verdachte en zijn medeverdachten. Zij namen zijn pas mee naar Nederland. Vanaf het moment dat de familie met de pinpas van aangever is teruggereisd naar Nederland heeft de familie in de supermarkt gebruik gemaakt van de pinpas van aangever.
Gelet op de voortdurende druk en wezenlijke bijdrage die verdachte heeft geleverd aan het in stand houden van de leugens en het blijvend uitoefenen van druk vanuit Nederland, acht de rechtbank verdachte ook verantwoordelijk voor de uitgaven die medeverdachten in Nederland met die pinpas hebben gedaan. Zonder zijn sturende inbreng was dat alles immers allemaal niet mogelijk geweest. Daarmee heeft verdachte ook aan dit feit een wezenlijke bijdrage geleverd en kan hij als medepleger worden aangemerkt.
Periode
De bewezen verklaarde feitelijkheden en de afgifte van geldbedragen waartoe aangever door deze feitelijkheden is gedwongen, hebben allemaal plaatsgevonden in de periode van 25 oktober 2019 tot en met 12 juni 2020. De rechtbank zal dan ook bewezen verklaren dat verdachte zich aan het medeplegen van dwang heeft schuldig gemaakt in deze periode. Voor de pleegperiode van 1 juli 2019 tot en met 24 oktober 2019 zal de rechtbank verdachte vrijspreken.
Afgegeven geldbedragen
Tot de afgifte van de volgende geldbedragen is aangever bewogen door de hiervoor beschreven dwangmiddelen:
Goud
Zoals uit het dossier blijkt, is aangever in 2020 gedwongen tot de aankoop van goudstaven voor een totaalbedrag van € 551.250,-.
De dwang voor de aankopen van het goud in april en juni 2020 volgt uit hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen.
Louis Vuitton-winkel
Aangever heeft zoals eerder is overwogen onder dwang in de Louis Vuitton-winkel gepind. Het gaat daarbij om een bedrag van € 5.900,-.
Casino
De rechtbank heeft eerder overwogen dat aangever door dwangmiddelen is gedwongen tot de betaling van de kosten in casino’s in december 2019 en januari 2020. Uit de bankmutaties blijkt dat hij in deze periode voor een totaalbedrag van € 8.460,- heeft gepind bij die casino’s.
Pinbetaling in Spanje
Uit de bankmutaties van betalingen gedaan in Spanje in de periode van 21 februari 2020 tot en met 11 juni 2020 blijkt dat er in totaal een bedrag van € 20.977,10 is uitgegeven door aangever. Gedurende de hele periode is verdachte daar met aangever geweest, samen met medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] (de laatste niet de hele periode) en soms ook met andere familieleden. Omdat aangever ook in eigen levensonderhoud heeft voorzien en er gedurende de periode in Spanje dus tenminste steeds vier personen zijn geweest, is (tenminste) 3/4e deel van het totaalbedrag ten goede van verdachte en medeverdachten gekomen. Dat gaat dus om een bedrag van € 15.732,83.
Supermarkten / Esso
In het dossier zijn ook bankmutaties opgenomen van betalingen met de pinpas van aangever in supermarkten en tankstation Esso op 11 en 12 juni 2020. Voor het vertrek van de familie had aangever aan de familie gevraagd zijn pinpas terug te geven. Dat heeft de familie niet gedaan.
Verdachte en medeverdachten hebben bevestigd dat zij in Nederland over de pinpas van aangever beschikten. Bij het tonen van foto’s van de pintransacties hebben zij bevestigd dat familieleden de pinbetalingen met de pinpas van aangever hebben gedaan. Ze hebben verklaard dat ze de pinpas van medeverdachte [medeverdachte 2] hebben gekregen.
De pinbetalingen die met de pinpas van aangever in Nederland zijn gedaan, ziet de rechtbank dan ook als het verlengde van de uitgaven die de familie met zijn pinpas in Spanje heeft gedaan. De dwang die toen op aangever werd uitgeoefend, ook vanuit Nederland door verdachte, duurde voort. Aangever had geen toestemming gegeven voor het gebruik van zijn pinpas.
De rechtbank is van oordeel dat deze pinbetalingen onderdeel uitmaken van het delict. Pas na het pinnen met de afgegeven pinpas is het delict voltooid.
Het totaalbedrag dat in dit kader van de pinpas van aangever is betaald bedraagt € 187,60.
Conclusie dwang
De rechtbank concludeert dat aangever door dwangmiddelen is gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van in totaal € 581.530,43. Verdachte kan als medepleger voor de afgifte van dit bedrag strafrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden.

6.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1op een of meer momenten in de periode van 1 juli 2019 tot en met 2 december 2019 te Utrecht en/of Leersum en/of Kampen, althans in Nederland, en/of Antwerpen en/of Brussel, althans in België, tezamen en in vereniging met anderen meermalen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever] (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te wetende afgifte van geldbedragen en goudstaven ter waarde van in totaal(ongeveer) € 1.098.909,04 euro, door in strijd met de waarheid:- via datingsite “Badoo” en het profiel “ [profielnaam] ” contact te zoeken met die [aangever] en zich daarbij voor doen als “ [bijnaam] ” en/of als een potentiële relatie en (vervolgens) via de chat contact te hebben en- te veinzen dat die “ [bijnaam] ” een relatie met die [aangever] zou willen en/of (vervolgens) met die [aangever] af te spreken en- die [aangever] mede te delen en te doen geloven dat “ [bijnaam] ” een lening nodig had en dat die [aangever] hiermee kon helpen en (daarbij) de indruk te wekken dat het geldbedrag terugbetaald zou worden en- die [aangever] mede te delen en te doen geloven dat “ [bijnaam] ” een relatie met hem wilde en dat zij samen konden en/of zouden zijn en dat zij met hem wilde trouwen en- die [aangever] mede te delen en te doen geloven dat hij een geldbedrag van € 135.000 moest betalen als borg voor de trouwerij en hem vervolgens nog een geldbedrag van € 140.000 te laten betalen voor de trouwerij en die [aangever] hiervoor geld over te laten maken naar Antwerpen Goudbank en hem dat goud in Antwerpen op te laten halen en
- die [aangever] mede te delen en te doen geloven dat hij twee Rolex horloges ter waarde van in totaal € 73.000 moest kopen ten behoeve van de trouwerij met “ [bijnaam] ” en hem dit geldbedrag over te laten maken en (vervolgens) aan hem mede te delen dat hij deze horloges moest afstaan en- die [aangever] mede te delen en te doen geloven dat “ [bijnaam] ” vrijgekocht moest worden van haar pooier en hiervoor een geldbedrag van € 450.000 in goudstaven moest worden betaald en- die [aangever] meermalen, (pin)betalingen te laten doen in diverse winkels en (vervolgens) de gekochte spullen af te laten staan en- die [aangever] mede te delen en te doen geloven dat hij een ketting van “ [bijnaam] ” moest kopen bij een pandjesbaas en hiervoor als afbetaling een geldbedrag van € 120.000 in goudstaven moest worden betaald en- die [aangever] bij de notaris een leenovereenkomst aan te laten gaan ten bedrage van € 365.000,- en hiervoor een geldbedrag over te laten maken naar Antwerpen Goudbank en (vervolgens) het goud af te laten geven en- die [aangever] mede te delen en te doen geloven dat de woning in Italië onder water stond en hiervoor een geldbedrag van ongeveer € 70.000,- moest worden overgemaakt;
feit 2, subsidiairop een of meer momenten in de periode van 1 september 2019 tot en met 12 juni 2020 te Utrecht en/of Leersum en/of Kampen, althans in Nederland, en/of Antwerpen en/of Brussel, althans in België, en/of Parijs, althans in Frankrijk, en/of Lloret de Mar, althans in Spanje, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, een ander, te weten [aangever] , door geweld en enige andere feitelijkheid en door bedreiging met geweld en enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, te weten de afgifte van geldbedragen en goudstaven ter waarde van in totaal € 581.530,43euro, door- te veinzen dat die “ [bijnaam] ” een relatie met die [aangever] zou willen en/of(vervolgens) met die [aangever] af te spreken en- die [aangever] mede te delen en te doen geloven dat “ [bijnaam] ” een relatie methem wilde en dat zij samen konden en/of zouden zijn en dat zij met hemwilde trouwen en- die [aangever] meermalen te zeggen dat hij “ [bijnaam] ” niet meer zou zien als hij niet zou betalen en/of mee zou werken en- die [aangever] te zeggen dat aangifte zou worden gedaan van pedofilie tegen hem en- die [aangever] te zeggen dat ze hem achter zouden laten in een winkel in Parijs als hij niet zou betalen en daarbij (dreigend) in een groep om hem heen te gaan staan en- die [aangever] meerdere keren mede te delen dat hij dood gemaakt zou worden en (daarbij) eenmaal een hakbijl te tonen en- die [aangever] te zeggen/dwingen dat hij de woning aan de [adres 1] niet mocht verlaten zonder toestemming en daarbij te zeggen dat hij anders alles kwijt zou raken (geld en/of goud en/of “ [bijnaam] ”) en- die [aangever] te dirigeren in een aparte kamer van de woning te verblijven en te zeggen/dwingen dat hij zijn mond moest houden en/of te zeggen/dwingen dat hij daar moest blijven totdat het bezoek weg was en- die [aangever] (daarbij) meermalen uit te schelden en/of te vernederen en- die [aangever] te dwingen een geldbedrag te laten betalen voor de huur van een woning in Leersum en/of hem (daarbij) uit te schelden en- die [aangever] meermalen mee te nemen en/of mee te sleuren naar het casino en hem daar (vervolgens) te dwingen om geld te pinnen en/of dit geldbedrag af te staan en/of (daarbij) opnieuw te zeggen dat hij “ [bijnaam] ” anders nooit meer zou zien en- die [aangever] mede te delen dat hij “ [bijnaam] ” nooit meer zou zien als hij met de politie zou praten en- die [aangever] te zeggen/dwingen maandelijks een geldbedrag over te laten maken ten behoeve van de koop van een auto (Mercedes) en (vervolgens) deze auto op zijn naam te laten zetten en- die [aangever] te zeggen/dwingen dat hij alle banden met Kampen moest verbreken en/of moest verhuizen uit Kampen en- die [aangever] mee te nemen naar Spanje en hem (vervolgens) te dwingen om meermalen, pinbetalingen te doen in hotels en restaurants en winkels en casino en die [aangever] meermalen te dwingen geldbedragen op te nemen en af te staan en- die [aangever] (daarbij) uit te schelden en mede te delen dat hij dood zou wordengemaakt en- die [aangever] te zeggen/dwingen dat hij niet mocht communiceren met anderen en hem te dwingen alle berichten van zijn telefoon te verwijderen en vervolgens de telefoon van die [aangever] te controleren en zijn berichten te verwijderen en- die [aangever] te dwingen het op zijn rekening ontvangen geldbedrag voor de verkoop van zijn huis in Kampen over te maken naar de Goudbank Numagold en (vervolgens) hem te dwingen het goud af te staan en- die [aangever] (hard) bij de keel te grijpen/knijpen en (daarbij) te zeggen dat het de volgende keer anders zou gaan en- die [aangever] te dwingen het op zijn rekening ontvangen geldbedrag voor de verkoop van zijn appartement in Kampen over te maken naar Antwerpen Goudbank en (vervolgens) hem te dwingen voor het ophalen hiervan een machtiging te ondertekenen, onder welke feiten en omstandigheden er voor die [aangever] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan die [aangever] zich niet heeft kunnen onttrekken en/of ten gevolge waarvan die [aangever] geen weerstand aan verdachte en/of zijn mededaders heeft kunnen bieden.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

7.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
feit 2, subsidiair
medeplegen van dwang, meermalen gepleegd.

8.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

9.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot:
  • een gevangenisstraf van vier jaar en vijf maanden, met aftrek van het voorarrest;
  • een maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (Sr) voor de duur van vijf jaren, inhoudende een contactverbod met aangever en een locatieverbod voor het gebied van 20 kilometer rondom de gemeente Kampen.
9.2
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon/persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan
Verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachten, die allen deel uitmaakten van dezelfde familie, schuldig gemaakt aan de geraffineerde oplichting van een kwetsbare en beïnvloedbare oudere man. Door maandenlang leugens te vertellen tegen het slachtoffer over dat ‘ [bijnaam] ’ een relatie met hem wilde, met hem wilde trouwen en allerlei zaken daaromheen, heeft verdachte samen met anderen het slachtoffer grote geldbedragen afhandig gemaakt. Daarnaast heeft verdachte samen met de medeverdachten het slachtoffer maandenlang met geweld, bedreiging en andere feitelijkheden (zoals bijvoorbeeld zeggen dat hij ‘ [bijnaam] ’ anders nooit mee zou zien) gedwongen grote geldbedragen af te geven. In totaal heeft het slachtoffer een bedrag van € 1.680.439,47 aan verdachte en zijn medeverdachten (‘de familie’) afgestaan, grotendeels in de vorm van goudstaven.
De feiten hebben zich in een periode van ruim tien maanden afgespeeld, totdat het geld van het slachtoffer bijna op was. Al die tijd werd het slachtoffer op planmatige wijze beïnvloed door de verhalen die de familie hem voorhield over ‘ [bijnaam] ’. Het waren verhalen die inspeelden op de eenzaamheid van het slachtoffer na het overlijden van zijn vader en die beantwoordden aan zijn grote wens om een relatie aan te gaan. De familie heeft het slachtoffer hoop gegeven, terwijl zij in werkelijkheid op schaamteloze wijze misbruik maakten van zijn kwetsbaarheden. Er zijn niet alleen leugens verteld, maar het slachtoffer werd gaandeweg ook steeds verder onder druk gezet door (dreiging met) geweld en (dreiging met) andere feitelijkheden om geld, grotendeels in de vorm van goudstaven, af te staan. Verdachte heeft een dominante rol gespeeld in het bedreigen van het slachtoffer en het toepassen van geweld, waardoor het slachtoffer steeds banger is geworden.
De rechtbank vindt het extra kwalijk dat de familie het slachtoffer uiteindelijk berooid in Spanje heeft achtergelaten, nadat hij de opbrengst van zijn laatst verkochte woning voor hen had omgezet in goud. Het slachtoffer had toen op financieel gebied niet veel meer te bieden. Door zelfs de pinpas van het slachtoffer mee te nemen, moest het slachtoffer de hulp van kennissen inroepen om vanuit Spanje terug naar Nederland te kunnen komen. Dat was het moment waarop het slachtoffer zich realiseerde dat hij aangifte moest doen. Daarmee heeft hij zelf de gebeurtenissen beëindigd.
Pijnlijk is dat de geldbedragen die het slachtoffer heeft afgegeven voor een groot deel afkomstig waren van de erfenis van zijn overleden vader. Deze erfenis is door het handelen van verdachte en zijn medeverdachten in rook opgegaan, althans voor het slachtoffer. Hij heeft niets meer teruggezien van het aangekochte goud en ook voor andere forse uitgaven, zoals de Rolex-horloges, is hij nooit gecompenseerd door verdachte of zijn medeverdachten. Tot op heden ontbreekt van het aangekochte goud en de Rolex-horloges ieder spoor.
Het slachtoffer is vrijwel al zijn geld kwijtgeraakt en hij heeft aanzienlijke psychische schade opgelopen. Uit de schriftelijke slachtofferverklaring blijkt dat de gebeurtenissen voor het slachtoffer traumatisch zijn geweest. Hij is angstig en durft niet meer alleen naar buiten te gaan. Hij is achterdochtig geworden en heeft nachtmerries. Daarnaast voelt hij zich neerslachtig en depressief. De constatering dat ‘ [bijnaam] ’ kennelijk ook niet oprecht was in haar liefde voor hem heeft hem veel verdriet gedaan. De advocaat van het slachtoffer heeft op zitting toegelicht dat het slachtoffer inmiddels EMDR-therapie heeft ondergaan. Op de zitting is ook gebleken dat het slachtoffer tot op de dag vandaag nog steeds dagelijks angst ervaart en met name bang is voor verdachte, omdat hij degene was die met zijn gewelddadige gedragingen veel druk en angst heeft ingeboezemd bij hem.
Verdachte heeft het ten laste gelegde steeds stellig ontkend en heeft er op geen enkele wijze blijk van gegeven zich bewust te zijn van de ernst van zijn gedragingen en de gevolgen daarvan. Verdachte heeft daarmee geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen. Verdachte heeft zich met de medeverdachten gedurende een lange periode kennelijk zonder enige gewetensbezwaren uitsluitend laten leiden door zijn eigen financieel gewin ten koste van het slachtoffer. Verdachte heeft daarbij een grote rol gespeeld in het toepassen van geweld, het dreigen met geweld en daarmee bij het angst aanjagen bij het slachtoffer. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook gekeken naar een uittreksel justitiële documentatie (‘het strafblad’) van verdachte van 13 maart 2025, waaruit blijkt dat verdachte in het verleden meerdere malen is veroordeeld voor vermogensdelicten. Aangezien deze veroordelingen langer dan vijf jaar geleden zijn, is formeel geen sprake van recidive en weegt de rechtbank deze veroordelingen niet in strafverzwarende zin mee. Desondanks stelt de rechtbank vast dat deze eerdere veroordelingen verdachte er kennelijk niet van hebben weerhouden om zich opnieuw schuldig te maken aan soortgelijke strafbare feiten, en dat verdachte nog steeds blijk geeft van een pro-criminele houding.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 9 december 2024. Uit het rapport volgt dat de reclassering vanwege de ontkennende houding van verdachte geen delictgerelateerde criminogene factoren kan aanwijzen. Hoogstwaarschijnlijk heeft verdachte het delict gepleegd vanuit een financieel motief. Verdachte heeft geen werk en kampt met schulden. Daarnaast brengt de reclassering het (familie)netwerk in verband met het delict, omdat onderhavig feit met gezins- en familieleden is gepleegd en kan bij een veroordeling worden gesproken van een pro-criminele houding van verdachte. Omdat verdachte ontkent, is het voor de reclassering niet mogelijk om de risico’s goed in te schatten of te werken aan gedragsverandering. De reclassering ziet daarom geen aanknopingspunten om een toezicht of gedragsinterventie te adviseren, temeer omdat dit ook erg belastend of niet haalbaar zou zijn voor verdachte, gezien zijn beperkingen als gevolg van zijn forse overgewicht. De reclassering adviseert daarom om een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden.
