Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De kern van de zaak
3.Ambtshalve toetsing door de kantonrechter
4.De beoordeling van de vordering door de kantonrechter
€ 41,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter op 9 juli 2025 een verstekvonnis gewezen in een geschil tussen een besloten vennootschap, eiseres, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eiseres vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en betaling van achterstallige bedragen, inclusief rente en kosten. De gedaagde partij had een mobiele telefoon gehuurd, maar stopte met betalen en leverde de telefoon pas na dagvaarding terug. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij een deel van de gevorderde bedragen moet betalen, maar ook ambtshalve de informatieplichten heeft getoetst. De kantonrechter concludeert dat de eiseres niet voldoende informatie heeft verstrekt over het herroepingsrecht, wat leidt tot een vermindering van de betalingsverplichting van de gedaagde partij met 20%. De vordering tot ontbinding van de overeenkomst is afgewezen, omdat de gedaagde partij de telefoon inmiddels had ingeleverd. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de huurtermijnen toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente, en ook de buitengerechtelijke incassokosten zijn toegewezen. De gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde is afgewezen.