Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De kern van de zaak
3.Ambtshalve toetsing door de kantonrechter
4.De beoordeling van de vordering door de kantonrechter
€ 20,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 9 juli 2025 een verstekvonnis uitgesproken in een geschil tussen een besloten vennootschap (eiseres) en een consument (gedaagde). De eiseres vorderde betaling van achterstallige huurtermijnen en een gebruiksvergoeding voor een mobiele telefoon, alsook de teruggave van het toestel. De gedaagde partij is niet verschenen en heeft niet gereageerd op de dagvaarding, waardoor de kantonrechter verstek verleende. De huurovereenkomst betrof een Samsung S20+, waarvan de gedaagde partij de betaling had stopgezet en het toestel niet had geretourneerd na ontbinding van de overeenkomst.
De kantonrechter heeft ambtshalve de consumentenbeschermende bepalingen beoordeeld, met name de informatieplichten die voortvloeien uit het Burgerlijk Wetboek. Het bleek dat de gedaagde partij niet op de juiste wijze was geïnformeerd over het herroepingsrecht, wat leidde tot een vermindering van de betalingsverplichting met 20%. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde partij de telefoon moest teruggeven en een deel van de huurtermijnen moest betalen, maar verwierp de vorderingen voor de gebruiksvergoeding en boete, omdat deze onredelijk bezwarend waren. De eiseres kreeg wel de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, en de gedaagde partij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.