Strafoplegging
Bij het bepalen van de strafmodaliteit en de hoogte daarvan, vormt de bewezen verklaring het uitgangspunt. Om te bevorderen dat voor dezelfde feiten door rechtbanken ongeveer dezelfde straffen worden opgelegd, zijn landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting ontwikkeld (ook wel LOVS-oriëntatiepunten genoemd). Nu de nadruk van de bewezen verklaarde feiten ligt op het vermogensverlies, zal de rechtbank als uitgangspunt de oriëntatiepunten voor fraudezaken nemen. Het totale benadelingbedrag van de feiten van € 1.680.439,47 is daarbij leidend. De oriëntatiepunten voor fraude gaan bij een benadelingsbedrag van € 1.000.000,- en hoger uit van een gevangenisstraf van twee jaar, waarbij de specifieke omstandigheden van het geval tot een hogere straf kunnen leiden.
Strafverzwarende factoren zijn in deze zaak de duur van de oplichting en de dwang, het geraffineerde van de oplichting en de kwetsbaarheid van het slachtoffer, de ernst van de dwang en daarbij ook met name de (dreiging met) geweld, de hoogte van het benadelingsbedrag, de wijze waarop het slachtoffer uiteindelijk is achtergelaten in Spanje en de algehele ontkennende proceshouding van verdachte waarbij hij heeft geweigerd om openheid van zaken te geven. Ook is strafverzwarend dat er duidelijke aanwijzingen zijn dat [naam] , destijds minderjarig, door verdachte en de familie is gedwongen om deel te nemen aan de oplichting en de dwang, door zich voor te doen als ‘ [bijnaam] ’.
Verder weegt strafverzwarend mee dat verdachte een actieve en dominante rol heeft gespeeld in het geheel van de oplichting en dwang van het slachtoffer. De rechtbank houdt verdachte dan ook verantwoordelijk voor een groot deel van de ten laste gelegde handelingen, waarbij het gebruik van geweld door verdachte een strafverzwarend element vormt. Hij was met name degene die met geweld heeft gedreigd en daadwerkelijk geweldshandelingen heeft verricht, waardoor het slachtoffer steeds banger is geworden. Het slachtoffer heeft specifiek over verdachte verklaard dat hij voor hem écht bang was.
De rechtbank stelt vast dat ten tijde van de uitspraak sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank ziet daarin geen reden voor strafvermindering. Daarbij speelt mee dat de overschrijding van de termijn met iets langer dan een jaar mede is veroorzaakt door de moeizame planning van deze zaak. Door het grote aantal verdachten moest er rekening worden gehouden met veel verhinderdata. Daar komt bij dat de zaak van verdachte in eerste instantie inhoudelijk zou worden behandeld op 18 september 2023, maar deze vervolgens op zijn verzoek meerdere keren werd aangehouden. Gelet op deze omstandigheden beperkt de rechtbank zich tot de constatering dat de redelijke termijn is overschreden en zal hieraan geen verdere gevolgen verbinden.
Wel zal de rechtbank rekening houden met de samenhang tussen de twee bewezenverklaarde feiten.
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van de bewezen verklaarde feiten, mede vanuit een oogpunt van normbevestiging, vergelding en generale preventie, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur rechtvaardigt. De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van verdachte geen factoren die aanleiding geven voor strafvermindering of een andersoortige straf. Dat verdachte zelf van mening is dat hij, gelet op zijn gezondheidssituatie, niet geschikt is om naar de gevangenis te gaan, doet hier niet aan af. Op basis van het dossier heeft de rechtbank geen aanknopingspunten gevonden die erop wijzen dat verdachte door zijn gezondheidssituatie detentieongeschikt zou zijn, en ziet zij dan ook geen belemmering om hem een gevangenisstraf op te leggen.
Alles overwegende vindt de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Voorlopige hechtenis
Verdachte heeft voor deze strafzaak 154 dagen in voorlopige hechtenis doorgebracht. Deze voorlopige hechtenis is met ingang van 22 februari 2022 onder voorwaarden door de rechtbank geschorst. Bij de beoordeling of de schorsing van zijn voorlopige hechtenis in dit geval moet worden opgeheven, moet de rechtbank de belangen van de samenleving en de verdachte afwegen en nagaan of deze opheffing geboden is.
De rechtbank weegt de persoonlijke en strafvorderlijke belangen op dit moment anders dan ten tijde van de schorsing. Verdachte wordt bij dit vonnis veroordeeld tot een langdurige gevangenisstraf voor ernstige strafbare feiten. De rechtbank vindt het maatschappelijk niet aanvaardbaar als verdachte, van wie nu met dit veroordelende vonnis de betrokkenheid bij ernstige feiten is vastgesteld, mede gelet op de rol die hij daarin had, een (eventueel) hoger beroep in vrijheid zou mogen afwachten. Daarbij legt het veroordelend vonnis, naar het oordeel van de rechtbank, meer gewicht in de schaal dan de persoonlijke belangen van verdachte.
De rechtbank zal daarom met ingang van de datum van dit vonnis de schorsing van het bevel voorlopige hechtenis opheffen.
Maatregel in de zin van artikel 38v Sr
Daarnaast zal de rechtbank voor het voorkomen van strafbare feiten een vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38v Sr opleggen en bevelen dat verdachte geen contact heeft met het slachtoffer en zich niet zal bevinden in de gemeente Kampen. De rechtbank ziet geen aanleiding het locatieverbod uit te breiden tot het gebied van 20 kilometer rondom de gemeente Kampen, zoals door de officier van justitie is gevorderd.
De rechtbank legt deze vrijheidsbeperkende maatregel op voor de duur van vijf jaar. Voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, zal vervangende hechtenis van maximaal twee weken per overtreding worden opgelegd, met een maximumduur van zes maanden.
Verdachte heeft zich met de bewezenverklaarde feiten belastend gedragen jegens het slachtoffer. Gelet op de duur van de feiten, het grote aantal gebeurtenissen dat van deze feiten onderdeel uitmaakt en de omstandigheid dat verdachte geen verantwoordelijkheid neemt en de ernst niet lijkt in te zien, moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend zal gedragen jegens het slachtoffer. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

10.BESLAG

10.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van het beslag.
10.2
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de volgende in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaren:
- 1 STK Trui (goednummer 678544);
- 1 STK Tas (goednummer 678561) en
- 1 STK Tas (goednummer 678563).
Deze voorwerpen zijn geheel of grotendeels door middel van of uit baten van het strafbare feit verkregen.
Teruggave aan de rechthebbende
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van het in beslag genomen voorwerp, te weten 1 BUS Pepperspray (goednummer 678548). Hoewel het strafbaar is om een pepperspray voorhanden te hebben, is deze bus pepperspray volgens de wet niet vatbaar voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer, omdat er – kortgezegd – geen relatie is met de strafbare feiten die bewezen zijn verklaard. Volledigheidshalve wijst de rechtbank er nadrukkelijk op dat als verdachte dit voorwerp zou ophalen, hij zich daarmee schuldig zou maken aan een nieuw strafbaar feit.

11.BENADEELDE PARTIJ

[aangever] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.750.518,05. Dit bedrag bestaat uit € 1.720.518,05 aan materiële schade en € 30.000,- aan immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
De benadeelde partij heeft gevorderd de schadevergoeding hoofdelijk toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente, en daarnaast aan verdachte de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
11.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de gevorderde materiële schade toewijsbaar is tot een bedrag van € 1.739.018,05 en de gevorderde immateriële schade in zijn geheel kan worden toegewezen.
De officier van justitie heeft daarnaast verzocht de schadevergoeding hoofdelijk toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte.
Subsidiair heeft de officier van justitie aangekondigd dat, indien de rechtbank de vordering niet-ontvankelijk zal verklaren of zal afwijzen, het openbaar ministerie een ontnemingsvordering zal aanbrengen.
11.2
Het oordeel van de rechtbank
Materiële schade
Het deel van de vordering dat betrekking heeft op de materiële schade komt voor vergoeding in aanmerking tot een bedrag van € 1.680.439,47, te weten het bedrag waarvoor het slachtoffer ten gevolge van de bewezen verklaarde feiten rechtstreeks is benadeeld.
Immateriële schade
De benadeelde partij heeft daarnaast vergoeding van de immateriële schade gevorderd. Op grond van artikel 6:106, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek kan een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn persoon is aangetast, waarvan in ieder geval sprake is als er geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Daarvoor is een onderbouwing van een deskundige vereist.
In het Pro Justitia-rapport van psychiater Bakkum is vastgesteld dat het slachtoffer lijdt aan een posttraumatische stressstoornis, gedeeltelijk in remissie. De advocaat van de benadeelde partij heeft daarnaast een recente verklaring overgelegd van een orthopedagoog. Daarin staat onder meer dat het slachtoffer ernstig is getraumatiseerd. Hij is overdreven waakzaam en schrikachtig, angstig, achterdochtig, vermijdt om naar bepaalde plaatsen te gaan, heeft concentratieproblemen en depressieve klachten. Zijn vertrouwen in anderen is zwaar beschadigd. Ook heeft het slachtoffer EMDR-therapie gehad.
De rechtbank leidt uit deze rapporten en verklaringen af dat er sprake is van geestelijk letsel bij het slachtoffer en dat dit letsel het rechtstreekse gevolg is van de bewezenverklaarde feiten. Zij is dan ook van oordeel dat het slachtoffer immateriële schade heeft geleden, die voor vergoeding in aanmerking komt.
Bij het bepalen van de hoogte van de toe te wijzen immateriële schade heeft de rechtbank rekening gehouden met alle in de onderbouwing genoemde feiten en omstandigheden en op bedragen die zijn toegewezen in vergelijkbare zaken. De rechtbank heeft ook gekeken naar de ernst van de feiten en de gevolgen daarvan voor de benadeelde, zoals eerder onder 9.2 is overwogen. Niet alleen is het slachtoffer bijna al zijn geld afgenomen, maar hij is ook psychisch ernstig beschadigd. Verdachte heeft hier een groot aandeel in gehad. Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank de immateriële schade naar billijkheid vast op een bedrag van € 15.000,-.
Conclusie
De rechtbank zal de vordering toewijzen tot een bedrag van € 1.695.439,47, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 12 juni 2020 tot de dag van volledige betaling.
De benadeelde partij heeft meer gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De behandeling van de vordering levert voor dat deel een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk voor het hele bedrag.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [aangever] aan verdachte de verplichting opleggen tot hoofdelijke betaling aan de Staat van het bedrag van € 1.695.439,47, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 12 juni 2020 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 365 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [aangever] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Als het bedrag door één of meer mededaders is betaald, is verdachte niet gehouden dit bedrag aan de Staat te betalen.

12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f, 38v, 38w, 47, 57, 63, 284 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

13.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 2 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1 en feit 2 subsidiair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 7 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
vijf (5) jaar;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Oplegging 38v-maatregel
- legt aan verdachte op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidvoor de duur van
vijf jaar,inhoudende dat verdachte:
  • op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [aangever] , geboren op [geboortedatum 2] 1954 in [geboorteplaats 2] ;
  • zich niet zal bevindingen in de gemeente Kampen;
- beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel
dadelijk uitvoerbaaris.
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van twee weken per overtreding met een maximumduur van zes maanden;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • 1 STK Trui (goednummer 678544);
  • 1 STK Tas (goednummer 678561);
  • 1 STK Tas (goednummer 678563);
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
1 BUS Pepperspray (goednummer 678548);
Benadeelde partij (feit 1 en feit 2 subsidiair)
  • wijst de vordering van [aangever] toe tot een bedrag van € 1.695.439,47;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 juni 2020 tot de dag van de algehele voldoening;
  • verklaart [aangever] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever] aan de Staat € 1.695.439,47 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 juni 2020 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 365 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededaders op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Voorlopige hechtenis
- heft op het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M.M. Heppe, voorzitter, mr. N.P.J. Janssens en mr. J. Duinkerken, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G.S.M. van Duinkerken, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 mei 2025.
