Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 2 juli 2025;
- een proces-verbaal van bevindingen van 26 maart 2025, genummerd 250326-1440-972, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 23-26 van het proces-verbaal van 30 maart 2025, genummerd PL0900-2025096469;
- een kennisgeving van inbeslagneming van 26 maart 2025, registratienummer 250326-1440-557, doorgenummerde pagina 82 van het proces-verbaal van 30 maart 2025, genummerd PL0900-2025096469;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen van 31 maart 2025, genummerd PL0900-2025096469-24, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 69-71 van het proces-verbaal van 30 maart 2025, genummerd PL0900-2025096469;
- een geschrift, te weten een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 1 april 2025, zaaknummer 2025.04.01.149 (aanvraag 001), pagina 72 van het proces-verbaal van 30 maart 2025, genummerd PL0900-2025096469;
- een aanvullend proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 30 juni 2025, genummerd PL0900-2025096469-24, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, losbladig.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 47, 55 van het Wetboek van Strafrecht en
- 2 en 10 van de Opiumwet;
10.BESLISSING
gevangenisstraf van 5 jaren;