Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiseres sub 2],
1.De procedure
- de akte van [eiser sub 1] c.s. met producties 49-68;
- de antwoordakte van [gedaagde] met producties 5-7.
2.De verdere beoordeling
3.De beslissing
- € 18.340,09 aan vervangende schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 12.698,59 vanaf 28 oktober 2023 en over € 5.641,50 vanaf 6 augustus 2024 tot de voldoening;
- € 284,76 aan schade veroorzaakt tijdens de uitvoering van de werkzaamheden, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 28 oktober 2023 tot de voldoening;
- € 2.178,00 aan deskundigenkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 24 augustus 2023 tot de voldoening;
- € 961,25 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de voldoening;