Bijlage I: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op een of meer momenten in de periode van 1 juli 2019 tot en met 31 december
2019 te Utrecht en/of Leersum en/of Kampen, althans in Nederland, en/of Antwerpen en/of Brussel, althans in België, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever] (telkens)
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van (een) geldbedrag(en) en/of goudstaven ter waarde van in totaal (ongeveer) € 1.720.518 euro, althans van een of meerdere geldbedragen, door valselijk, listig, bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- via datingsite “Badoo” en het profiel “ [profielnaam] ” contact te zoeken met die [aangever] en/of zich daarbij voor doen als “ [bijnaam] ” en/of als een potentiële relatie en/of (vervolgens) via de chat contact te hebben en/of
- te veinzen dat die “ [bijnaam] ” een relatie met die [aangever] zou willen en/of (vervolgens) met die [aangever] af te spreken en/of
- die [aangever] mede te delen en/of te doen geloven dat “ [bijnaam] ” en/of “ [bijnaam] ” een lening nodig had(den) en/of dat die [aangever] hiermee kon helpen en/of (daarbij) de indruk te wekken dat het geldbedrag terugbetaald zou worden en/of
- die [aangever] mede te delen en/of te doen geloven dat “ [bijnaam] ” een relatie met hem wilde en/of dat zij samen konden en/of zouden zijn en/of dat zij met hem wilde trouwen en/of
- die [aangever] mede te delen en/of te doen geloven dat hij een geldbedrag (van
(ongeveer) € 135.000) moest betalen als borg voor de trouwerij en/of hem (vervolgens) nog een geldbedrag (van (ongeveer) € 140.000) te laten betalen voor de trouwerij en/of die [aangever] hiervoor geld over te laten maken naar Antwerpen Goudbank en/of hem dat goud in Antwerpen op te laten halen en/of - die [aangever] mede te delen en/of te doen geloven dat hij twee Rolex horloges ter waarde van (in totaal) € 73.000 moest kopen ten behoeve van de trouwerij met “ [bijnaam] ” en/of hem dit geldbedrag over te laten maken en/of (vervolgens) aan hem mede te delen dat hij deze horloges moest afstaan en/of
- die [aangever] mede te delen en/of te doen geloven dat “ [bijnaam] ” vrijgekocht moest worden van haar pooier en hiervoor een geldbedrag (van (ongeveer) € 450.000) in goudstaven moest worden betaald en/of
- die [aangever] meermalen, althans eenmaal, (pin)betalingen te laten doen in diverse winkels en/of (vervolgens) de gekochte spullen af te laten staan en/of
- die [aangever] mede te delen en/of te doen geloven dat hij een ketting van “ [bijnaam] ” moest kopen bij een pandjesbaas en/of hiervoor (als afbetaling) een geldbedrag (van (ongeveer) € 120.000) (in goudstaven) moest worden betaald en/of
- die [aangever] bij de notaris een leenovereenkomst aan te laten gaan ten bedrage van € 365.000,-- en/of hiervoor een geldbedrag over te laten maken naar Antwerpen Goudbank en/of (vervolgens) het goud af te laten geven en/of
- die [aangever] mede te delen en/of te doen geloven dat de woning in Italië onder water stond en/of hiervoor een geldbedrag (van (ongeveer) € 70.000,--) moest worden overgemaakt;
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
2
hij op een of meer momenten in de periode van 1 juli 2019 tot en met 12 juni 2020 te Utrecht en/of Leersum en/of Kampen, althans in Nederland, en/of Antwerpen en/of Brussel, althans in België, en/of Parijs, althans in Frankrijk, en/of Lloret de Mar, althans in Spanje, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever] (telkens) heeft gedwongen tot de afgifte van (een) geldbedrag(en) en/of goudstaven ter waarde van in totaal (ongeveer) € 1.720.518 euro, althans van een of meerdere geldbedragen, dat geheel of ten dele aan die [aangever] toebehoorde, door
- die [aangever] meermalen, althans eenmaal, te zeggen dat hij “ [bijnaam] ” niet meer zou zien als hij niet zou betalen en/of mee zou werken en/of
- die [aangever] te zeggen dat aangifte zou worden gedaan van pedofilie tegen hem en/of
- die [aangever] te zeggen dat hij een ketting van “ [bijnaam] ” moest kopen bij een pandjesbaas en/of hiervoor (als afbetaling) een geldbedrag (van (ongeveer) € 120.000) (in goudstaven) moest worden betaald en/of
- die [aangever] bij de notaris een leenovereenkomst aan te laten gaan ten bedrage van € 365.000,-- en/of hiervoor een geldbedrag over te laten maken naar Antwerpen Goudbank en/of (vervolgens) het goud af te laten geven en/of
- die [aangever] te zeggen dat ze hem achter zouden laten in een winkel in Parijs als hij niet zou betalen en/of daarbij (dreigend) in een groep om hem heen te gaan staan en/of
-die [aangever] meerdere keren, althans eenmaal, mede te delen dat hij dood gemaakt zou worden en/of (daarbij) een hakbijl te tonen en/of
- die [aangever] te zeggen/dwingen dat hij de woning aan de [adres 1] niet mocht verlaten zonder toestemming en/of daarbij te zeggen dat hij anders alles kwijt zou raken (geld en/of goud en/of “ [bijnaam] ”) en/of
- die [aangever] te dirigeren in een aparte kamer van de woning te verblijven en/of te zeggen/dwingen dat hij zijn mond moest houden en/of te zeggen/dwingen dat hij daar moest blijven totdat het bezoek weg was en/of
- die [aangever] (daarbij) meermalen, althans eenmaal, uit te schelden en/of te vernederen en/of
- die [aangever] te dwingen een geldbedrag te laten betalen voor de huur van een woning in Leersum en/of hem (daarbij) uit te schelden en/of
- die [aangever] meermalen, althans eenmaal, mee te nemen en/of mee te sleuren naar het casino en/of hem daar (vervolgens) te dwingen om geld te pinnen en/of dit geldbedrag af te staan en/of (daarbij) opnieuw te zeggen dat hij “ [bijnaam] ” anders nooit meer zou zien en/of
- die [aangever] met een vuist in zijn gezicht te slaan en/of zijn gezicht open te krabben en/of
- die [aangever] mede te delen dat hij “ [bijnaam] ” nooit meer zou zien als hij met de politie zou praten en/of
- die [aangever] te zeggen/dwingen maandelijks een geldbedrag over te laten maken ten behoeve van de koop van een auto (Mercedes) en/of (vervolgens) deze auto op zijn naam te laten zetten en/of
- die [aangever] te zeggen/dwingen dat hij alle banden met Kampen moest verbreken en/of moest verhuizen uit Kampen en/of
- die [aangever] mee te nemen naar Spanje en/of hem (vervolgens) te dwingen om meermalen, althans eenmaal, (pin)betalingen te doen in hotels en/of restaurants en/of winkels en/of casino en/of die [aangever] meermalen, althans eenmaal, te dwingen geldbedrag(en) op te nemen en/of af te staan en/of
- die [aangever] (daarbij) uit te schelden en/of mede te delen dat hij dood zou worden gemaakt en/of
- die [aangever] te zeggen/dwingen dat hij niet mocht communiceren met anderen en/of hem te dwingen alle berichten van zijn telefoon te verwijderen en/of (vervolgens) de telefoon van die [aangever] te controleren en/of zijn berichten te verwijderen en/of
- die [aangever] te dwingen het op zijn rekening ontvangen geldbedrag voor de verkoop van zijn huis in Kampen over te maken naar de Goudbank Numagold en/of (vervolgens) hem te dwingen het goud af te staan en/of
- die [aangever] (hard) bij de keel te grijpen/knijpen en/of (daarbij) te zeggen dat het de volgende keer anders zou gaan en/of
- die [aangever] te dwingen het op zijn rekening ontvangen geldbedrag voor de verkoop van zijn appartement in [plaats] over te maken naar Antwerpen Goudbank en/of (vervolgens) hem te dwingen voor het ophalen hiervan een machtiging te ondertekenen
( art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 3 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer momenten in de periode van 1 juli 2019 tot en met 12 juni 2020 te Utrecht en/of Leersum en/of Kampen, althans in Nederland, en/of Antwerpen en/of Brussel, althans in België, en/of Parijs, althans in Frankrijk, en/of Lloret de Mar, althans in Spanje, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een ander, te weten [aangever] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander, wederrechtelijk heeft/hebben gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten de afgifte van (een) geldbedrag(en) en/of goudstaven ter waarde van in totaal (ongeveer) € 1.720.518 euro, althans van een of meerdere geldbedragen, door
- die [aangever] , te weten een (kwetsbare) man die gemakkelijk te beïnvloeden is, te benaderen via datingsite “Badoo” en met het profiel “ [profielnaam] ” contact te zoeken met die [aangever] en/of zich daarbij voor doen als “ [bijnaam] ” en/of als een potentiële relatie en/of (vervolgens) via de chat contact te hebben en/of
- te veinzen dat die “ [bijnaam] ” een relatie met die [aangever] zou willen en/of (vervolgens) met die [aangever] af te spreken en/of
- die [aangever] mede te delen en/of te doen geloven dat “ [bijnaam] ” een relatie met hem wilde en/of dat zij samen konden en/of zouden zijn en/of dat zij met hem wilde trouwen en/of
- die [aangever] meermalen, althans eenmaal, te zeggen dat hij “ [bijnaam] ” niet meer zou zien als hij niet zou betalen en/of mee zou werken en/of
- die [aangever] te zeggen dat aangifte zou worden gedaan van pedofilie tegen hem en/of
- die [aangever] te zeggen dat hij een ketting van “ [bijnaam] ” moest kopen bij een pandjesbaas en/of hiervoor (als afbetaling) een geldbedrag (van (ongeveer) € 120.000) (in goudstaven) moest worden betaald en/of
- die [aangever] bij de notaris een leenovereenkomst aan te laten gaan ten bedrage van € 365.000,-- en/of hiervoor een geldbedrag over te laten maken naar Antwerpen Goudbank en/of (vervolgens) het goud af te laten geven en/of
- die [aangever] te zeggen dat ze hem achter zouden laten in een winkel in Parijs als hij niet zou betalen en/of daarbij (dreigend) in een groep om hem heen te gaan staan en/of
- die [aangever] meerdere keren, althans eenmaal, mede te delen dat hij dood gemaakt zou worden en/of (daarbij) een hakbijl te tonen en/of
- die [aangever] te zeggen/dwingen dat hij de woning aan de [adres 1] niet mocht verlaten zonder toestemming en/of daarbij te zeggen dat hij anders alles kwijt zou raken (geld en/of goud en/of “ [bijnaam] ”) en/of
- die [aangever] te dirigeren in een aparte kamer van de woning te verblijven en/of te zeggen/dwingen dat hij zijn mond moest houden en/of te zeggen/dwingen dat hij daar moest blijven totdat het bezoek weg was en/of
- die [aangever] (daarbij) meermalen, althans eenmaal, uit te schelden en/of te vernederen en/of
- die [aangever] te dwingen een geldbedrag te laten betalen voor de huur van een woning in Leersum en/of hem (daarbij) uit te schelden en/of
- die [aangever] meermalen, althans eenmaal, mee te nemen en/of mee te sleuren naar het casino en/of hem daar (vervolgens) te dwingen om geld te pinnen en/of dit geldbedrag af te staan en/of (daarbij) opnieuw te zeggen dat hij “ [bijnaam] ” anders nooit meer zou zien en/of
- die [aangever] met een vuist in zijn gezicht te slaan en/of zijn gezicht open te krabben en/of
- die [aangever] mede te delen dat hij “ [bijnaam] ” nooit meer zou zien als hij met de politie zou praten en/of
- die [aangever] te zeggen/dwingen maandelijks een geldbedrag over te laten maken ten behoeve van de koop van een auto (Mercedes) en/of (vervolgens) deze auto op zijn naam te laten zetten en/of
- die [aangever] te zeggen/dwingen dat hij alle banden met Kampen moest verbreken en/of moest verhuizen uit Kampen en/of
- die [aangever] mee te nemen naar Spanje en/of hem (vervolgens) te dwingen om meermalen, althans eenmaal, (pin)betalingen te doen in hotels en/of restaurants en/of winkels en/of casino en/of die [aangever] meermalen, althans eenmaal, te dwingen geldbedrag(en) op te nemen en/of te staan en/of
- die [aangever] (daarbij) uit te schelden en/of mede te delen dat hij dood zou worden gemaakt en/of
- die [aangever] te zeggen/dwingen dat hij niet mocht communiceren met anderen en/of hem te dwingen alle berichten van zijn telefoon te verwijderen en/of (vervolgens) de telefoon van die [aangever] te controleren en/of zijn berichten te verwijderen en/of
- die [aangever] te dwingen het op zijn rekening ontvangen geldbedrag voor de
verkoop van zijn huis in [plaats] over te maken naar de Goudbank Numagold en/of (vervolgens) hem te dwingen het goud af te staan en/of
- die [aangever] (hard) bij de keel te grijpen/knijpen en/of (daarbij) te zeggen dat het de volgende keer anders zou gaan en/of
- die [aangever] te dwingen het op zijn rekening ontvangen geldbedrag voor de verkoop van zijn appartement in Kampen over te maken naar Antwerpen Goudbank en/of (vervolgens) hem te dwingen voor het ophalen hiervan een machtiging te ondertekenen,
onder welke feiten en/of omstandigheden er voor die [aangever] een
(afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan die [aangever] zich niet heeft kunnen
onttrekken en/of tengevolge waarvan die [aangever] geen weerstand aan verdachte en/of zijn mededaders heeft kunnen bieden.
( art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
Bijlage II: de bewijsmiddelen [1]
De hierna weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten. Alle opgenomen bewijsmiddelen zijn zakelijk weergegeven.
De verklaringen van aangever
Aangever [aangever] heeft – voor zover van belang – het volgende verklaard:
Medio juli 2019 trof ik een promotieteam aan in Kampen. Zij zeiden dat ik op de site “Badoo” contact kon maken of kon chatten met dames. Dit deed ik. Mijn tweede contact was met ene [profielnaam] . We spraken eerst een aantal maal in de chatroom. Ik dacht dat zij 30 jaar oud was en zij gaf dit ook aan.
Wij spraken af op [locatie] in Utrecht. Zij had een vriendin bij zich. [2]
Toen kwamen de volgende afspraken. Inmiddels was ook een keer een nicht bij een afspraak. Deze nicht was [bijnaam] van de [adres 1] .
[bijnaam] vroeg aan mij of ik hun een lening kon geven. Dit heb ik betaald. Dit was 10.000 euro. Ik kan me niet herinneren waarvoor ze de lening nodig had. Dit deed ik op 1 september 2019 onder vermelding van “geld lening 2019 10.000” op rekening van mw. [medeverdachte 5] . Op 2 september 2019 heb ik nogmaals een lening overgemaakt van 15.000 euro aan dezelfde mw. [medeverdachte 5] onder vermelding van “geld lening 2019 II”. Dit was op hetzelfde rekeningnummer [rekeningnummer] . Ik sprak af met [bijnaam] dat ze dit kort hierna zou terugbetalen in termijnen.
Een paar weken later was het overtuigd. [bijnaam] wilde met me trouwen. Ik ging al een aantal keer logeren bij [bijnaam] in de [adres 1] te [plaats] .
Op een gegeven moment maakte ik kennis met de vriend van [bijnaam] , genaamd [bijnaam] . Hij kwam samen met een neef van [bijnaam] . Deze neef heet [medeverdachte 3] . Er was een discussie tussen [bijnaam] en [medeverdachte 3] of ze mij moesten vertellen over de leeftijd van [bijnaam] . Toen werd mij verteld dat ze pas 17 jaar oud was.
We kregen een discussie over het wel of niet trouwen voordat ze 18 jaar was. Zij vertelden mij dat we dan gewoon zouden gaan trouwen voor de familie. [bijnaam] vertelde mij dit. De moeder van [bijnaam] moest eerst haar goedkeuring geven. De volgende ochtend was de moeder er. [3] De vraag was of ik 135.000 euro wilde betalen als borg en dat ik maar een lieve goede man voor haar dochter zou zijn. Dit zou in goud moeten worden afgeleverd. De naam van de moeder van [bijnaam] is [medeverdachte 2] .
Dan moest er nog betaald worden 140.000 euro voor de trouwerij. Er kwamen ook nog twee Rolex horloges in beeld ter waarde van 75.000 euro. [bijnaam] kwam met het idee dat we deze Rolex horloges zouden kopen voor de trouwerij. Hier kreeg ik een rekening van en ik betaalde dit. Ik heb de horloges uiteindelijk één of twee keer gezien. Heel kort en daarna werden ze opgeborgen.
[bijnaam] vertelde mij dat ze een ketting bij een pandjesbaas had liggen die ze terug wilde. Ze vroeg me of ik 120.000 als afbetaling wilde betalen. Ik moest dit weer als goud inleveren. Ik leg u uit hoe dat werkte met die goudstaven. Er wordt geld overgeboekt naar de “Antwerpen Goudbank” en als je dan dat geld daar hebt geboekt, kun je daar goudstaven ophalen. Eerst haalde ik het goud zelf op.
De familie van [bijnaam] ( [verdachte] en [bijnaam] ) vertelde mij dat de vorige relatie van [bijnaam] een pooier was en dat [bijnaam] vrijgekocht moest worden van hem. Zo niet, zou zij weer achter het raam belanden. Ik moest haar vrijkopen voor 450.000 euro. Dit moest ook weer in goudstaven. Dit waren de laatste goudstaven die ik zelf ben gaan halen. [4]
In het najaar van 2019 kwam er een initiatief van [bijnaam] om met de familie af te reizen naar Parijs, Disneyland. De bedoeling was dat we (ik, [bijnaam] , [medeverdachte 3] , [bijnaam] , [bijnaam] en dan nog wat kinderen) met acht personen weg gingen. Uiteindelijk zijn [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] erbij gekomen. Over de bedragen die ik uitgaf werd vaak gezegd dat dit was voor ons huwelijk en dat het terug zou komen. Het was een investering voor later.
Op een gegeven moment kwamen er problemen met de Rabobank over waarom ik binnen zo’n korte tijd zulke grote uitgaven had gedaan. Dan het ik het over september tot en met eind oktober 2019. Ik moest komen bij de Rabobank in Kampen om een toelichting te geven. Ik kreeg van de familie [familienaam] een stevige waarschuwing mee dat als ik me versprak dat ik dan al het geld gedag kon zeggen en dat ik [bijnaam] niet meer zou zien. Ik mocht ze niet benoemen. Er werd gezegd dat als ik hun erbij zou betrekken, zij aangifte tegen me zouden doen van pedofilie. Ik ben dus nooit op gesprek gegaan bij de Rabobank en ze hebben mijn rekening geblokkeerd. Ik heb toen alles over laten zetten naar de Regiobank.
Toen de goudstaven stopten werden ze onbeschofter tegen me. Ze vernederden me. Ook zeiden ze me wel eens dat ze me dood zouden maken. [5]
Tussentijds was er ook nog het verhaal dat [bijnaam] de leerplichtwet had overtreden en moest zij verstopt worden door de familie in Leersum. Ik moest alles betalen. Ik was erbij in Leersum. [medeverdachte 3] kwam vaak langs. Wisselend kwamen ook [verdachte] en [medeverdachte 2] mee als zijnde ouders. Ik kocht alles. Dit moest omdat ze zeiden dat [bijnaam] mijn vrouw was.
Ze scholden mij ook vaak uit.
In december werd ik meegesleurd naar het casino. Ze vertelden me niet dat we naar het casino zouden gaan. Dit hadden ze me wel eens eerder gevraagd, maar dan wilde ik niet mee. Ze zeiden dan dat we wat anders zouden doen. Ze vertelden daar dat ik moest pinnen voor ze anders zou ik [bijnaam] niet meer zien. Er gingen enkele duizenden euro’s doorheen. Ik betaalde.
De laatste zondag dat ik [bijnaam] zag en sprak was 9 februari 2020. Ik mocht haar niet meer zien.
[medeverdachte 3] was de geweldsman. Hij werd aangestuurd door [verdachte] . Hij was gewetenloos. [6]
Op 5 februari 2020 werd er een Mercedes aangeschaft. [verdachte] wilde hem hebben en hij moest op mijn naam komen. Hij reed er in en ik betaalde. Hij zei me later dat ik er niet in mocht rijden omdat ik niet geschikt was om te rijden. [verdachte] vertelde me dat we de auto moesten kopen omdat ik dan de auto op Valentijnsdag aan [bijnaam] kon laten zien.
[bijnaam] was dus onder mijn ogen vandaan gevlucht. Ze zei dat ze weer contact met me opnam als ze 18 jaar zou zijn. Dit beloofde ze me. Dit zou op of rond 1 juli zijn. Dan zouden we samen weggaan.
Op 21 februari ben ik samen met [verdachte] en [medeverdachte 3] naar Spanje vertrokken. [bijnaam] zou opgevangen zijn in een jeugdinstelling. De bedoeling was dat als ze het eerste weekend met verlof mocht, ze dan gelijk naar Spanje gebracht zou worden. Ik wilde haar graag zien dus ik ben meegegaan. We gingen naar Lloret de Mar. Een paar dagen later kwam moeder. In het begin betaalde ik weinig, maar later moest ik meer betalen. Als ik niet betaalde en pinde kreeg ik verwensingen, bedreigingen en scholden ze me uit. Er werd gezegd dat ze me dood zouden maken als ik niet zou betalen.
Het huis in [plaats] , [adres 2] , was verkocht en dat is ten gehore gekomen bij de familie [familienaam] . Toen het geld binnen was, moest er een volmacht gegeven worden om het goud op te halen. Dit was in Brussel. Er werd 250.000 euro overgemaakt naar NUMAGOLD. Dit was 5 kilogram goud. De goudstaven werden door vier personen opgehaald. Dit waren [medeverdachte 5] , [medeverdachte 4] ( [adres 1] ), [bijnaam] , [bijnaam] ( [adres 1] ). [verdachte] heeft me nooit bedankt terwijl ik wel gedaan heb wat hij van me vroeg. Ik dacht dat als ik dat kan gebruiken om een mens in nood te redden of mijn grote liefde, dan is het dat waard.
Op 9 juni 2020 is er een appartement van mij verkocht in de [adres 3] te [plaats] . Dezelfde dag is aan de Antwerper Goudbank een bedrag van 249.100 euro overgemaakt en op 10 juni is 44.000 euro betaald. [7] Mij werd verteld door de moeder van [bijnaam] en [verdachte] met name dat dit geld vast gezet zou worden en gebruikt zou worden voor de toekomst van mij en [bijnaam] . Het geld kwam binnen op mijn rekening. Er werd weer steeds naar dit geld gevraagd door de familie. En toen kwamen we weer op de volmacht uit. Ik werd weer bedreigd en alles. Ik wilde levend weg dus ik heb het geaccepteerd.
Ondertussen had ik contact gehad met enkele personen in Nederland. Het werd niet getolereerd als ik belde. Dit moest dus in het geniep. Ik verwijderde ook al mijn berichten omdat ze mijn telefoon steeds nagingen.
De hele familie is 11 juni 2020 weggegaan uit Spanje. Ze lieten me alleen daar. Ik vroeg ze of ik mijn pinpas terug kon krijgen. Ze vertelden me dat ze mijn pinpas nodig hadden voor de tolweg.
Ik heb gezien dat [verdachte] in het bezit is van een hakbijl. Hij demonstreerde met deze hakbijl dat als ik niet mee zou werken, hij deze zou gebruiken.
Ik ben ook wel eens door [verdachte] bij mijn keel gepakt. Hij pakte mij met zijn hand bij mijn luchtpijp. Ik voelde dat hij mij hard kneep. Ik kreeg amper lucht meer. Hij zei me hier ook nog bij dat hij de volgende keer zijn hand om zou draaien. Dit was een doodsbedreiging. [8]
Ik werd Nederland en Spanje meerdere malen in een kamer apart gezet en gedirigeerd. Er werd gezegd dat ik moest gaan zitten en mijn mond moest houden net zo lang totdat de bezoekers vertrokken waren. [9]
Aangever [aangever] heeft in een aanvullende aangifte – voor zover van belang – het volgende verklaard:
In het begin wilde ik [bijnaam] eerst beter leren kennen, maar [bijnaam] zei eigenlijk gelijk dat ze met me wilde trouwen. Maar ook [bijnaam] gaf gelijk aan dat [bijnaam] wilde trouwen.
In het begin werd ze, ook in haar profiel op Badoo, gepresenteerd als een dertigjarige, dus ik zag toen geen belemmering. Pas enkele weken later, toen ik er vragen over ging stellen, omdat ze mij veel jonger leek, kwam ik erachter dat ze pas 17 jaar zou zijn. Ik heb toen gezegd: “Je bent te jong om te trouwen, we moeten stoppen”. Maar haar familie en vooral [medeverdachte 2] gaf aan dat het in hun cultuur gewoon kon vanaf 16 jaar en zij het ook goed vonden als wij zouden trouwen.
Ik had op dat moment niet het gevoel dat ze mogelijk op mijn geld uit waren en dat [bijnaam] helemaal niet met me wilde trouwen. Maar elke keer als ik wel een twijfel had over iets dan zei [bijnaam] : “ [aangever] , geloof je me niet, dan leg ik het nog een keer uit”. Ze zei: “Ik zweer het op mijn moeders graf” en “Ik zweer het op mijn kinderen”. Hierdoor vertrouwde ik ze op dat moment. [10]
Ik ging al gelijk na het begin in de [adres 1] in [plaats] logeren.
U toont mij een foto die op mijn telefoon stond. Ik zie mijzelf en [bijnaam](
toevoeging rechtbank: in trouwjurk).
De foto is gemaakt op de [adres 1] . [11] De foto is gemaakt door [bijnaam] met mijn telefoon. Ze maakten mij gek om mij te doen geloven dat [bijnaam] met mij wilde trouwen. Het was ook een soort oefenen voor de bruiloft. Ze kwam die middag als een soort verrassing in een trouwjurk naar beneden.
U houdt mij voor dat op mijn telefoon ook berichten zijn gevonden tussen mij en [bijnaam] , zoals het volgende bericht:
“ [aangever] :
Jij bent mijn alles eigenlijk mijn spiegelbeeld ik herken jou in mij en je herkent mij in jou.
Dus we schamen nooit voor elkaar nooit. We houden alleen van elkaar en daarom zijn we zo gelukkig dat we elkaar hebben gevonden een God’s wonder zelf want zijn engelen brachten ons bij elkaar en iedereen zal het merken of weten, mijn schat (hartjes).
[bijnaam] :
Mooi liefie (hartje)
Schatje
Ik ga slapen liefie
Ik app je morgen weer ja schat
Ik ben echt moe ik hou van jou heel veel (hartjes en zoentjes).”
Ik vond het wel gek want als ze bij mij was dan zei ze nooit zoveel tegen mij maar via de telefoon kreeg ik dit soort berichten. Ik kreeg door de berichten het idee dat ze echt van mij hield. Het haalde wel de twijfel weg die ik soms had. [12]
U vraagt mij hoe het kan dat ik zo snel voor bijna 270.000 euro aan goud kocht voor de borg en de trouwerij.
[medeverdachte 2] kwam met dat verhaal. Als ik met haar dochter wilde trouwen, moest ik die borg betalen. Ik heb wel getwijfeld om het te doen, maar ik kon [bijnaam] niet loslaten. Als ik niet zou betalen, zou ik weer terug kunnen naar [plaats] , zeiden ze. Ook gaven ze aan dat mijn verliefdheid voor [bijnaam] niet echt was als ik die niet over had voor haar. [bijnaam] en [medeverdachte 2] zeiden dit tegen mij.
[medeverdachte 2] , [bijnaam] en ik waren bij het ophalen van het goud aanwezig. Ik ging de goudzaak binnen en de rest bleef buiten.
We reden toen vaak terug naar de [adres 1] . Daar wilden ze het goud gelijk hebben. Ze overtuigden mij dat ik het goud moest geven, omdat ze een kluis boven hadden waar ze het konden bewaren. Ze zeiden dat ik ze moest vertrouwen en dat deed ik toen ook.
[medeverdachte 2] kreeg het goud in handen. Ik gaf volgens mij altijd het goud aan haar. [13]
Moeder, [medeverdachte 2] , nam het goud in bewaring. Ik zou het terug krijgen als ik paar jaar goed zou zijn voor [bijnaam] . Ze zeiden dat dat traditie was. Het was een soort borg zodat ik goed zou zorgen voor hun dochter.
U vraagt mij wie de Rolex horloges heeft uitgezocht.
Dat weet ik niet. Ik kreeg alleen de factuur onder mijn neus, van [bijnaam] . Volgens mij ben ik alleen naar de juwelier gegaan om ze op te halen. [bijnaam] heeft de horloges opgeborgen op de [adres 1] onder de trapkast.
U vraagt mij wat [bijnaam] mij vertelde over een ketting die zij bij een pandjesbaas had liggen.Ze had een aantal sieraden. Ze lieten foto’s van sieraden zien op hun telefoon. Deze zouden liggen bij een pandjesbaas zeiden ze. [14] Als ik vragen stelde, zei [bijnaam] weer: “Geloof je me niet, vertrouw je me niet, ik zweer het op mijn kinderen”. Telkens benadrukte ze me dat ik ze moest vertrouwen.
Pas toen [medeverdachte 3] en [bijnaam] enkele weken later in beeld kwamen, werd mij duidelijk dat [bijnaam] 17 bleek te zijn. Dit was rond half september 2019. Ik heb toen gezegd dat ik mijn geld en mijn goud terug wilde en niet direct wilde trouwen, maar daarop zeiden ze allemaal tegen mij dat in hun cultuur ook gewoon nu al kon en zorgden ze er dus voor dat ik toch bleef. Ik was helemaal verliefd en wilde haar niet verliezen. Als ik te veel vragen zou stellen, was ik bang om [bijnaam] kwijt te raken.
U vraagt mij wie het verhaal over de pooier van [bijnaam] had verteld.
Dat was [bijnaam] , oftewel [verdachte] .
Als ik naar de politie zou gaan, zou ik het geld, het goud en [bijnaam] kunnen vergeten. Ik heb dat dus niet durven doen. Ik mocht met niemand praten. Niet met mensen uit [plaats] en niet met de politie. [bijnaam] , [medeverdachte 2] en [bijnaam] zeiden dit steeds tegen me. Ik was het meeste bang dat ik [bijnaam] kwijt zou raken. [15]
U vraagt mij wat de hoofdreden was om in de periode van 3 september tot 11 oktober 2019 voor zo’n groot bedrag aan goud af te staan.
Ik was smoorverliefd op haar en was altijd bang haar kwijt te raken.
[medeverdachte 2] was de moeder van [bijnaam] . [verdachte] zei over [medeverdachte 2] dat het zijn zuster was.
[medeverdachte 3] en [bijnaam] zouden neef en nicht zijn. Ik wist niet dat [medeverdachte 3] een zoon was van [medeverdachte 2] .
U houdt mij voor dat in de periode vanaf 3 september 2019 veel pinbetalingen zijn te zien van mijn bankrekening bij diverse winkels. [16]
Ik was bij alle pinbetalingen zelf aanwezig. Ik moest ook altijd zelf pinnen. Als ik niet betaalde, kon ik vertrekken. Dan gingen we bijvoorbeeld wat kleren kopen en net bij de kassa kwamen er ineens hele stapels kleren bij die ik moest betalen. Dat was volgens mij bij C&A. De reden dat er zoveel spullen werden gekocht van mijn geld was heel simpel. Ik kreeg eten en onderdak en ik zou met [bijnaam] mogen trouwen en daar wilde ze wat voor terug zien. Ik denk dat alles naar de familie is gegaan. Er waren spullen voor [verdachte] , voor [medeverdachte 2] , voor [bijnaam] en ook voor [medeverdachte 3] . Ik zou het geld terugkrijgen zeiden ze. [17]
U vraagt waarom voor een bedrag van 365.000 euro een leenovereenkomst is opgemaakt.
Ze wilde niet hoger gaan dan dit bedrag. Ook wilde ze geen hoge rente en een lange looptijd. Het was dit of niets, zeiden ze.
U vraagt waar [medeverdachte 2] en ik onze handtekening hebben gezet.
Dat is in het Notariskantoor [naam] in Schagen geweest. [bijnaam] , [medeverdachte 2] , ik, notaris [naam] en volgens mij ook meneer [getuige] waren daarbij aanwezig. Op het moment nadat het stuk werd ondertekend zei [naam] tegen ons dat het geen akte van het kantoor is en dat ze er ook geen factuur voor zouden sturen.
U vraagt aan mij wat ik dacht toen de notaris zei dat hij het niet vertrouwde.
De reden was dat er geen onderpand was. Het goud was al gegeven namelijk. Ik heb hem in het gesprek uitgelegd dat het voor de bruiloft was en dat het allemaal voor [bijnaam] was. De lening overeenkomst kwam echt uit [bijnaam] en [medeverdachte 2] . [18]
Ze wilden graag een woning van [medeverdachte 2] in Italië verkopen maar de woning stond onder water vertelden ze. Ze wilden graag verkopen, maar de markt in Italië was slecht. [bijnaam] smeekte mij om geld te betalen om het gat te vullen van deze woning. Dat was volgens mij ergens in september of oktober 2019. Het ging om 70.000 euro. Ook weer in goud. [bijnaam] smeekte om dit voor haar moeder te doen met tranen in haar ogen. [19]
U houdt mij voor dat op mijn telefoon ook een foto stond van mij en [bijnaam] voor de Eiffeltoren. U vraagt hoe ik mij toen voelde.
Ik dacht, hier doe ik het voor.
U houdt mij voor dat op 25 oktober 2019 € 5.900,- wordt gepind bij Louis Vuitton in Parijs. U vraagt wie die pinbetaling heeft gedaan.
Dat moest ik doen en dat ging echt onder dwang. Daar waren [medeverdachte 2] , [verdachte] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] ook bij.
U vraagt of ik er altijd bij was als er werd gepind in Parijs.
Ja natuurlijk. Ik betaalde onder dreiging. Op een gegeven moment kwam er de dreiging dat ik alles kwijt zou raken. Toen in die winkel, die je net noemde (
de rechtbank begrijpt: Louis Vuitton) zeiden ze wel dat ze mij zouden achterlaten als ik niet zou betalen. Ze stonden echt met zeven man om mij heen. Ze werden steeds griezeliger en bedreigender. Maar het ging mij echt om de verliefdheid richting [bijnaam] . Als ik niet zou meewerken, was ik bang haar kwijt te raken. [20]
U vraagt wie tegen mij zei dat zij aangifte tegen mij zouden doen van pedofilie als ik hun zou betrekken bij een gesprek met de Rabobank.
Dat waren [bijnaam] en [verdachte] zeer zeker. En [medeverdachte 3] ook op zijn manier. Ik dacht echt dat ik later weg zou gaan met [bijnaam] en weg zou gaan bij de familie. Ik heb de dreigementen over mij heen laten komen. Ik was echt bang dat ik geld en het goud niet meer terug zou krijgen als ik met de Rabobank ging praten. Ik was ook bang dat ik hierdoor [bijnaam] niet meer zou zien. [21]
U vraagt mij wie er tegen mij zeiden dat ze mij dood zouden maken.
Dat was [bijnaam] oftewel [verdachte] . Dat was met de hakbijl. Hij maakte met de hakbijl een zwaaiende beweging richting mij en zei zoiets van de volgende keer laat ik hem los. Dat was in Spanje.
U vraagt mij waar ik in de maanden november en december 2019 verbleef.
Afwisselend op de [adres 1] of [adres 1] . Ik mocht in die periode ook niet meer naar Kampen van ze. [22]
U vraagt mij waarom ik bij deze mensen bleef.
Ik mocht zonder toestemming het huis niet verlaten. Als ik zou gaan, zou ik alles kwijt zijn, mijn geld, mijn goud en [bijnaam] .
U vraagt wie mij vaak uitschold.
[medeverdachte 3] , [bijnaam] , [verdachte] , de mannen eigenlijk voornamelijk.
U vraagt waarom er elke keer geld van mijn rekening werd gepind om te spelen in gokhallen.Dat moest. Anders zag ik [bijnaam] nooit meer.
U houdt mij voor dat in het politiesysteem staat dat 20 december 2019 de politie ter plaatse is gegaan bij een casino naar aanleiding van een melding. De politie heeft een aantal personen in het casino gecontroleerd. Onder andere de volgende personen waren aanwezig. [aangever] , [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] . U vraagt mij wie tegen mij zei dat ik geld moest pinnen.
Dat moest van [bijnaam] en [verdachte] .
U houdt mij voor dat uit mijn bankmutaties blijkt dat er van mijn rekening ook is gepind bij gokhallen in Rotterdam, Rijswijk, Dongen en Hoofddorp in januari 2020. U vraagt of ik daar elke keer bij was.
Ja, en dat was allemaal onder dwang. Casino’s en gokhallen zijn plekken waar ik nooit kom, ook nooit eerder was geweest, maar vooral ook niet wil komen. Elke keer werd ik er onder valse voorwendselen naartoe gelokt, zoals dat we ergens uit eten zouden gaan of dat ik [bijnaam] die avond zou gaan zien.
Met wie ging u naar die gokhallen toe?
Met diezelfde club
.
U vraagt mij of ik zelf gokte met het geld dat ik pinde.
Misschien een paar tientjes, maar de rest van het geld gaf ik 9 van de 10 keer aan [verdachte] . [23]
U houdt mij voor dat de wijkagent mij op 11 januari 2020 op straat heeft aangesproken vlakbij de [adres 1] , dat hij toen zijn zorgen heeft geuit over mijn verblijf bij de familie en dat hij de indruk had dat ik bang was. U houdt mij voor dat ik toen ontkende dat ik in een lastige situatie zat.
Dat is dezelfde problematiek als met de Rabobank. Als ik iets zou zeggen tegen de politie zou ik [bijnaam] nooit meer zien. Ik twijfelde echt of ik het toen moest vertellen. Deze wijkagent heb ik twee keer in de woning van de familie gezien. Zij zeiden tegen de agent dat ik de klusjesman was. Ik mocht dan zelf steeds niets zeggen, dat zouden zij wel doen. De tweede keer stuurden ze mij al vrijwel direct nadat hij binnen was naar buiten en zeiden ze dat ik verder moest gaan met klussen.
U vraagt mij waarom ik niet aan de wijkagent vertelde over [bijnaam] of hoe ik verder behandeld werd.
Dat mocht niet. Dan zou ik alles kwijt geraakt zijn. [24]
Wie maakte er allemaal gebruik van de Mercedes?
[verdachte] en [medeverdachte 3] .
U vraagt of ik daar telkens toestemming voor gaf.
Toestemming? Ze namen gewoon toestemming. Ze scheurde met de auto rond.
Waarom betaalde u elke maand voor de Mercedes en reed u er eigenlijk nooit in?
Ik had die verplichting aan de bank om maandelijks te betalen. Het was allemaal voor [bijnaam] .
[verdachte] had namelijk gezegd dat dit onze trouwauto moest gaan worden, waarop ik toen nog
reageerde: "en die koets met dat hele paardenspan dan? Dan kunnen we die kosten voor de
trouwerij in ieder geval schrappen".
U vraagt wie er allemaal een sleutel van de Mercedes hadden.
[verdachte] . Het kentekenbewijs had [verdachte] ook in zijn bezit. [25]
U vraagt mij waarom ik hier aan meewerkte.
Ik stond tegenover 7 bandieten. Ik had in die periode zelfs zelfmoordneigingen. Ik wilde het mijzelf niet moelijker maken. Ik was ten einde raad.
U vraagt mij wie had voorgesteld om een woning in Utrecht te gaan huren.
Ik vond het vervelend altijd op de sofa te liggen. Ik zei toen dat ik terug zou gaan naar [plaats] en toen werd de huurwoning aan de [adres 4] te [plaats] geregeld. Ik vond het vreselijk om uit [plaats] weg te gaan. Ik kon het door [bijnaam] . [26]
Ik heb er weinig mensen over verteld dat ik naar Utrecht ging verhuizen. Misschien wel niemand. Ik mocht er niets over vertellen. Ik moest alle banden met [plaats] verbreken.
U houdt mij voor dat ik eerder heb verklaard dat zij mij hebben gehersenspoeld. U vraagt mij wat [verdachte] deed.
Hij was gewoon het vreselijkste van het vreselijkste, een narcist, een nazi. Als ik niet deed wat hij zei dan zei hij dingen als: ik zal mijn lul in je mond stoppen. Hij stond dan echt voor me.
U vraagt of ik was meegegaan naar Spanje als ik had geweten dat [bijnaam] niet naar Spanje zou komen.
Nee, nooit. [verdachte] , [medeverdachte 2] , [A] , [medeverdachte 3] en ik verbleven in een appartement van 21 februrari tot 11 juni 2020. [27]
U houdt mij voor dat in mijn bankmutaties is te zien dat mijn pinpas in de periode van 21 februari tot 11 juni 2020 in Spanje werd gebruikt voor betalingen voor onder andere verblijfskosten in hotels, voor restaurants, door de aankoop van goederen, voor betalingen in een casino en voor verschillende contante opnames. U vraagt mij wie deze betalingen deed.
In he begin deed ik dat zelf, maar later werd mijn pinpas in beslag genomen door [verdachte] .
U vraagt mij wie er allemaal gebruik maakte van mijn pinpas in deze periode.
Eerst [medeverdachte 2] , daarna [verdachte] volgens mij en vervolgens [medeverdachte 3] . Ik gaf mijn pincode aan [medeverdachte 2] .
U houdt mij voor dat we op facebook een aantal foto’s hebben gezien van een etentje bij de Casanova Beach club. De foto’s zijn geplaatst op 2 juni 2020. U houdt mij voor dat op 2 juni 2020 om 21:36 is gepind bij de Casanove Beach club van mijn rekening. U vraagt wie ik allemaal zie op de foto.
[medeverdachte 3] met [B] , [medeverdachte 2] en [bijnaam] ( [verdachte] ). [28]
U vraagt wij mij uitscholden en bedreigden als ik niet pinde.
Meestal [verdachte] . Ik was bang voor [verdachte] .
Omdat ik in Utrecht ging wonen en geld nodig had besloot ik het huis aan de [adres 2] in [plaats] te verkopen. Ik regelde zelf alles.
U vraagt mij hoe de familie [familienaam] hier achter is gekomen.
Ik had de verplichting dat te vertellen. Ze vroegen daar steeds om.
U houdt mij voor dat op 15 april 2020 een bedrag van 280.963,66 euro op mijn rekening wordt gestort afkomstig van de notaris. U houdt mij ook voor dat uit mijn bankmutaties blijkt dat ik op 27 en 28 april 2020 in totaal voor 258.150 euro van mijn rekening is overgemaakt naar Numagold.
Dat deed ik onder dwang. [bijnaam] belde mij dagelijks. Ik zei dat ik er wel klaar mee was. Maar toen kwam [verdachte] met de dreigementen.
U vraagt mij van wie ik dat moest doen.
[verdachte] bedreigde mij. Ze wilde het gewoon hebben. Dit goud heb ik echt onder bedreiging afgestaan. [verdachte] pakte het echt grondig aan.
U vraagt mij van wie ik de volmacht moest ondertekenen.
Van [verdachte] . [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] waren daar ook bij. [29]
U houdt mij de e-mail voor die ik heb geschreven vanuit Spanje, waarin ik ook schreef dat ik bang was voor mijn leven. U vraagt mij voor wie ik bang was.
Voor [verdachte] vooral. Alles wat [verdachte] zei gebeurde.
U verklaarde dat er door de moeder van [bijnaam] en [verdachte] verteld werd dat dit geld vast
gezet zou worden op uw eigen rekening en dat het gebruikt zou worden voor de toekomst van u en [bijnaam] . U vraagt mij of ik dat geloofde op dat moment.
Toen geloofde ik dat niet meer. Ik voelde mij echt heel erg bedreigd. [verdachte] stond tegenover mij dat hij dat goud in de vingers moest krijgen. Hij stond helemaal dreigend tegenover mij en zijn vingers trilde helemaal. Vanaf dat moment heb ik niet meer geslapen. Ik was echt kapot. [30]
U houdt mij voor dat ik verklaarde dat ze toen weer kwamen op de volmacht en dat ik weer werd bedreigd. U vraagt door wie ik werd bedreigd.
Door [verdachte] . Het was in het appartement. De volmacht is ingevuld en ondertekend in het appartement in Spanje. Het eerste kopje is van mij. Dat onderste waarschijnlijk van [medeverdachte 3] .
U vraagt mij wie erbij waren.
[medeverdachte 3] in ieder geval en ik denk ook [verdachte] . [31]
U vraagt mij met wie uit Nederland ik contact had in Spanje.
Met [C] en [D] .
U vraagt hoe ik contact had.
Telefonisch. Dat was de laatste paar dagen in Spanje, in juni. Toen heb ik nog een keer een mail gestuurd naar [D] met het bericht: Code rood! [32]
U vraagt of hier nog berichten van zijn.
Ik moest alles verwijderen. Ze zaten ook allemaal aan mijn telefoon en verwijderde volgens mij aan van alles. [33]
U houdt mij voor dat op mijn rekening na 11 juni 2020 diverse pinbetalingen zijn geweest met mijn pinpas en vraagt of ik toestemming heb gegeven dat zij boodschappen mochten betalen met mijn pinpas.
Nee, pertinent niet.
U vraagt mij of [bijnaam] de belangrijkste reden was dat ik bij de familie bleef.
Ja, zonder [bijnaam] was ik pertinent niet meegegaan naar Spanje en dat wisten ze precies.
U houdt mij voor dat op mijn telefoon ook foto’s stonden van handgeschreven brieven.
Op deze brieven stond altijd bovenaan de brief een datum en "Leeuwarden" of "te Leeuwarden". De brieven zijn gericht aan meerdere personen: Aan " [bijnaam] ", maar ook aan mama, papa, de rest, allemaal. De brieven worden vaak afgesloten met [bijnaam] . Ze geeft in de brieven aan dat ze heel veel van " [bijnaam] " houdt en hem heel erg mist. Ook staat er vaak dat ze samen een toekomst gaan opbouwen. Ook staat er in brieven vaak de naam [bijnaam] , moeder en [bijnaam] . In de laatste brieven staat dat ze er tussen 8 en 10 juni weer is en ze er weer is voor " [bijnaam] ". In de brieven gaat het vooral over dat " [bijnaam] " geduld moet hebben. De brieven hebben de volgende datering:
25 februari 2020, 4 maart 2020, 11 maart 2020, 17 maart 2020, 24 maart 2020, 31 maart 2020, 6 april 2020, 13 april 2020, 28 april 2020, 4 mei 2020, 18 mei 2020, 23 mei 2020 en 30 mei 2020. [34]
De eerste brief gaf mij het beeld dat alles klopte en dat het echt brieven waren van [bijnaam] . Ik was er bijzonder mee ingenomen en het was een reden om uit te kijken naar de toekomst met [bijnaam] .
Ik kreeg deze brieven toegestuurd via de app. Ik zag nooit een envelop. Ik kreeg een foto van de brieven via de telefoon van [bijnaam] . Iedereen wist van deze brieven en [verdachte] , [bijnaam] en [medeverdachte 3] stuurden deze brieven aan mij door.
Dat [bijnaam] in een jeugdinstelling in Leeuwarden zou zitten dat zei iedereen. Iedereen vertelde altijd hetzelfde. Dus [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [bijnaam] en [verdachte] . Niemand zei ooit iets anders over waar [bijnaam] zat. [35]
Als ik twijfelde over hun eerlijkheid werden ze razend.
U houdt mij voor dat de brieven mij het idee gaven dat als [bijnaam] vrij kwam ze een toekomst met mij ging opbouwen. U vraagt of dit ook een reden was om de opbrengst van twee woningen met een waarde van ongeveer 550.000 euro te laten omzetten in goud en met een volmacht door [medeverdachte 5] Westhiner te laten ophalen.
Nee, dat waren echt meer de bedreigingen. Ik was doodsbang. [36]
Aangever [aangever] heeft in een aanvullende verhoor bij de rechter-commissaris – voor zover van belang – het volgende verklaard:
U vraagt mij of ik met [medeverdachte 5] over die lening heb gesproken op enig moment ten tijde van die verstrekking.
Bij mijn herinnering helemaal niet.
U vraagt mij of het bedrag teruggestort is geweest.
Ik weet niet wat er teruggestort is, maar elke terugstorting hield in: terug pinnen aan de familie. Dat moest ik afgeven aan [medeverdachte 2] . Dus eigenlijk een verkapte constructie. Alles wat werd afgelost moest ik weer pinnen en afgeven aan [medeverdachte 2] . Dat was bij de pinautomaat aan [locatie] . Van die 25.000 heb ik zelf niets teruggezien.
U vraagt mij wie de kopstukken waren.
[verdachte] , dus [bijnaam] genaamd, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Zij zaten mij altijd op de huid. Iedereen is eigenlijk meewerkend aan wat [verdachte] , [medeverdachte 1] en [verdachte] zeggen. [37]
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
[aangever] heeft zij zijn aangifte diverse bijlages verstrekt, waaronder een aantal e-mailberichten die hij vanuit Spanje naar bekende personen in [plaats] heeft verstuurd. Deze personen hebben hem ook geholpen uit Spanje naar Nederland te komen op 12 juni 2020.
Verzonden: woensdag 13 mei 2020 te 23:10 uur
Na weken kregen we weer bericht van [aangever] . Ik stuur het bericht door.
Noodkreet??
(…)
Gebruik voor contact in deze alleen mijn email adres [emailadres] dus NIET @home.nl.
(…)
[adres 2] moest ik alleen al in goudstaven omzetten en die is gehaald vanuit België.
Met volmacht die ik "moest" afgeven. Anders zie ik [bijnaam] . nooit weer. [38]
(…)
Ik onderhoud sinds ca. 3 weken 6 a 7 personen etc waaronder mezelf. Kosten lopen in de papieren. (Gaten in hun handen) Ze hebben al aangegeven als ik niet voldoende meewerk kan ik ophoepelen. (..)
Soms ben ik gewoon bang, ook voor mijn leven.
(…)
Uitsluitend per email in verband met uitlenen van de telefoon. (..) De familie wil niet dat ik contact heb met “ [plaats] ”(..)
Thuis in de slaapkamer is een hakbijl wees extreem voorzichtig! [39]
Rol verdachte
[naam] heeft als medeverdachte – voor zover van belang – het volgende verklaard:
Ik ben met [medeverdachte 3] geweest in 2019. Ik denk in mei of juni van 2019. [40] Ik was ongeveer zeven maanden met hem. Ik denk in januari of februari 2020 was ik weg.
In de tijd dat ik een relatie met hem had, woonde ik bij hem in Utrecht. Hij woonde met zijn ouders samen.
[verdachte] is [medeverdachte 3] zijn vader. [41]
V: Wie was in jouw ogen de baas in huis? Wie bepaalde wat er gebeurde?
A: Hun allemaal, [medeverdachte 3] , [verdachte] en die vrouw. [42]
V: Hoe heb je [aangever] leren kennen?
A: Bij [verdachte] en [medeverdachte 2] thuis [43]
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Ik heb gesproken met mr. Wiekeraad, de advocaat van [aangever] . Wiekeraad gaf aan dat er door hem op 15 oktober 2020 whatsapp gesprekken waren opgenomen. Deze gesprekken waren in het bijzijn van hem, [aangever] en de accountant van [aangever] gevoerd. Ik heb deze audiobestanden ontvangen.
Volgens Wiekeraad zijn de gesprekken van 15 oktober 2020 tussen [aangever] en (moeder) [medeverdachte 2] .
Ik heb hieronder een aantal passages uit de gesprekken letterlijk weergegeven: [44]
WA0000 Gesprek 15 oktober 2020 van 6:39 min. tussen [medeverdachte 2] en [aangever] :
04:15 min.
[medeverdachte 2] :
- Ik ben zo blij jou te horen lieverd. Moeder mist jou heel erg.
[aangever] :
- Hoe komt dat?
[medeverdachte 2] :
- Ja, jij weet ik hou van jou, jij bent mijn zoon. [45]
02:24 min:
[aangever] :
- Hoe zit het met [bijnaam] dan? Mist die mij ook?
[medeverdachte 2] :
- [bijnaam] mist jou heel erg.
03:55:
[medeverdachte 2] :
- Luister naar je moeder. Kom bij [adres 1] , bij mij. Kom bij [nummer] . Ik wacht op jou. Jij bent mijn familie.
05:43:
[medeverdachte 2] :
- Ik ben jouw moeder.
WA0001 gesprek van 15 oktober 2020 van 9.12 min (tussen [medeverdachte 2] en [aangever] )
0.56
min.
[aangever] :
- Waar is mijn goud gebleven? Wanneer komt mijn goud terug? Dat wil ik weten.
[medeverdachte 2] :
- Alles bij je vrouw hè, jij weet. [46]
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Op 22 januari 2021 had ik een afspraak met de advocaat van [aangever] om een bestand van zijn telefoon in ontvangst te nemen. Dit ging om een filmpje wat op 15 oktober 2020 om 17:30 uur was opgenomen. Dat was te zien in de eigenschappen van het filmpje op de telefoon. De advocaat vertelde mij dat er op 15 oktober 2020 een Whatsapp videogesprek was geweest tussen [aangever] en [medeverdachte 2] (moeder). Bij dat gesprek waren [aangever] , de advocaat en de accountant van [aangever] aanwezig. [aangever] had de camera afgeplakt zodat hij niet in beeld kwam. Ik heb van dit filmpje vervolgens ook een filmpje gemaakt omdat het op dat moment niet lukte om het bestand over te zetten. [47]
Ik herkende op het filmpje [medeverdachte 2] . [48]
Doen geloven dat ‘ [bijnaam] ’ een relatie met hem zou willen, met hem zou willen trouwen
[naam] heeft als medeverdachte – voor zover van belang – het volgende verklaard:
Verbalisanten tonen aan [naam] de foto waarop zij met aangever staat, terwijl zij in trouwjurk is gekleed.
Ik moest dit allemaal van hun doen. Dit ben ik op de foto. Ik zag deze man bij [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 1] . Ik had toen zelf een relatie met [medeverdachte 3] . [49] Ik had geen relatie met [aangever] . Ik had in die periode geen eigen mobiele telefoon. Ik mocht geen telefoon. [50]
Mag ik iets zeggen over die foto (
in trouwjurk). Dit was bij [medeverdachte 1] thuis. Ik moest dit allemaal doen van [medeverdachte 1] . De trouwjurk was ook van [medeverdachte 1] .
U vraagt mij wat ik denk dat [aangever] toen gedacht zal hebben.
Dat hij met mij zou gaan trouwen. [51]
U houdt mij voor dat u veel berichten op de telefoon van [aangever] heeft teruggevonden, die hij van mij zou hebben gekregen:
[aangever] :
Jij bent mijn alles eigenlijk mijn spiegelbeeld ik herken jou in mij en je herkent mij in jou.
Dus we schamen nooit voor elkaar nooit. We houden alleen van elkaar en daarom zijn we zo gelukkig dat we elkaar hebben gevonden een God’s wonder zelf want zijn engelen brachten ons bij elkaar en iedereen zal het merken of weten, mijn schat (hartjes).
[bijnaam] :
Mooi liefie (hartje)
Schatje
Ik ga slapen liefie
Ik app je morgen weer ja schat
Ik ben echt moe ik hou van jou heel veel (hartjes en zoentjes).
Ik heb dit bericht niet gestuurd. Ik had zelf geen telefoon. Ik mocht geen telefoon in mijn hand houden. [52]
U houdt mij voor dat u ook een aantal foto’s heeft aangetroffen van mij en [aangever] in Parijs. U houdt mij voor dat het hier lijkt of [aangever] en ik een stelletje zijn. [53]
Ja, deze foto’s herken ik. Ik zie mezelf op de foto en [aangever] . Dit moest ik doen van [medeverdachte 1] . [54]
U vraagt mij of ik in de periode na februari 2020 in een jeugdinstelling in Friesland (Leeuwarden) heb gezeten.
Dat is gewoon gelogen. Ik was toen niet meer bij de familie [familienaam] . Ik heb nooit in een jeugdinstelling in Friesland gezeten.
U laat mij de foto’s zien van handgeschreven brieven die ik naar [aangever] zou hebben gestuurd.
Ik heb deze brieven niet geschreven. Ik was in deze tijd al met mijn vriend. Dit klopt niet. Dit hebben ze uit mijn naam gedaan. Dit is echt ziek. Ik heb nooit een brief gehad van [aangever] . [55]
[naam] heeft bij de rechter-commissaris als getuige – voor zover van belang – het volgende verklaard:
U vraagt mij naar de foto waarop ik met [aangever] sta terwijl ik in trouwjurk ben gekleed.
Ik moest dit allemaal van hun doen. Hun allemaal, het is familie. [56] Ik moest doen alsof ik [aangever] leuk vond en met hem moest trouwen. [57]
U vraagt mij of ik wel eens heb gedaan of ik met [aangever] wilde trouwen.
Dat moest ik doen, maar dat was nooit mijn bedoeling. [58] Ze zeiden tegen mij: Doe een bruiloftsjurk aan en maak nog eens foto’s met [aangever] en doe net of je hem leuk vindt. Deze dingen zeiden ze allemaal. Ik moest foto maken en naast hem zitten. Hem vasthouden met de arm. [59]
Medeverdachte [medeverdachte 6] heeft – voor zover van belang – het volgende verklaard:
U houdt mij voor dat [aangever] in de veronderstelling was dat hij met [naam] zou trouwen. U vraagt mij hoe [aangever] op dat idee zou zijn gekomen.
Hoe ik hem heb gezien. Ze zaten bovenop elkaar op de bank. Als ze zo knus op de bank zitten, zal het wel dat hij dat dacht. [60]
U houdt mij de foto voor waarop [aangever] en [naam] in trouwjurk staan.
Dat was op de [adres 1] . Hadden ze soms bruiloftsplannen? Het leken mij wel twee tortelduifjes. Als je die foto ziet zal hij wel op zijn knieën gegaan zijn. Ik kan alleen zien wat ik zie op de foto. Dan zullen ze wel gaan trouwen. [61]
U houdt mij de foto voor van [aangever] en [naam] voor de Eiffeltoren in Parijs.
Als ik ze zag was het altijd dit knusse gedrag. Kijk eens naar die foto. Twee mensen waren verliefd ja. Ze wilden elkaar. [62]
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Op de telefoon van [aangever] stonden onder andere veel foto’s van handgeschreven brieven. [63]
Op deze brieven stond altijd bovenaan de brief een datum en "Leeuwarden" of "te Leeuwarden" De brieven zijn gericht aan meerdere personen: Aan " [bijnaam] " maar ook aan mama, papa, de rest, allemaal. De brieven worden vaak afgesloten met “ [naam] ” en op 6 april 2020 met “vrouwtje [bijnaam] ”.
In de brieven staat dat [naam] in een jeugdinstelling in Leeuwarden zit. Ze geeft in de brieven aan dat ze heel veel van " [bijnaam] " houdt en hem heel erg mist. Ook staat er vaak dat ze samen een toekomst gaan opbouwen. In de brieven staat vaak de naam [bijnaam] , moeder en [bijnaam] . In de laatste brieven staat dat ze er tussen 8 en 10 juni weer is en ze er weer is voor " [bijnaam] " In de brieven gaat het vooral over het feit dat " [bijnaam] " geduld moet hebben. [64]
Op 9 juni 2020 stuurt [aangever] een bericht naar [bijnaam] : “Beetje onrustig wanneer [bijnaam] vrijkomt.
Dan stuurt [bijnaam] terug: “Ja Midden”, “Juni”. [65]
[aangever] stuurt op 9 juni 2020 het bericht aan [bijnaam] : Komt er nog een brief van [bijnaam] ? [66]
Waarop [bijnaam] stuurt: Ja. [67]
Op 15 mei 2020 stuurt [bijnaam] een bericht naar [aangever] met daarbij een Attachement (bijlage). [68] Op 20 en 26 mei 2020 stuurt [bijnaam] een aantal berichten naar [aangever] met daarbij een Attachement (bijlage). Het lijkt te gaan om foto’s van de brieven van [naam] die door [bijnaam] worden doorgestuurd aan [aangever] . [69]
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Nadat [aangever] aangifte heeft gedaan, is nog contact geweest tussen [aangever] en de personen tegen wie [aangever] de aangifte heeft gedaan. Deze contacten verliepen via Whatsapp. De telefoon waarmee de communicatie had plaatsgevonden is veiliggesteld. In de telefoon stonden Whatsapp berichten tussen [aangever] en verschillende personen:
22 juli 2020
nummer [telefoonnummer]
- Ik ben het [bijnaam] . [70]
23 juli 2020
nummer [telefoonnummer]
  • [bijnaam] is hier en [bijnaam] is boos op jou hoe je met haar heb gedaan en met de rest
  • Lieve [bijnaam] hoezo heb je dit met mij gedaan je zou wachten op me. Zei je ook in je berichten die ik door kreeg toen ik er was was jij er niet meer weetje wat je met mij heb gedaan je heb me pijn gedaan we zouden nog van alles doen en ineens ben je er nie alsjeblieft. Laten we dit zo snel mogelijk goed maken je wist dat ik 17 jaar was en problemen had en dat is er nu niet meer Ik mis je [bijnaam] .
[aangever] :
- [bijnaam] , als [bijnaam] nu echt bij je zit, stuur mij dan maar nu direct een foto van jullie samen
Nummer [telefoonnummer]
- [aangever] , [bijnaam] is kapot, ze huilt [71]
29 augustus 2020
Nummer [telefoonnummer]
-
Twee foto’s van [bijnaam] worden gestuurd, waarvan één met groot rood hart op de achtergrond. [72]
- Weet dat ik je mis en nog lang niet over is.
16 oktober 2020
Nummer [telefoonnummer]
- Goeie morgen [aangever] [bijnaam] heeft haar studio gehad al aantal maanden ze zit gelukkig op de zelf ze komt dagelijks zie en spreek er ook ze mist jou ontzettend tuurlijk je bent haar eerste echte liefde geweest [aangever] alsjeblieft je weet hoe ik met je bent en was laat me een afspraak maken met JOU we treffen elkaar ergens en we praten over alles je bent en zal altijd een familie voor ons blijven voor ons allemaal. [73]
19 juli 2020
Nummer [telefoonnummer]
- Ik ben het [bijnaam] .
20 juli 2020
Nummer [telefoonnummer]
  • [aangever] ik snap jou stress maar [bijnaam] heeft ook hele zware stress slaap nachten niet dat ze je niet heeft kunnen horen en zien ze is er kapot van dat je er zo heb laten zitten terwijl je wist wat ze heeft meegemaakt waar ze nu vanaf is maar zonder jou dat is het zwaarste voor haar doe dit niet [aangever] vooral niet voor [bijnaam] sorry
  • [aangever] [bijnaam] wil jou terug ze wil jou als haar man jij bent toch ook voor haar door alles heen gegaan zei ook voor jou laat er niet alleen
  • Foto van [bijnaam] met groot rood hart op achtergrond wordt bijgevoegd.
  • Ze denkt elke dat dat je aankomt kloppen en zegt dit is jou verrassing.
21 juli 2020
Nummer [telefoonnummer]
- [aangever] ik ben het moeder kan je de telefoon opnemen wil met je praten wan tik mis je. [75]
  • Goeie avond [bijnaam] waarom Heb je me dit aangedaan waarom heb je mij na maanden zo achter gelaten ik dacht dat mijn leven met jou zou eindige dit is de laatste wat ik had verwacht jij mij zo achter laten heb maanden weken gevochten zodat we elkaar in armen konden houden en dat is zo verbroken waarom [bijnaam] waarom mijn persoon die mijn aanvoelde is er nie meer is helemaal verdwenen [bijnaam] alsjeblieft doe dit nie ik hou van jou ik mis jou iedereen zal je vergeven wat er is gebeurd iedereen heeft er begrip voor dat je even je rust nodig had vanwege de Corona en wat er is gebeurd dat ik ineens maanden weg moest je telefoon deed het niet meer er waren zoveel planningen wat we zouden doen is dit nu van mijn afgenomen schat ik hou van je ik mis je xxox [bijnaam]
  • Als bijlage wordt een foto van [bijnaam] bijgevoegd.
  • Deze is speciaal voor jou. Ik mis je.
22 juli 2020
Nummer [telefoonnummer]
  • Grt [bijnaam]
  • Kom naar mij toe [adres 1]
  • Ga na haar toe laat er nie zo [aangever] jullie horen bij elkaar dat weet ik dat weet jij ze heb al genoeg mee gemaakt laat er dit niet mee maken.
8 oktober 2020
Nummer [telefoonnummer]
  • Met [bijnaam] is en blijft jou vrouw
  • Maar ze is er ook kapot van na dit wat er is gebeurd
  • Laten we alsjeblieft elkaar ontmoeten ik en jij xxx [bijnaam] .
[aangever] :
- Wat nou dan, ben ik nu ineens een hondje die naar het baasje moet luisteren? Antwoord nou toch eerst op de eenvoudige vragen. Waar zijn mijn goudstaven en is [bijnaam] nog ergens. Wanneer kan zij reageren? Waar is ze (vraag nog net niet waar woont ze)?
Nummer [telefoonnummer]
- Ze woont bij mij. [78]
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Ik heb gesproken met mr. Wiekeraad, de advocaat van [aangever] . Wiekeraad gaf aan dat er door hem op 15 oktober 2020 whatsapp gesprekken waren opgenomen. Deze gesprekken waren in het bijzijn van hem, [aangever] en de accountant van [aangever] gevoerd. Ik heb deze audiobestanden ontvangen.
Volgens Wiekeraad zijn de gesprekken van 15 oktober 2020 tussen [aangever] en (moeder) [medeverdachte 2] .
Ik heb hieronder een aantal passages uit de gesprekken letterlijk weergegeven: [79]
WA0001 Gesprek van 15 oktober 2020 van 09:12 min (tussen [medeverdachte 2] Levacovic en [aangever] ):
07:22 min.
[medeverdachte 2] :
- Luister [aangever] , hou van [bijnaam] ?
[aangever] :
- Hou ik van [bijnaam] ? De vraag is eerder houdt [bijnaam] nog van mij met al dat goud.
[medeverdachte 2] :
- Ja, [bijnaam] wacht nog steeds op jou.
07:42 min.
[medeverdachte 2] :
- Bel mij op. Met mij afspreken en met jou vrouw, is goed? [80]
Lening voor [bijnaam]
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Door ING Bank N.V. zijn de volgende gegevens verstrekt: Bankmutaties over de periode van 27 augustus 2019 tot 7 augustus 2020 van rekening [rekeningnummer] op naam van [medeverdachte 5] . Uit deze bankmutaties blijkt onder andere het volgende:
Op 1 september 2019 wordt er een bedrag ontvangen van € 10.000,- van rekening [rekeningnummer] op naam van [aangever] met in de omschrijving: “Geldlening 2019”. Op 2 september 2019 wordt er een bedrag ontvangen van € 15.000,- van rekening [rekeningnummer] op naam van [aangever] met in de omschrijving: “Geldlening 2019”.
Vanaf 23 september 2019 worden er diverse bedragen weer overgeboekt naar rekeningen op naam van [aangever] . Het gaat om o.a. de volgende overboekingen:
23-sep-2019 € 1.000,00 Omschrijving: aflossing lening// eerste termijn
28-okt-2019 € 1.000,00 Omschrijving: aflossen lening
25-nov-2019 € 1.000,00 Omschrijving: Aflossing lening
4-jan-2020 € 1.000,00 Omschrijving: Aflossing lening
5-feb-2020 € 2.000,00 Omschrijving: Aflossing lening // februari/maart
15-mei-2020 € 1.000,00 Omschrijving: Snelle aflossing// september
25-mei-2020 € 2.000,00 Omschrijving: Snelle aflossing// oktober november
3-jun-2020 € 1.500,00 Omschrijving: Snelle aflossing// december januari
Totaal € 16.500,00
Op de rekening worden de o.a. volgende bedragen contant gestort:
23-sep-2019 - € 1.000,00
28-okt-2019 - € 1.000,00
25-nov-2019 - € 1.000,00
4-jan-2020 - € 1.000,00
5-feb-2020 - € 2.000,00
25-mei-2020 - € 2.650,00
3-jun-2020 - € 1.500,00. [81]
Overmaken geldbedragen naar goudbank voor borg en kosten bruiloft
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Ik heb alle mutaties van twee bankrekeningen op naam van [aangever] ( [rekeningnummer] periode 1 september 2019 tot 31 oktober 2019 en [rekeningnummer] , periode 24 september 2019 tot 12 juni 2019 (
de rechtbank begrijpt: 12 juni 2020)) bekeken. [82]
Aankoop goud:
In deze categorie zijn alle overboekingen naar de Antwerpen Goudbank en naar Numagold opgenomen die gedaan zijn om goud aan te kopen.
Rabo 03-09-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank
Rabo 03-09-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank
Rabo 03-09-2019 € 35.927,00 Antwerpen-Goudbank
Rabo 09-09-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank
Rabo 09-09-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank
Rabo 09-09-2019 € 32.600,00 Antwerpen-Goudbank
Totaal: € 268.527,00. [83]
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Op de telefoon van aangever stonden onder andere verschillende foto's en documenten die betrekking hadden op de aankoop van goud. Deze zijn als bijlage bij dit proces verbaal gevoegd. Daarnaast heeft [aangever] bij zijn aangifte ook diverse (kopie) facturen verstrekt van de aankoop van Goud. Deze facturen zijn allen gericht aan Dhr [aangever] , [adres 2] , [postcode 2] [plaats] . De facturen zijn als bijlage bij dit proces verbaal gevoegd.
Uit de documenten is het volgende op te maken:
- Factuur van 03/09/2019 van Goudbank Antwerpen bvba voor de verkoop van 3 stuks
Beleggingsgoud AGB/TGZ met een gewicht van 1000,00. Totaalbedrag:€ 135.927,-.
- Factuur van 07/09/2019 van Goudbank Antwerpen bvba voor de verkoop van 3 stuks
Beleggingsgoud met een gewicht van 1000,00. Totaalbedrag:€ 132.600,-. [84]
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Ik heb gesproken met mr. Wiekeraad, de advocaat van [aangever] . Wiekeraad gaf aan dat er door hem op 15 oktober 2020 whatsapp gesprekken waren opgenomen. Deze gesprekken waren in het bijzijn van hem, [aangever] en de accountant van [aangever] gevoerd. Ik heb deze audiobestanden ontvangen.
Volgens Wiekeraad zijn de gesprekken van 15 oktober 2020 tussen [aangever] en (moeder) [medeverdachte 2] .
Ik heb hieronder een aantal passages uit de gesprekken letterlijk weergegeven: [85]
WA0001 Gesprek van 15 oktober 2020 van 09:12 min (tussen [medeverdachte 2] en [aangever] ):
00:56 min
[aangever] :
- Waar is mijn goud gebleven? Wanneer komt mijn goud terug? Dat wil ik weten.
[medeverdachte 2] :
- Alles bij je vrouw he, jij weet.
[aangever] :
- Bij mijn vrouw? Bij [bijnaam] ? Wat moet zij ermee doen dan?
[medeverdachte 2] :
- [bijnaam] wacht op jou.
[aangever] :
- Prima, maar waar is ze dan?
[medeverdachte 2] :
- Als je bij [bijnaam] komt…. Laten zien…. Ze is bij [bijnaam] , ze wacht op jou. Wanneer kom jij bij [bijnaam] ?
03:04 min.
[aangever] :
- Ik wil mijn goud zien. Eerst mijn goud.
[medeverdachte 2] :
- Luister, als je komt bij [bijnaam] zie jij alles.
[aangever] :
- Prima. Maak een Whatsapp foto, dan wil ik het eerst zien dat alles bij [bijnaam] ligt.
[medeverdachte 2] :
- En dan kom je?
[aangever] :
- Als ik dan al die goudstaven zie dan gaan we het volgende gesprek aan en dan gaan we afspreken ja.
[medeverdachte 2] :
- Is goed, oké. [86]
Aankoop Rolex horloges
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Ik heb alle mutaties van twee bankrekeningen op naam van [aangever] ( [rekeningnummer] periode 1 september 2019 tot 31 oktober 2019 en [rekeningnummer] , periode 24 september 2019 tot 12 juni 2019
(de rechtbank begrijpt: 12 juni 2020)) bekeken.
Aankoop goederen:
In deze categorie zijn alle betalingen en overboekingen opgenomen die waarschijnlijk gedaan zijn om spullen mee aan te kopen bij diverse winkels zoals bijvoorbeeld sieraden en kleding:
Rabo 02-09-2019 € 50.000,00 [rekeningnummer] Schaap en Citroen
Rabo 02-09-2019 € 23.000,00 [rekeningnummer] Schaap en Citroen. [87]
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Uit een factuur, op naam van [aangever] , blijkt dat er op 2 september 2019 twee Rolex horloges zijn aangeschaft. Factuurnummer C18021877-1452287.
Rolex Oyster Perpetual Classic, Serial: 65KH0120, 228235-0003:
Rolex Oyster Perpetual Classic, Serial: 30KG1850, 228235-0005
Totaal factuurbedrag inclusief btw: € 73.000,-
Door Schaap en Citroen Juweliers is vervolgens een e-mail verstrekt met onder andere de volgende informatie:
Ik heb navraag gedaan bij ons filiaal te Utrecht. Het is al een tijd geleden en daardoor zal het verhaal ook niet gedetailleerd zijn. Wat het filiaal bij staat is dat er een meneer en dochter twee horloges hebben uitgezocht voor haar bruiloft. Haar aanstaande man zou deze komen op halen en betalen. Bij het ophalen na betaling heeft meneer [aangever] zich gelegitimeerd. Hier is geen kopie van. Tevens is het te lang gelden waardoor er geen beeldmateriaal meer is. [88] Als bijlage is de factuur van de aankoop van de horloges gevoegd. [89]
Ongebruikelijke transacties
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Op 10 december 2020 is een verzoek verstrekking gegevens uit databestand ongebruikelijke transacties gedaan.
Op 28 september 2019 doet de Rabobank de volgende melding:
Het lijkt erop dat particuliere klant [aangever] voor € 295.392,- aan goud heeft aangekocht. Dit vermogen is afkomstig van klant zijn eigen spaarrekeningen: tussen 24-09-2019 en 27-09-2019 heeft de klant in 5 transacties €195.000,- ontvangen van [rekeningnummer] en op 27-09-2019 in 1 transactie €100.000,- van [rekeningnummer] . De spaarrekening is in het verleden gevoed door een erfenis. Klant heeft in vier maanden tijd € 900.000,- uitgegeven. Hierbij zitten ook enkele opvallende transacties, waaronder grote uitgaven bij een juwelier en aankopen bij de Antwerper Goudbank. Aangezien klant niet het gesprek met de bank wilde aangaan, is de Rabobank rekening uiteindelijk beëindigd. [90] De transacties zijn niet passend in het klantbeeld omdat er nooit eerder goud is aangekocht. [91]
Betalen voor ketting aan pandjesbaas, vrijkopen van pooier en betalen voor woning in Italië
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Ik heb alle mutaties van twee bankrekeningen op naam van [aangever] ( [rekeningnummer] periode 1 september 2019 tot 31 oktober 2019 en [rekeningnummer] , periode 24 september 2019 tot 12 juni 2019
(de rechtbank begrijpt: 12 juni 2020)) bekeken. [92]
Aankoop goud:
In deze categorie zijn alle overboekingen naar de Antwerpen Goudbank en naar Numagold opgenomen die gedaan zijn om goud aan te kopen.
Rabo 16-09-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank
Rabo 16-09-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank
Rabo 16-09-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank
Rabo 16-09-2019 € 2.465,00 Antwerpen-Goudbank
Regio 24-09-2019 € 25.000,00 Antwerpen-Goudbank
Regio 25-09-2019 € 25.000,00 Antwerpen-Goudbank
Regio 25-09-2019 € 25.000,00 Antwerpen-Goudbank
Regio 25-09-2019 € 25.000,00 Antwerpen-Goudbank
Regio 25-09-2019 € 25.000,00 Antwerpen-Goudbank
Regio 25-09-2019 € 25.000,00 Antwerpen-Goudbank
Regio 25-09-2019 € 22.000,00 Antwerpen-Goudbank
Rabo 28-09-2019 € 23.000,00 Antwerpen-Goudbank
Regio 28-09-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank
Regio 28-09-2019 € 50.392,00 Antwerpen-Goudbank
Rabo 30-09-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank
Rabo 30-09-2019 € 3.000,00 Antwerpen-Goudbank
Rabo 11-10-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank
Rabo 11-10-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank
Rabo 11-10-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank
Rabo 11-10-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank
Rabo 11-10-2019 € 21.120,00 Antwerpen-Goudbank
Totaal: € 721.977. [93]
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Op de telefoon van aangever stonden onder andere verschillende foto's en documenten die betrekking hadden op de aankoop van goud. Deze zijn als bijlage bij dit proces verbaal gevoegd.
Uit de documenten is het volgende op te maken:
- Factuur van 14/09/2019 van Goudbank Antwerpen bvba voor de verkoop van 3 stuks
Beleggingsgoud Umicore met een gewicht van 1000,00,-. En 1 stuk Beleggingsgoud
Unicore met een gewicht van 500,00. Totaalbedrag € 152.465,-
Met de hand is op de factuur geschreven dat het goud is geleverd op 17/09.
  • Factuur van 24/09/2019 van Goud bank Antwerpen bvba voor de verkoop van 2 stuks beleggingsgoud Umicore met een gewicht van 1000,00, 3 stuks beleggingsgoud Tony Goetz met een gewicht van 1000,00. En 1 stuk beleggingsgoud Tony Goetz met een gewicht van 500,00. Totaalbedrag € 246.670,-
  • Factuur van 08/10/2019 van Goud bank Antwerpen bvba voor de verkoop van 5 stuks Beleggingsgoud met een gewicht van 1000,00,-. Totaalbedrag € 221.120,-
Met de hand is op de factuur geschreven dat het goud is geleverd op 11/10. [94]
Pinbetalingen
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Ik heb alle mutaties van twee bankrekeningen op naam van [aangever] ( [rekeningnummer] periode 1 september 2019 tot 31 oktober 2019 en [rekeningnummer] , periode 24 september 2019 tot 12 juni 2019 (
de rechtbank begrijpt: 12 juni 2020)) bekeken.
Rabo 03-09-2019 € 129,00 Bijenkorf Amsterdam
Rabo 03-09-2019 € 300,00 Bijenkorf Amsterdam
Rabo 03-09-2019 € 77,00 Bijenkorf Amsterdam
Rabo 04-09-2019 € 921,94 Bijenkorf Utrecht
Rabo 04-09-2019 € 830,00 Bijenkorf Utrecht [95]
Rabo 04-09-2019 € 534,84 Bijenkorf Utrecht
Rabo 04-09-2019 € 850,00 Bijenkorf Utrecht
Rabo 04-09-2019 € 275,00 Bijenkorf Utrecht
Rabo 17-09-2019 € 859,31 Prénatal Utrecht
Rabo 17-09-2019 € 406,52 Prénatal Utrecht
Rabo 21-09-2019 € 29,90 C&A 001 AMSTERDAM
Rabo 21-09-2019 € 59,90 ZARA Nieuwendijk AMSTERDAM
Rabo 21-09-2019 € 89,97 AMSTERDAM KALVERSTRAAT AMSTERDAM
Rabo 21-09-2019 € 60,97 Bershka Kalverstraat AMSTERDAM
Rabo 21-09-2019 € 66,00 De Bijenkorf Amsterdam
Rabo 21-09-2019 € 57,00 Majestic AMSTERDAM
Rabo 05-10-2019 € 1.125,00 [rekeningnummer] MS Bedden
Rabo 10-10-2019 € 102,95 H&M 143 UTRECHT UTRECHT
Rabo 10-10-2019 € 219,90 H&M 143 UTRECHT UTRECHT
Rabo 10-10-2019 € 22,85 Bijou Brigitte Utrecht
Rabo 17-10-2019 € 21,26 Holland & Barrett UTRECHT
Regio 29-11-2019 € 261,60 C&A Utrecht
Regio 29-11-2019 € 590,85 C&A Utrecht
Regio 29-11-2019 € 992,59 C&A Utrecht
Regio 29-11-2019 € 491,31 C&A Utrecht
Regio 29-11-2019 € 79,98 Esprit Utrecht
Regio 02-12-2019 € 729,45 Bijenkorf Utrecht
Regio 02-12-2019 € 219,95 Bijenkorf Utrecht
Totaal: € 10.405,04. [96]
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft bij de politie - voor zover van belang – het volgende verklaard:
U houdt mij voor dat op de bankrekening van [aangever] van september tot en met december 2019 veel pinbetalingen zijn te zien bij diverse winkels, zoals de Bijenkorf, Prenatal, H&M, Vodafone, Intratuin, Blokker, MS Bedden, GSM-reparatiecentrum, Esprit en C&A. U vraagt welke betalingen waren voor spullen die ik daarna heb gekregen.
[aangever] heeft samen met mij boodschappen doen. Soms kleren kopen voor mij bij de Bijenkorf. [97]
Leenovereenkomst bij de notaris
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
In de overeenkomst [98] staat dat [medeverdachte 2] , geboren [geboortedatum 3] 1977, wonende [adres 1] , een bedrag van € 365.000,- ter leen heeft ontvangen van [aangever] , geboren [geboortedatum 2] 1954. De overeenkomst is ondertekend op 13 september 2019 te Schagen. In artikel 2 staat dat de uiterste opnamedatum 16 september 2019 is. [99]
In de bij de aangifte gevoegde bankmutaties op naam van [aangever] is geen overboeking van de 365.000,- te zien. Wel is er in de periode voor en op de uiterste opnamedatum van de lening door [aangever] geld overgemaakt naar de Antwerpen Goudbank om goud te kopen. Totaal bedrag naar Antwerpen Goudbank volgens mutaties bedraagt € 420.992,-. Hierover verklaarde [aangever] dat hij dit goud heeft moeten afstaan aan "de familie". Het gaat om de volgende overboeking van de rekening van [aangever] :
03-09-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank bvba
03-09-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank bvba
03-09-2019 € 35.927,00 Antwerpen-Goudbank bvba
09-09-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank bvba
09-09-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank bvba
09-09-2019 € 32.600,00 Antwerpen-Goudbank bvba
(€ 268.527,00)
16-09-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank bvba
16-09-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank bvba
16-09-2019 € 50.000,00 Antwerpen-Goudbank bvba
16-09-2019 € 2.465,00 Antwerpen-Goudbank bvba
Totaal € 420.992,00. [100]
[getuige] heeft als getuige – voor zover van belang – het volgende verklaard:
Ik heb de overeenkomst opgemaakt. [101] Het ging over wat goederen. Over horloges en wat goud uit Antwerpen. Dat stond niet in de overeenkomst. Ik kreeg een factuur van twee Rolex horloges van Schaap & Citroen van € 60.000,- à € 70.000,-. Ik kreeg ook een factuur van de aankoop van goud. Bij de notaris vroeg de notaris aan de man waarom hij deze lening verstrekte. De notaris nam de man apart omdat hij vraagtekens had. Er was geen zekerheid gegeven. De notaris vertelde mij dat hij het vreemd vond. De notaris vertelde mij dat het geld al verstrekt was voordat de overeenkomst was opgemaakt. De man vertelde dus aan de notaris dat het geld uit de overeenkomst al aan de vrouw was gegeven. De overeenkomst is niet bij de notaris getekend. Ik denk dan daarna. Ik heb de blanco versie bij de notaris aan hun gegeven. [102] Het was gek dat er geen onderpand was en dat het geld al gegeven was. [103]
[getuige] heeft als getuige bij de rechter-commissaris – voor zover van belang – het volgende verklaard:
De notaris was wel zo slim om te denken: Hier ga ik mijn handtekening niet onder zetten. [104]
Laten pinnen in Parijs
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Ik heb alle mutaties van twee bankrekeningen op naam van [aangever] ( [rekeningnummer] periode 1 september 2019 tot 31 oktober 2019 en [rekeningnummer] , periode 24 september 2019 tot 12 juni 2019
(de rechtbank begrijpt: 12 juni 2020)) bekeken. [105]
Eurodisney / Parijs:
In deze categorie zijn alle pinbetalingen en overboekingen opgenomen die gedaan zijn ten behoeve van een bezoek/ vakantie in Eurodisney en in Parijs.
Rabo 25-10-2019 € 5.900,00, Louis Vuitton Paris FRA. [106]
Verdachte heeft verklaard:
[aangever] is naar Parijs gegaan met [medeverdachte 1] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 3] en [naam] . (…)
V: Eerder waren [aangever] , [medeverdachte 3] , [bijnaam] en [medeverdachte 1] al in Disney. Wanneer ben je samen met [medeverdachte 2] naar Disney gegaan?
A: Ik ben 2 a 3 dagen later gegaan.
V: Hoe lang ben je in Disney geweest?
A: 1 nachtje, maar dit was niet in Disney, maar in Parijs. [107]
Casino
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Ik heb alle mutaties van twee bankrekeningen op naam van [aangever] ( [rekeningnummer] periode 1 september 2019 tot 31 oktober 2019 en [rekeningnummer] , periode 24 september 2019 tot 12 juni 2019
(de rechtbank begrijpt: 12 juni 2020)) bekeken. [108]
Casino:
In deze categorie zijn alle pinbetalingen opgenomen die gedaan zijn in casino’s.
Regio 19-12-2019 € 150,00 PDJ (Casino)
Regio 19-12-2019 € 150,00 PDJ (Casino)
Regio 19-12-2019 € 150,00 PDJ (Casino)
Regio 20-12-2019 € 200,00 PDJ (Casino)
Regio 20-12-2019 € 100,00 PDJ (Casino)
Regio 20-12-2019 € 200,00 PDJ (Casino)
Regio 20-12-2019 € 200,00 PDJ (Casino)
Regio 20-12-2019 € 150,00 PDJ (Casino)
Regio 20-12-2019 € 200,00 PDJ (Casino)
Regio 20-12-2019 € 150,00 PDJ (Casino)
Regio 20-12-2019 € 150,00 PDJ (Casino)
Regio 20-12-2019 € 200,00 PDJ (Casino)
Regio 20-12-2019 € 150,00 PDJ (Casino)
Regio 20-12-2019 € 150,00 PDJ (Casino)
Regio 20-12-2019 € 150,00 PDJ (Casino) [109]
Regio 20-12-2019 € 150,00 PDJ (Casino)
Regio 20-12-2019 € 150,00 PDJ (Casino)
Regio 20-12-2019 € 150,00 PDJ (Casino)
Regio 20-12-2019 € 150,00 PDJ (Casino)
Regio 06-01-2020 € 50,00 Silver Plaza Leisure >ROTTERDAM
Regio 07-01-2020 € 50,00 Silver Plaza Leisure >ROTTERDAM
Regio 13-01-2020 € 50,00 Silver Plaza Leisure >ROTTERDAM
Regio 17-01-2020 € 250,00 L.C. Binnenstad >RIJSWIJK
Regio 17-01-2020 € 250,00 L.C. Binnenstad >RIJSWIJK
Regio 26-01-2020 € 250,00 PDJ DONGEN (Casino)
Regio 27-01-2020 € 250,00 PDJ DONGEN (Casino)
Regio 27-01-2020 € 250,00 PDJ DONGEN (Casino)
Regio 27-01-2020 € 250,00 PDJ DONGEN (Casino)
Regio 27-01-2020 € 250,00 PDJ DONGEN (Casino)
Regio 27-01-2020 € 250,00 PDJ DONGEN (Casino)
Regio 27-01-2020 € 250,00 PDJ DONGEN (Casino)
Regio 27-01-2020 € 250,00 PDJ DONGEN (Casino)
Regio 27-01-2020 € 250,00 PDJ DONGEN (Casino)
Regio 30-01-2020 € 300,00 Betaalautomaat Hoofddorp
Regio 30-01-2020 € 100,00 Betaalautomaat Hoofddorp
Regio 30-01-2020 € 100,00 Betaalautomaat Hoofddorp
Regio 30-01-2020 € 200,00 Betaalautomaat Hoofddorp
Regio 30-01-2020 € 200,00 Betaalautomaat Hoofddorp
Regio 30-01-2020 € 200,00 Betaalautomaat Hoofddorp
Regio 31-01-2020 € 200,00 Betaalautomaat Hoofddorp
Regio 31-01-2020 € 10,00 Betaalautomaat Hoofddorp
Regio 31-01-2020 € 200,00 Betaalautomaat Hoofddorp
Regio 31-01-2020 € 200,00 Betaalautomaat Hoofddorp
Regio 31-01-2020 € 200,00 Betaalautomaat Hoofddorp
Regio 31-01-2020 € 200,00 Betaalautomaat Hoofddorp
Regio 31-01-2020 € 200,00 Betaalautomaat Hoofddorp
Regio 31-01-2020 € 200,00 Betaalautomaat Hoofddorp
(Totaal: € 8.460,00) [110]
Een verbalisant heeft – voor zover relevant – het volgende gerelateerd:
Op 20 december 2019 is de politie ter plaatse gegaan bij een casino naar aanleiding van een
melding. De politie heeft een aantal personen in het casino gecontroleerd. Onder andere de
volgende personen waren aanwezig. [aangever] , [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] . [111]
Verdachte heeft – voor zover van belang – het volgende verklaard:
V: Met wie ga je zoal naar het casino?
A: meestal ging ik met mijn vrouw en [medeverdachte 1] , [medeverdachte 6] , af en toe mijn broertje. Gewoon wij familie.
V: Wanneer ben je met [aangever] naar het casino geweest?
A: meerdere keren. [112]
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft – voor zover van belang – het volgende verklaard:
U houdt mij voor dat uit de bankmutaties van [aangever] blijkt dat er in de nacht van 19 op 20 december 2019 voor in totaal € 2.900,- gepind was van zijn rekening bij een Casino.
U vraagt of ik wel eens in een Casino kom.
Ja, met [aangever] samen. Hij heeft gepind. Ik ben vaker met [aangever] in het Casino geweest. [aangever] gaf aan mij geld om te gokken. [113]
Verbod om met politie te praten
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Ik ben werkzaam als wijkagent. Ik heb in november en december 2019 de familie [familienaam] meerdere malen bezocht. Bij één van deze bezoeken trof ik meerdere mij bekende en één mij onbekende persoon aan in de woning. Het betrof een oudere man en ik schatte hem in als een Hollandse man van tussen de 60 en 65 jaar oud. Hij noemde zich [aangever] . [114] Op 2 december 2019 surveilleerde ik in mijn wijk en zag ik genoemde [aangever] uit de woning [adres 1] te [plaats] komen. Op 11 januari 2020 zag ik [aangever] weer lopen op de [straat] en kreeg ik sterk de indruk dat hij mij ook zag maar mij wilde ontlopen. Ik ben met [aangever] in gesprek gegaan. Ik kreeg sterk de indruk dat [aangever] bang was. Hij keek steeds schichtig om zich heen. Ik voelde dat hij bang was en wel wilde maar niet durfde te praten. [115]
J.W. van Dijken heeft als getuige bij de rechter-commissaris – voor zover van belang – het volgende verklaard:
Ik denk dat ik vier of vijf keer binnen ben geweest bij de familie [familienaam] . Ik ben daar wijkagent.
U houdt mij voor dat ik in mijn proces-verbaal heb beschreven dat ik bij een van die bezoeken een oudere man trof van tussen de 60-65 jaar. U houdt mij voor dat ik heb beschreven dat u zich aan deze man heeft voorgesteld.
Hij zei dat hij [aangever] heette en vervolgens is de heer [verdachte] gelijk in het gesprek gekomen. Bij doorlezing: Dat gesprek werd gewoon afgebroken door de heer [verdachte] . Ik had sterk de indruk dat de heer [verdachte] niet wilde dat ik verder vroeg, dat ik verder met de heer [aangever] in gesprek ging. [116]
Aangifte pedofilie
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Nadat [aangever] aangifte heeft gedaan, is nog contact geweest tussen [aangever] en de personen tegen wie [aangever] de aangifte heeft gedaan. Deze contacten verliepen via Whatsapp. De telefoon waarmee de communicatie had plaatsgevonden is veiliggesteld. In de telefoon stonden Whatsapp berichten tussen [aangever] en verschillende personen:
Nummer [telefoonnummer] :
Het telefoonnummer [telefoonnummer] lijkt in gebruik te zijn bij [bijnaam] : [117]
22 juli 2020:
[bijnaam] :
- Ik ben het [bijnaam] . [118]
23 juli 2020:
[bijnaam] :
  • Eind verhaal. Jij bent een oplichter want je zat met een minderjarig meisje.
  • Gek dat je bent.
  • PEDOFIEL.
Aankoop Mercedes
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Uit informatie van de rijksdienst voor het wegverkeer blijkt dat [aangever] op 5 februari 2020 een grijze Mercedes S63 AMG, met kenteken [kenteken] , op naam krijgt.
Op de telefoon van [aangever] stond ook een leasecontract. Daarin staat dat de prijs van de Mercedes € 79.900,- is en dat er door een aanbetaling van €14.900.- een kredietbedrag is van € 65.000,-. Hiervoor dient een maandelijks bedrag van € 1.086,61 betaald te worden. [120]
Verdachte heeft – voor zover van belang – het volgende verklaard:
[aangever] heeft de Mercedes geleased en betaalde elke maand de lease van deze Mercedes.
V: Wie waren erbij toen deze Mercedes gekocht werd?
Ik, mijn vrouw en [medeverdachte 3] . [121]
Pinbetalingen Spanje
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Ik heb alle mutaties van twee bankrekeningen op naam van [aangever] ( [rekeningnummer] periode 1 september 2019 tot 31 oktober 2019 en [rekeningnummer] , periode 24 september 2019 tot 12 juni 2019
de rechtbank begrijpt: 12 juni 2020)) bekeken. [122]
Spanje, Lloret da Mar:
Regio 21-02-2020 [123] tot en met 11 juni 2020
Totaal: € 20.977,10 [124]
Verdachte heeft bij de rechter-commissaris – voor zover van belang – het volgende verklaard:
Heeft [aangever] de hele vakantie in Spanje betaald?
[aangever] heeft alles betaald. [125]
Overmaken opbrengst woningen Kampen naar Goudbanken en tekenen volmachten
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Ik heb alle mutaties van twee bankrekeningen op naam van [aangever] ( [rekeningnummer] periode 1 september 2019 tot 31 oktober 2019 en [rekeningnummer] , periode 24 september 2019 tot 12 juni 2019 (
de rechtbank begrijpt: 12 juni 2020)) bekeken. [126]
Aankoop goud:
In deze categorie zijn alle overboekingen naar de Antwerpen Goudbank en naar Numagold opgenomen die gedaan zijn om goud aan te kopen.
Regio 27-04-2020 € 248.150,00 BE84 3100 4644 0959 NUMAGOLD
Regio 28-04-2020 € 10.000,00 BE84 3100 4644 0959 NUMAGOLD
Regio 09-06-2020 € 249.100,00 BE77 0015 8943 6542 Antwerpen-Goudbank
Regio 10-06-2020 € 44.000,00 BE77 0015 8943 6542 Antwerpen-Goudbank
Totaal: € 551.250,00. [127]
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
[aangever] heeft bij zijn aangifte diverse (kopie) facturen verstrekt van de aankoop van Goud. Deze facturen zijn allen gericht aan Dhr [aangever] , [adres 2] , [postcode 2] [plaats] . De facturen zijn als bijlage bij dit proces verbaal gevoegd.
Uit de documenten is het volgende op te maken:
- Factuur van 29/04/2020 van Numagold voor de verkoop van 5000 gram goudstaven.
Totaalbedrag € 258.150,-
- Factuur van 04/06/2020 van Goudbank Antwerpen bvba voor de verkoop van 6 stuks
Beleggingsgoud met een gewicht van 1000,00. Totaalbedrag: € 293.100,-. [128]
Daarnaast zijn er nog 2 e-mail berichten tussen [aangever] en Antwerpen Goudbank met
betrekking tot het ophalen van het goud op 11 juni 2020 en de volmacht die daarvoor is afgegeven. [129]
(
De rechtbank merkt op dat op de volmacht staat dat deze is opgemaakt en ondertekend te [plaats]). [130]
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Door Numagold te Brussel is een factuur verstrekt van 29 april 2020 op naam van [aangever] voor de aankoop van 5 kg aan goudstaven voor een bedrag van € 258.150,-. Op deze factuur werd voor ontvangst getekend door [medeverdachte 5] . Bij de factuur werd een kopie van de identiteitskaart van [medeverdachte 5] , geboren [geboortedatum 4] 2001 en een volmacht meegeleverd. Op de handgeschreven volmacht staat dat [aangever] een volmacht afgeeft voor [medeverdachte 5] om bestelling VO20-01551 op te mogen halen. [131]
Pinbetalingen supermarkten en tankstation Nederland
Een verbalisant heeft – voor zover van belang – het volgende gerelateerd:
Ik heb alle mutaties van twee bankrekeningen op naam van [aangever] ( [rekeningnummer] periode 1 september 2019 tot 31 oktober 2019 en [rekeningnummer] , periode 24 september 2019 tot 12 juni 2019) bekeken. [132]
Supermarkten
In deze categorie zijn alle pinbetalingen bij supermarkten in Nederland opgenomen: [133]
Regio 11-06-2020 € 100,90 Coop, [locatie] >UTRECHT
Regio 11-06-2020 € 13,99 PLUS [locatie] >UTRECHT
Regio 11-06-2020 € 17,31 Coop, [locatie] >UTRECHT
Regio 11-06-2020 € 32,46 Coop, [locatie] >UTRECHT
Regio 11-06-2020 € 4,99 Coop, [locatie] >UTRECHT
Regio 12-06-2020 € 17,95 Esso [locatie] >UTRECHT
Totaal: € 187,60
Verdachte heeft – voor zover van belang – het volgende verklaard:
U houdt mij voor dat [aangever] heeft verklaard dat hij in Spanje is achtergelaten en zijn pinpas is meegenomen.
Wij waren in Spanje en hij paste niet meer in de auto. Hij heeft zijn bankpas aan mijn vrouw gegeven. Wij hebben toen de pinpas meegenomen. [134]
U houdt mij voor dat uit afschriften van [aangever] is gebleken dat er in Utrecht is gepind met zijn pas na 11 juni 2020. U houdt mij voor dat de politie beelden van die pinbetalingen heeft opgevraagd. U toont mij de volgende beelden en vraagt wie ik daarop zie:
Foto 11 juni 2020 om 20.09 uur, pintransactie € 13,99 bij Plus Supermarkt Utrecht.
Dat is [medeverdachte 6] .
Foto 11 juni 2020 om 19:54 uur, pintransactie € 100,90 bij Coöp Utrecht. [135]
Dat zijn [medeverdachte 6] en [medeverdachte 1] . Ze hebben de pinpas gekregen van [medeverdachte 2] . [136]
Foto 12 juni 2020 om 10:25 uur een bedrag van 17,95 bij de Esso in Utrecht.
Dat is mijn zoon [medeverdachte 3] . [137]
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft - voor zover van belang - het volgende verklaard:
U houdt mij voor dat uit afschriften van [aangever] is gebleken dat er in Utrecht is gepind met zijn pas na 11 juni 2020. U houdt mij voor dat de politie beelden van die pinbetalingen heeft opgevraagd. U toont mij de volgende beelden en vraagt wie ik daarop zie:
Foto 11 juni 2020 om 20.09 uur, pintransactie voor een bedrag van € 13,99 bij Plus Supermarkt in Utrecht.
Dat is [medeverdachte 6] . We kregen die pas van [medeverdachte 2] voor boodschappen. Ik heb ook met die pin bij de Coop ook boodschappen gedaan.
Foto 11 juni 2020 om 21 .44 uur, pintransactie € 32,46 bij Coöp in Utrecht.
Dat zijn [medeverdachte 5] en [A] .
Ik denk dat zij de pinpas van [aangever] ook van [medeverdachte 2] hebben gekregen maar dat weet ik niet
De in het maatschappelijk verkeer vereiste omzichtigheid
In een Pro Justitia-rapport over de geestvermogens van aangever heeft psychiater Th.J.G. Bakkum – voor zover van belang – het volgende uiteengezet:
Betrokkene is een [leeftijd] -jarige man die naar alle waarschijnlijkheid al zijn hele leven behept is met een autismespectrumstoornis. Rapporteur meent dat betrokkene na het overlijden van zijn vader de behoefte aan een relatie met een vrouw zo sterk gevoeld heeft, dat hij zich in dit gedrag minder heeft kunnen beheersen en vatbaar was voor iemand die daar misbruik van zou willen maken. [138]
Hij heeft zijn hele leven al hinder ondervonden van zijn beperkte vermogen tot sociale interactie en communicatie vanuit zijn autismespectrumstoornis en in het bijzonder bij het zoeken naar een relatie, een vrouw. Met het verlies van zijn werk en vooral het verlies van zijn vader is het gemis van een relatie hem pijnlijk geworden en is hij pogingen gaan ondernemen die hem soms over de grens van het maatschappelijk aanvaardbare brachten. Toen hem voorgespiegeld werd dat hij zou gaan trouwen heeft hij niet het onwaarachtige daaraan kunnen onderkennen. Er is wel een wisselend besef geweest dat de zaken niet klopten, maar vanuit zijn sociale onvermogen en jarenlang gekoesterde wens om een vrouw te hebben, is betrokkene sterk beïnvloedbaar geweest en weerloos tegen beloftes en verleidingen. [139]

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 23 januari 2022 met nummer PL0900-2020189312, het einddossier, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 1016. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van aangifte d.d. 17 juni 2020, pag. 63.
3.Proces-verbaal van aangifte d.d. 17 juni 2020, pag. 64.
4.Proces-verbaal van aangifte d.d. 17 juni 2020, pag. 65.
5.Proces-verbaal van aangifte d.d. 17 juni 2020, pag. 66.
6.Proces-verbaal van aangifte d.d. 17 juni 2020, pag. 67.
7.Proces-verbaal van aangifte d.d. 17 juni 2020, pag. 68.
8.Proces-verbaal van aangifte d.d. 17 juni 2020, pag. 69.
9.Proces-verbaal van aangifte d.d. 17 juni 2020, pag. 70.
10.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 73.
11.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 74.
12.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 75.
13.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 76.
14.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 77.
15.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 78.
16.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 80.
17.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 81.
18.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 82.
19.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 83.
20.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 84.
21.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 85.
22.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 86.
23.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 87.
24.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 88.
25.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 89.
26.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 90.
27.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 91.
28.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 92.
29.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 93.
30.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 95.
31.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 96.
32.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 97.
33.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 98.
34.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 100.
35.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 101.
36.Proces-verbaal van aanvullende aangifte d.d. 16 april 2021, pag. 102.
37.Proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever als getuige bij de rechter-commissaris d.d. 23 juni 2022, pag. 3 van het proces-verbaal.
38.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 februari 2021, pag. 119.
39.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 februari 2021, pag. 120.
40.Proces-verbaal van verhoor [naam] als verdachte d.d. 14 juni 2021, pag. 993.
41.Proces-verbaal van verhoor [naam] als verdachte d.d. 14 juni 2021, pag. 994.
42.Proces-verbaal van verhoor [naam] als verdachte d.d. 14 juni 2021, pag. 996.
43.Proces-verbaal van verhoor [naam] als verdachte d.d. 14 juni 2021, pag. 997-998.
44.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2021, pag. 236.
45.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2021, pag. 239.
46.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2021, pag. 240.
47.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 januari 2021, pag. 242.
48.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 januari 2021, pag. 243.
49.Proces-verbaal van verhoor [naam] als verdachte d.d. 14 juni 2021, pag. 997.
50.Proces-verbaal van verhoor [naam] als verdachte d.d. 14 juni 2021, pag. 998.
51.Proces-verbaal van verhoor [naam] als verdachte d.d. 14 juni 2021, pag. 999.
52.Proces-verbaal van verhoor [naam] als verdachte d.d. 14 juni 2021, pag. 1000.
53.Proces-verbaal van verhoor [naam] als verdachte d.d. 14 juni 2021, pag. 1005.
54.Proces-verbaal van verhoor [naam] als verdachte d.d. 14 juni 2021, pag. 1006.
55.Proces-verbaal van verhoor [naam] als verdachte d.d. 14 juni 2021, pag. 1010.
56.Proces-verbaal van verhoor [naam] als getuige bij de rechter-commissaris d.d. 14 september 2022, pag. 3 van het proces-verbaal.
57.Proces-verbaal van verhoor [naam] als getuige bij de rechter-commissaris d.d. 14 september 2022, pag. 4 van het proces-verbaal.
58.Proces-verbaal van verhoor [naam] als getuige bij de rechter-commissaris d.d. 14 september 2022, pag. 5 van het proces-verbaal.
59.Proces-verbaal van verhoor [naam] als getuige bij de rechter-commissaris d.d. 14 september 2022, pag. 6 van het proces-verbaal.
60.Proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte 6] d.d. 18 oktober 2021, pag. 962.
61.Proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte 6] d.d. 18 oktober 2021, pag. 963.
62.Proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte 6] d.d. 18 oktober 2021, pag. 964
63.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2021, pag. 121.
64.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2021, pag. 122.
65.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2021, pag. 123.
66.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2021, pag. 124.
67.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2021, pag. 125.
68.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2021, pag. 127.
69.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2021, pag. 128.
70.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 februari 2021, pag. 224.
71.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 februari 2021, pag. 225.
72.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 februari 2021, pag. 227.
73.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 februari 2021, pag. 228.
74.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 februari 2021, pag. 229.
75.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 februari 2021, pag. 230.
76.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 februari 2021, pag. 231.
77.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 februari 2021, pag. 234.
78.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 februari 2021, pag. 235.
79.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2021, pag. 236.
80.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2021, pag. 241.
81.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 januari 2021, pag. 473.
82.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 246.
83.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 248.
84.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 april 2021, pag. 356.
85.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2021, pag. 236.
86.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2021, pag. 240.
87.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 246.
88.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 februari 2021, pag. 217.
89.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 februari 2021, pag. 218.
90.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 januari 2021, pag. 370.
91.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 januari 2021, pag. 371.
92.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 246.
93.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 248.
94.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 april 2021, pag. 356.
95.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 246.
96.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 247.
97.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 23 april 2021, pag. 695.
98.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2021, pag. 110.
99.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2021, pag. 108.
100.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2021, pag. 109.
101.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 5 oktober 2021, pag. 184.
102.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 5 oktober 2021, pag. 185.
103.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 5 oktober 2021, pag. 187.
104.Proces-verbaal van verhoor getuige bij de rechter-commissaris d.d. 15 maart 2022, pag. 7 van het proces-verbaal.
105.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 246.
106.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 249 en de bijlage op pag. 281.
107.Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 22 september 2021 , pag. 592.
108.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 246.
109.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 250.
110.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 251.
111.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 december 2021, pag. 40.
112.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 september 2021, pag. 592.
113.Proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte 2] d.d. 23 september 2021, pag. 696.
114.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 mei 2021, pag. 177.
115.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 mei 2021, pag. 178.
116.Proces-verbaal van verhoor getuige bij de rechter-commissaris d.d. 12 april 2022, pag. 3 van dat proces-verbaal
117.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 februari 2021, pag. 223.
118.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 februari 2021, pag. 224.
119.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 februari 2021, pag. 226.
120.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 maart 2021, pag. 487.
121.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 september 2021, pag. 594.
122.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 246.
123.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 252.
124.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 256.
125.Proces-verbaal van verhoor verdachte als getuige bij de rechter-commissaris d.d. 24 september 2021, pag. 2.
126.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 246.
127.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 248.
128.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 april 2021, pag. 356.
129.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 april 2021, pag. 357.
130.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 april 2021, pag. 368.
131.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 juni 2021, pag. 147.
132.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 246.
133.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2021, pag. 256.
134.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 september 2021, pag. 586.
135.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 september 2021, pag. 598.
136.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 september 2021, pag. 599.
137.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 september 2021, pag. 600.
138.Pro Justitia psychiatrisch rapport d.d. 24 maart 2022, pag. 23 van dat rapport.
139.Pro Justitia psychiatrisch rapport d.d. 24 maart 2022, pag. 24 van dat rapport.